4 april 2017
Haat in Palestijnse schoolboeken
Kamervragen over lesboeken Palestijnen
Het verheerlijken van het martelaarschap, het beeld dat alle Israëliërs slecht zijn, Israël heeft geen bestaansrecht: het is de lesstof voor Palestijnse kinderen.
De SGP stelde er vandaag Kamervragen over. VVD, PVV, CDA, ChristenUnie en Forum voor Democratie sloten zich hierbij aan.
Zo willen de partijen weten of Nederland of de EU de financiering of ontwikkeling van deze gevaarlijke lesstof steunt.
Van der Staaij: “Het haatzaaien in schoolboeken voor Palestijnse schooljeugd vind ik zorgelijk en gevaarlijk. De ontkenning van het bestaansrecht van de staat Israël en het wegzetten van Israëliërs als slechte allemaal mensen is een voedingsbodem voor radicalisering en terrorisme. Nederland moet hier krachtig afstand van nemen en in internationaal verband alle mogelijkheden aangrijpen om aan deze praktijken een einde te maken.”
Schriftelijke vragen van de leden Van der Staaij (SGP), De Roon (PVV), Baudet (FvD), Ten Broeke (VVD), Voordewind (ChristenUnie) en Knops (CDA) aan de minister van Buitenlandse Zaken over haatzaaien in Palestijnse schoolboeken
- Kent u het bericht “In schoolboeken is Jeruzalem ‘Palestijnse stad’”?[1]
- Kunt u bevestigen dat in Palestijnse schoolboeken beweert wordt dat Israël aan Palestina toebehoort, en dus geen legitiem bestaansrecht heeft, en dat alle Israëliërs slecht zijn, zodat deze lesboeken niet voldoen aan de UNESCO-standaarden voor vrede, tolerenatie en onpartijdigheid in het onderwijs?
- In hoeverre is er daadwerkelijk sprake van een trend van ‘radicalisering’ van lesmethoden?
- Hoe beoordeelt u de berichtgeving[2] dat Palestijnse schoolboeken, naast de ontkenning van het bestaansrecht van Israël, ook het martelaarschap zouden verheerlijken, waaronder van terroristen? In hoeverre wordt met dergelijke teksten in schoolboeken voor jonge kinderen een voedingsbodem gelegd voor terrorisme?
- Beaamt u dat de genoemde beweringen in lesmethoden, net als het negeren van de Joodse verworteling met het land, niet alleen de werkelijkheid geweld aandoen, maar bovendien bijdragen aan vijandigheid van Palestijnen jegens Israël en daarmee een directe bedreiging vormen voor het vredesproces tussen Israël en de Palestijnen?
- In hoeverre draagt Nederland, direct of indirect, in bilateraal, multilateraal of EU-verband, bij aan het financieren of op andere wijze mogelijk maken van dergelijke lesmethoden? Welke mogelijkheden heeft u om deze bijdragen te stoppen of ten minste op zodanige wijze te gebruiken dat er een beslissende trendbreuk ontstaat wat betreft de steeds radicalere inhoud van lesboeken?