16 mei 2013
Een vorstelijke taak
Koningin Beatrix is dus met pensioen, acht jaren nadat ze recht kreeg op haar AOW. Daarmee nam onze ex-Majesteit een royaal voorschot op de door haar zelf hoogstpersoonlijk ondertekende wet waarin de pensioengerechtigde leeftijd stapsgewijs wordt opgehoogd naar 67.
Nu is Beatrix natuurlijk niet het type om achter de geraniums, cactussen en primula’s van Huis ten Bosch of Drakensteyn te gaan zitten. Dus ze zal vast nog wel wat voor Nederland in petto hebben. Afwachten dus. Maar misschien mag ik haar een tip geven. Die vond ik in het boek Eenzaam maar niet alleen dat haar grootse grootmoeder koningin Wilhelmina schreef na haar abdicatie. Titel van het laatste hoofdstuk van dat vorstelijke boekje: “Wachtte mij nog een taak?”
Het antwoord gaf ‘de Willemien’ zelf. Een antwoord om stil van te worden. Van ganser hoop ik dat koningin Beatrix (want ze blijft natuurlijk toch een beetje koningin) dat getuigenis van haar oma zal mogen beamen en uitdragen.
Roeping
En wat was dan het antwoord van koningin Wilhelmina op de vraag wat haar nieuwe roeping was? Ik citeer: “Opeens werd ik aangeraakt door die liefde voor de ganse mensheid, welke uit Christus Zelf voortkomt. Van stonde af aan begreep ik daarin met mijn bescheiden kracht met Hem mee te moeten werken. (…)
‘Alle mensen brengen tot Christus’, van alle volken en rassen, zoals Christus dit bedoelt en de Zijnen bevolen heeft. Niet volgens een of ander patroon door mensen bedacht, doch een zuiver uitvoeren van Zijn opdracht. Het gaat hier om de opwekking tot levend geloof, waardoor een wezenlijke en persoonlijke binding met Christus kan ontstaan.
Er ligt een vacuüm, een God-kwijt-zijn achter de veelheid van verontrustende verschijnselen die we waarnemen. Dientengevolge: een handelen zonder zich te storen aan de hoge leiding. Hetgeen een tenhemelschreiende geestelijke nood veroorzaakt. Het is te midden van dat vacuüm dat ik mij bewust werd dat Christus mij tewerkstelde.
Men hoort vaak beweren dat de christelijke geloofswaarheid slechts één is uit de rij der godsdiensten en geestesstromingen. Het christendom is echter geen godsdienst in de gewone zin van het woord. Waar de andere godsdiensten een leer nastreven die alles beheerst, is Christus Zelf zonder meer de Weg, de Waarheid en het Leven. Hij is de vervulling van wat de andere godsdiensten nastreven. Het hoogste antwoord op de diepste vragen. (…)
Nicea zegt: God uit God, Licht uit Licht…. Van hetzelfde Wezen met de Vader, door Wien alle dingen gemaakt zijn. Deze spreekt tot ons: ‘Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven, niemand komt tot de Vader dan door Mij.’ Is er afdoender en positiever antwoord denkbaar op de vragen die bij velen rijzen over de ‘onzienlijke dingen’, zoals Nicea zich uitdrukt? Hier is geen mogelijkheid gelaten voor vaagheid en onbestemdheid of aarzeling. Hier kan alleen sprake zijn van een in letterlijke zin begrijpen WIE de Weg, de Waarheid en het Leven is. Van het feit dat de geheel enige weg tot de Vader loopt over Christus.”
En dan eindigt koningin Wilhelmina met een waarlijk majestueus slot:
“Lezer, wat hier vooraf ging, komt op ieder van ons persoonlijk af en plaatst ons allen voor de vraag of we bereid zijn het heil, dat Christus ons biedt, te aanvaarden en of we ons willen voegen naar Gods Vaderlijke ordening. (…) Of verkiest gij eigen begeerten na te streven, in eigen kortzichtigheid paden te betreden en plannen te beramen welke onverenigbaar zijn met Gods bestel? (...) Deze zullen, na veel onheil te hebben aangericht, uiteindelijk luchtkastelen blijken te zijn. Ja, erger nog, de gevangenschap van onze tijd bij de machten der duisternis voortzetten.
Ik bid, dat Christus’ blijdschap over Zijn hele mensheid kome en haar blijdschap in Hem vervuld worde. Hij staat aan de deur van haar hart en klopt. Indien zij Zijn stem hoort en de deur opendoet, zal Hij tot haar ingaan.”
Laat de paleisdeuren maar opengaan…
Menno de Bruyne