6 maart 2015

Wat nut u de provincie?

Heeft u het affiche van de Socialistische Partij al gezien? Een rooie tomaat met daarboven de leus: Reken Af! Bedacht door Jan Marijnissen. Maar met wie valt er wat af te rekenen op 18 maart? Met het kabinet-Rutte II, suggereert de SP. En daarmee zet zij de kiezer finaal op het verkeerde been. Want de leden van de Provinciale Staten die wij Deo volente met z’n allen verkiezen, kúnnen het kabinet helemaal niet naar huis sturen. En als de provinciale politici eind mei de leden van de Eerste Kamer kiezen, dan geldt nog steeds de staatsrechtelijke regel dat de regering stevig in het zadel zit zolang zij het vertrouwen van een meerderheid in de Tweede Kamer geniet. Ook al vind ik Jan Marijnissen een sympathieke man, toch zeg ik: reken af met dit soort misleiding door de SP.

Maar als er op 18 maart niet met het zittende kabinet afgerekend kan worden, waarom zou je dan gaan stemmen? Want het nut van de provincies is velen niet duidelijk. En van de waterschappen merk je helemaal niets, behalve de jaarlijkse aanslag voor de waterschapsbelasting.

Waterschappen

Voordat waterschapbestuurders ontmoedigd raken: eigenlijk is het een reuzencompliment. Blijkbaar functioneren de waterschappen prima. Geen politiek gedoe, geen bestuurlijk gespetter. Waterschapbestuurders doen in stilte hun zinvolle werk. Met resultaat. Droge voeten in combinatie met schoon en voldoende water. Voor wie het niet wist: waterschappen zijn de oudste vorm van gekozen bestuur in ons land. Ze kunnen bogen op een historie van zo’n tien eeuwen. Ook al staat hun zelfstandigheid in Nederland regelmatig ter discussie, als ze vandaag niet zouden bestaan, moet je ze morgen oprichten. Zeker in een land waarvan een groot deel onder de zeespiegel ligt. Zeg ik dat? Nee, dat stelde onlangs de OESO, een gerespecteerde internationale organisatie. Horen we het ook eens van een ander.

Provincies

De provinciebestuurders kunnen ook met gedegen historische argumenten aankomen. Want de provincies vormden de dragers van de soevereiniteit van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Het hertogdom Gelre voorop, daarna de graafschappen Holland en Zeeland, vervolgens de heerlijkheden Friesland, Utrecht, Overijssel (met Drenthe) en Groningen. In 1648 gecompleteerd met Staats-Brabant, Staats-Limburg en Staats-Vlaanderen. Conclusie: zonder provincies zou Nederland niet eens op de wereldkaart staan.

In de dagen van Napoleon werd ons land herdoopt tot Bataafsche Republiek. Revolutionaire patriotten hebben toen de provincies kortstondig van de kaart geveegd. Inspiratie daarvoor ontleenden zij aan Frankrijk, waar men na de Revolutie van 1789 ook het verleden wilde uitwissen door historische hertogdommen en graafschappen in te ruilen voor zielloze departementen. Na 1813 werden onze oude provinciale grenzen ijlings weer in ere hersteld, al kregen de provincies minder zelfstandigheid dan voorheen.

In de 20e eeuw werden vooral van linkse zijde plannen geopperd om provincies ‘met de Franse slag’ op te heffen of om te vormen. In de jaren zeventig circuleerden voorstellen om Nederland op te delen in 24 miniprovincies of 44 bestuursrayons. Het idee van minister Plasterk voor vijf landsdelen past in een reeks technocratische pogingen, waarvoor de standaardargumentatie luidt dat de provincies in huidige vorm ‘niet berekend zijn op hun taken’ of ‘niet meer van deze tijd’ zijn.

Het nut der democratie

Dat schaalvergroting per definitie leidt tot meer slagkracht en doelmatiger bestuur, berust op kortzichtig economistisch denken. In dit van vette oogkleppen voorziene denkraam past ook de vraag: welk nut heeft de provincie? Wat levert het op? Als iemand met deze vraag de parlementaire democratie in ons land gaat evalueren, ontkomt ’ie niet aan de slotsom om alle verkiezingen af te schaffen en over te gaan op de dictatuur van het centralisme. Met Pechtold als president in Putinstijl (dan ‘mag’ je zeven dagen per week werken) of Willem IV als zonnekoning (dan ‘moet’ iedereen naar een sportclub). Niet vergeten om alle politieke ambtsdragers naar huis te sturen, want dan is efficiënt besturen echt mogelijk. Dat is pas afrekenen!

Van miniprovincie tot superprovincie, van gewest tot bestuursrayon – onze provincies hebben alle vermaledijde aanslagen doorstaan. Wat mij betreft, gaan ze vooral door met het behartigen van de taken die te groot zijn voor het servet van de gemeente en te klein voor het tafellaken der rijksoverheid. Afrekenen? Het wordt hoog tijd om de provincies op hun waarde te schatten!

Drs. Jan Schippers – directeur van het wetenschappelijk instituut voor de SGP en lijstduwer in Zuid-Holland