4 september 2024
SGP wil geen speciaal verbod op koranverbranding
Lees hieronder de spreektekst van SGP-Kamerlid Diederik van Dijk bij het debat over een verbod op koranverbranding. Dit debat vond plaats op 3 september 2024.
"Probeer altijd iemands zwakste plek te ontdekken. Dan weet je waar je hem niet raken moet." Dit citaat van dichter Cees Buddingh bevat een grote wijsheid, zeker in een land van minderheden, zoals Nederland. Wie het nodig heeft om zijn mening kracht bij te zetten door het verbranden van boeken of vlaggen, heeft blijkbaar weinig geloof in de kracht van zijn mening.
Huidig wettelijk kader
Wat de SGP betreft volstaat het huidig wettelijk kader om in te grijpen zodra de veiligheid en de openbare orde in het geding zijn bij demonstraties en straatbranden. Daarnaast heeft zich nog geen situatie voorgedaan waarbij er sprake was van handelingsverlegenheid bij het bevoegd gezag om op te treden tegen situaties waar we het vandaag over hebben. Het verbieden van koranverbrandingen vanwege de heftige reacties die het ontlokt, gaat een stap te ver, op die manier loont dreiging immers. Degene die het felst reageert, bepaalt daarmee wat er wel en niet mag worden geuit. En dat kan wat de SGP betreft niet de bedoeling zijn.
Grenzen
Zonder censuur toe te passen op de inhoud zouden we ons wel de vraag kunnen stellen of iedere uiting van de vrije mening gerechtvaardigd moet zijn in het publieke debat. Of het nu gaat om het verbranden van boeken of vlaggen, of om het blokkeren van snelwegen, zijn er geen grenzen aan de middelen die je mag inzetten om je mening te uiten?! Ziet de minister het verbranden van spullen als een geëigende wijze van meningsuiting en demonstratie?
Lex specialis en tegendemonstraties
Gelet op het voorgaande zal duidelijk zijn dat de SGP geen reden ziet voor een lex specialis om het verbranden van een koran strafbaar te stellen. Ik wil hierbij ook niet verzwijgen dat ik als christenpoliticus de koran bepaald niet als een heilig boek beschouw. Is de minister het met de SGP eens dat vrees voor een tegendemonstratie onvoldoende grond is om de vrijheid van meningsuiting in te perken? En hoe wordt voorkomen dat tegendemonstraties die erop gericht zijn de verbranding te beletten uit de hand lopen en ontaarden in rellen?