26 oktober 2017

Minder hoofdpijn voor vrachtwagenchauffeurs?

 

De Europese Commissie wil de regels voor het wegvervoer aanpassen (EU Mobiliteitspakket). Nu is sprake van een Europese lappendeken aan voorschriften en van oneerlijke concurrentie. Dat moet aangepakt worden. De SGP is echter kritisch over de Europese voorstellen. De nieuwe cabotageregels zouden het voor Oost Europese vrachtwagenchauffeurs makkelijker maken om binnenlandse ritten over te nemen. De minimumloonverplichting dreigt uit te draaien op een administratieve nachtmerrie. Het is van belang dat deze verplichtingen vooral gericht worden op chauffeurs die lading vervoeren van en naar andere landen dan hun thuisland (derdelanden vervoer), en niet op chauffeurs die vanuit hun thuisland lading vervoeren en weer terugrijden. De nieuwe regels voor rij- en rusttijden en de verplichting om de wekelijkse rust buiten de cabine door te brengen geven onvoldoende flexibiliteit. Ook de regering is kritisch.

In een schriftelijke inbreng legt de SGP de regering verschillende vragen voor:

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Aanpassing Verordening 1071 toegang tot het beroep en Verordening 1072 toegang tot de markt (o.a. cabotageregels)

De leden van de SGP-fractie maken zich grote zorgen over het voorstel om de eisen voor cabotagevervoer te wijzigen. De kans is groot dat buitenlandse vervoerders meer cabotageritten uit zullen voeren, waardoor Nederlandse vervoerders op achterstand gezet worden. Is de veronderstelling dat de nieuwe regels het voor buitenlandse vervoerders relatief eenvoudig maken om permanent cabotageritten uit te voeren door na vijf dagen de grens over te gaan en beladen weer terug te komen? Waarop baseren de Europese Commissie en Oost-Europese landen hun mening dat het aantal cabotageritten gelijk zal blijven dan wel af zal nemen? Wat betekenen de voorgestelde detacheringsregels voor de aantrekkelijkheid om cabotageritten uit te voeren?

De leden van de SGP-fractie horen graag of de minister inzet op het vasthouden aan de huidige eisen of op een alternatief. Het is in ieder geval van groot belang dat de huidige regels verduidelijkt en geüniformeerd worden, zodat lidstaten er op eenzelfde manier mee omgaan. Ziet de regering hier mogelijkheden voor? Betekent het voorstel om de landcode in de tachograaf in te voeren dat handhaving beter mogelijk is, ook als het gaat om de huidige regels? Hoe kijkt de regering aan tegen een eventueel alternatief voorstel om de termijn van vijf dagen in te perken en als extra voorwaarde op te nemen dat een buitenlandse vervoerder niet direct na het verstrijken van de vijf dagen termijn weer een land binnen mag rijden?    

De leden van de SGP-fractie delen de zorgen van de regering over de verlaging van de grens voor de vergunningplicht voor goederenvervoer van 3.500 kg naar 0 kg. Is de veronderstelling juist dat het overgrote deel van het licht vervoer binnen de landsgrenzen blijft? Hoe waardeert de minister de subsidiariteit en de proportionaliteit van de verlaging van de genoemde grens?   

Wijziging Detacheringsrichtlijn en Richtlijn 2014/67/EU voor de terbeschikkingstelling van bestuurders in de wegvervoersector (o.a. minimumloonregels)

De leden van de SGP-fractie hebben enkele vragen over de voorstellen met betrekking tot detacheringsregels. Zij vinden het een goede zaak dat een poging wordt gedaan om de huidige lappendeken van voorschriften aan te pakken. Het is wel van belang dat de gevolgen van de voorgestelde wijzigingen voor internationale vervoerders goed in kaart worden gebracht. Deze leden vragen in hoeverre de huidige toepassing van minimumloonregelingen op al het internationale vervoer uitgezonderd transit-vervoer door verschillende lidstaten door de voorgestelde aanpassing van de detacheringsregels onmogelijk wordt gemaakt. Deze leden horen ook graag in hoeverre de minister mogelijkheden ziet om bij toepassing van de detacheringsregels onderscheid te maken tussen derdelandenvervoer en bilateraal vervoer.    

Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 wat betreft de minimumeisen voor maximale dagelijkse en wekelijkse rijtijden, minimumonderbrekingen en dagelijkse en wekelijkse rusttijden, en Verordening (EU) nr. 165/2014 wat betreft positionering door middel van tachografen (o.a. rij- en rusttijden)

De leden van de SGP-fractie hebben enkele vragen over de voorstellen met betrekking tot de rij- en rusttijden en de onderbrekingen. De Europese Commissie wil een verbod op het doorbrengen van de wekelijkse rust in de cabine. De regering steunt dit met het oog op het bereiken van een gelijk speelveld. De leden van de SGP-fractie vinden het niet wenselijk dat chauffeurs lange tijd in de cabine moeten overnachten. Zij steunen een verbod, maar pleiten wel voor meer flexibiliteit. Een mogelijkheid zou kunnen zijn om, als uitzondering op de regel, chauffeurs de ruimte te geven om een keer in de zoveel weken de wekelijkse rust in de cabine door te brengen, mits sprake is van een parkeerplaats met goede voorzieningen. Hoe weegt de minister deze optie? Welke voor- en nadelen ziet zij?   

De leden van de SGP-fractie zetten vraagtekens bij de voorstellen voor de rij- en rusttijden. Vanuit de transportsector wordt aangegeven dat de voorstellen niet voor vereenvoudiging en meer flexibiliteit zorgen. Deze leden wijzen op de voorgestelde pauzeregeling, waarbij een chauffeur per 4,5 uur 45 minuten pauze moet nemen in een voorgeschreven volgorde, eerst 15 minuten en dan 30 minuten. Ze wijzen ook op de voorgestelde tweewekelijkse rijtijdnorm. Waarom is hiervoor gekozen? Waarom kan een chauffeur niet meer flexibiliteit gegund worden?     

Wijziging Eurovignetrichtlijn (wegbeprijzing) 

De leden van de SGP-fractie delen in grote lijnen de kritiek van de regering op de voorgestelde wijziging van de Eurovignetrichtlijn. Deze leden oordelen negatief over de subsidiariteit van het voorstel om de gebruikersheffing af te schaffen en te sturen op een op afstand gebaseerde heffing, van de verplichting om tarieven te differentiëren naar CO2-uitstoot, en van de regels voor het oormerken van de inkomsten van een congestieheffing. Deze leden erkennen dat afspraken nodig zijn voor een eerlijk speelveld voor transportbedrijven en ter voorkoming van discriminatie van buitenlandse (vracht)auto’s. Deze leden zijn echter van mening dat de Europese Commissie in de voorliggende voorstellen teveel stuurt op bijkomende milieudoelen en lidstaten onvoldoende ruimte laat voor een nationale invulling. Hoe waardeert de minister de subsidiariteit van de genoemde voorstellen in het licht van het nieuwe regeerakkoord 2017-2021?