9 december 2024

Kamervragen over feministisch buitenlandbeleid

SGP-Kamerlid Chris Stoffer stelt schriftelijke Kamervragen aan minister Veldkamp van Buitenlandse Zaken. De aanleiding voor deze vragen is berichtgeving van het Reformatorisch Dagblad over het Nederlandse feministisch buitenlandbeleid wat onder het kabinet-Schoof door lijkt te gaan en uitgebreid en veelzijdig blijkt te zijn. De Kamervragen zijn hieronder te lezen.

  1. Is de minister bekend met het bericht “Feministisch buitenlandbeleid krijgt gestalte: trainingen voor elke ambtenaar BuZa” en de genoemde Online handreiking voor het Nederlands Feministisch buitenlands beleid?
  2. Is de handreiking verplicht gemaakt voor medewerkers om te lezen?
  3. Is het streven naar alle medewerkers een online FBB-training geven een verplichting? Zo ja, waarom?
  4. In hoeveel FBB-trainers wordt er geïnvesteerd om de capaciteit van BZ-medewerkers verder te versterken en opgedane kennis te onderhouden?
  5. Is de rol van “gender focal point” of “senior gender focal point” een voltijdstaak of een neventaak?
  6. Zijn er of worden er extra ambtenaren aangenomen om de rollen van “gender focal point” of “senior gender focal point” te vervullen?
  7. Hoeveel tijd verwacht de minister dat de “gender focal point” op een ambassade per week daarmee bezig is naast andere taken die de aangewezen persoon verricht?
  8. Hoe verhouden zich deze intensiveringen in taken, extra trainingen en opleidingen zich tot de bezuinigingen op het ambtelijk apparaat en het postennet?
  9. Wat bedoelt de minister met waar homoseksualiteit illegaal is, betreft dat het huwelijk of de geaardheid?
  10. Hoe beoogt de minister gendergelijkheid op alle functieniveaus te bereiken?
  11. Kan de minister toezeggen dat er in het personeelsbeleid nooit met quota’s of streefcijfers gewerkt zal worden? Zo nee, waarom niet?
  12. Welke definitie van feminisme hanteert het kabinet?
  13. Waar in het maatschappelijk middenveld is het “intersectional policy analysis tool” ontwikkeld? Blijkt ergens uit ledenaantallen, donaties of anderszins dat dit representatief is voor het algemene maatschappelijk middenveld? De
  14. De handreiking spreekt over “het verbeteren van de gender en diversiteitsbalans binnen directies en op posten”. Hoe voorziet de minister dat dit op kleine posten met beperkt personeel zal werken?
  15. Kan de minister garanderen dat het verbeteren van gender en diversiteitsbalans niet ten koste zal gaan van kerncompetenties als diplomatieke vaardigheden, vakinhoudelijke deskundigheid en talenkennis?
  16. Ziet de regering het ontzeggen van SRGR, inclusief abortusrechten als discriminatie? Zo ja, waarom?
  17. Is de ambitie dat 85% van de ODA-uitgaven gender “significant” moet zijn afgestemd met het ministerie van BHO? Zo ja, hoe verhoudt zich dit tot de bezuinigingen en prioritering op water en voedselzekerheid?