20 juni 2013
Ziek en op zoek
De westerse mens is de weg kwijt. Tomtom en Google Maps kunnen dat euvel niet verhelpen. We hebben een schat aan informatie beschikbaar. Vaak binnen handbereik met behulp van ipad of smartphone. Toch weten we niet waar we het moeten zoeken. Het lijkt erop dat we onszelf zijn voorbijgelopen.
Ruim twintig jaar terug was de opinie over de westerse samenleving veel optimistischer. In de nasleep van de val van de Berlijnse Muur voorzag de Amerikaanse filosoof Fukuyama het einde van de geschiedenis. Geen ideologische strijd meer, want het liberalisme gaat overal de toon zetten. Heel de wereld zou zich gaan aanpassen aan onze maatschappij, want de westerse samenleving verenigde het beste van alle werelden.
Tegenwoordig luidt de diagnose steeds vaker dat de westerse samenleving ziek is. Bij steeds meer mensen, vooral in steden, is er sprake van problematische gevoelens van eenzaamheid. In plaats van ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’ bracht de verlichting ons ‘vrijheid, gelijkheid en eenzaamheid’, aldus de socioloog Hofstede in de jaren 1980.
Werd Fukuyama te optimistisch bevonden, Hofstede was wat al te somber, te veel een doemdenker, vonden velen indertijd. Want aan de individualisering zaten toch heel mooie, aantrekkelijke kanten. Mensen konden veel meer zichzelf zijn en hoefden zich niet langer opgesloten te voelen in allerlei knellende kaders van familie, tradities en gemeenschappen. Onder het motto ‘ik ben de maat van alle dingen’ wordt de mens maakbaar. Ieder ontwerpt z’n eigen biografie. De keerzijde is dat diezelfde mens ook helemaal alleen verantwoordelijk is voor zijn eigen lot. Naast eenzaamheid veroorzaakt dat in onze prestatiesamenleving ook veel stress. Niet het minst door de torenhoge verwachtingen die je waar moet zien te maken. Als je niet je kansen benut en niet weet te slagen in het leven, ben je een ‘loser’. Eigen schuld, dikke bult. Is het vreemd dat (volgens een onderzoek in 2011) één op de zes Nederlanders waarschijnlijk te maken krijgt met een depressie?
Familiebanden doen de kans op een depressie slinken. Maar die traditionele verbanden, zoals het gezin en de uitgebreidere familie, gaan juist teloor. Het wordt hoog tijd om het streven naar individuele onafhankelijkheid te relativeren en meer waarde toe te kennen aan het belang van een hechtere familiebanden. De gewoonte om voor je naasten te zorgen als ze hulp nodig hebben, is niet ouderwets of achterhaald. Integendeel. Zij wint meer aan betekenis en belang nu de verzorgingsstaat onbetaalbaar blijkt. Die onbetaalbaarheid kwam vooral doordat wij met z’n allen dachten dat we altijd ons recht op zorg konden laten gelden. Maar we vergaten de daarbij behorende verantwoordelijkheid op te brengen om preventieve maatregelen te nemen die ons beroep op de overheid zo klein mogelijk maakt. De wal keert nu het schip. En dat gaat gepaard met schuren, kraken en piepen.
Het kabinet Rutte kijkt de andere kant op, ziet de wijde zee en denkt dat de wal nog heel ver weg is. Lees de nota van Bussemaker erop na. Zij vindt dat iedereen aan een betaalde baan moet geloven - niet slechts jan en alleman, maar ook froukje en allevrouw. Want het is belangrijk dat mensen niet afhankelijk van elkaar zijn, maar in financiële zin op eigen benen kunnen staan. De ziekte van onze westerse samenleving toont zonneklaar dat je dan als mens nog lang niet ‘onafhankelijk’ bent. Door de eenzijdige focus op het financiële en materiële, schuiven morele waarden naar het tweede plan. Zo hollen we de moraal verder uit in plaats van die te versterken en mensen ervan te overtuigen dat dienstbaarheid aan een ander waardevol is. En dat tevredenheid een mens gelukkiger maakt dan de rusteloze jacht naar meer.
De westerse mens is het morele kompas kwijt. Want de hoogste waarden voor het leven en samenleven komen van de andere kant. Van Christus, die ons opdraagt: ‘Neem mijn juk op u, want mijn last is licht en mijn juk is zacht.’ Een heilzaam woord van de Goede Herder voor zoekende mensen in een zieke maatschappij.
Drs. J.A. Schippers
Directeur van de Guido de Brès-Stichting, het Wetenschappelijk Instituut voor de SGP
Bron: Reformatorisch Dagblad