10 december 2020
“Vriendelijk ontmaskeren en vriendelijk terechtwijzen”
Zorgen in de politiek over omgangsvormen in de samenleving, en suggesties voor een remedie.
Een interview met P. Schalk, lid van de Eerste Kamer voor de SGP.
Krachttermen in het parlement, scheldkanonnades op sociale media, stevige protesten op het Malieveld, geweld tegen hulpverleners… Zijn de omgangsvormen in ons land de laatste jaren schrikbarend verruwd of is er ‘niets nieuws onder de zon?
'Helaas merk ik op alle fronten dat er een verharding en verruwing plaatsvindt. Daar zijn meerdere oorzaken voor aan te wijze. Misschien is wel de belangrijkste daarvan de toegenomen mondigheid. We leven in een samenleving waarin iedereen zijn mening mag zeggen. Dat is een groot goed. Maar dat wordt soms wel ver doorgevoerd. Zeker ook als andere waarden daardoor op een lager plan komen te staan. Denk aan respect voor elkaar als er zonder oog voor het effect van je woorden gesproken wordt. Of denk aan gezagsverhoudingen, als een leerling gewoon zijn mening mag zeggen zonder het verschuldigde respect voor zijn docent. En wat te denken van de waarde van geduld, als we elkaar niet uit laten praten. Van gehoorzamen, als onze mening gesteld wordt boven de afgesproken of vastgestelde regels. Of van liefde, als deze in woorden en daden bezig is te verkouden. De Bijbel roept ons op om onze mening te geven op een wijze die gekenmerkt wordt door ‘aangenaamheid en met zout besprengd’.
'Helaas merk ik op alle fronten dat er een verharding en verruwing plaatsvindt. Daar zijn meerdere oorzaken voor aan te wijze. Misschien is wel de belangrijkste daarvan de toegenomen mondigheid.'
Welke invloed heeft de coronapandemie op de manier waarop we elkaar bejegenen?
De harde en scherpe bejegening van anderen lijkt nog versterkt te zijn door de corona-pandemie. De strijd tegen het virus heeft een eerste lockdown teweeggebracht. Daar is men, ook in Nederland, in meegegaan. Maar op het moment dat we uit die eerste lockdown terugkwamen in het maatschappelijk leven bleek dat er lontjes extra kort waren geworden. Felle reacties, heftige protesten, ongenuanceerde uitingen zijn aan de orde van de dag. Nu mag ik dienen in de Eerste Kamer, vanouds een Kamer van reflectie met veel oog voor stijl en hoffelijkheid. Maar zelfs in de Eerste Kamer merk je de spanning die er uit moet, soms in woord en gebaar. Dat heeft wellicht ook te maken met scherpere tegenstelling of profileringsdrang. We spreken elkaar daar wel op aan. Meestal in de wandelgangen, maar als het moet ook in het plenaire debat!'
Welke positieve ontwikkelingen ziet u als het gaat om omgangsvormen, wellicht ook puttend uit persoonlijke ervaringen?
'Dat is een moeilijke vraag. Positief is dat het vrij uiten van je mening ook gebruikt kan worden om elkaar gemakkelijker dan vroeger op te roepen tot verdraagzaamheid, of tot correct taalgebruik, of tot respect voor de ander. In die zin zijn de discussies over de vrijheid van meningsuiting ook wel weer een spiegel. Als de vrijheid van meningsuiting wordt gebruikt als een recht om te kwetsen, dan heeft dat twee gevolgen. Het eerste gevolg is de negatieve, namelijk vanuit de gedachte dat je dan zelf ook wel harde woorden mag gebruiken. Het tweede gevolg kan zijn dat de schade die aangericht wordt door fout gebruik ons ertoe brengt om zorgvuldiger en voorzichtiger te worden. Waarbij ik aanteken dat voorzichtigheid nog steeds kan leiden tot grote duidelijkheid. Sterker nog, de ervaring leert dat de argumenten van hen die zichzelf overwinnen door beleefd en zorgvuldig te communiceren vaak sterker overkomen en langer blijven hangen.'
Hoe kunnen juist christenen respect, fatsoen en beleefdheid bevorderen? Verwacht u veel van gezinnen, kerken en maatschappelijke organisaties, of kijkt u toch vooral naar politiek beleid en regulering van bijvoorbeeld sociale media?
'Eigenlijk heeft iedereen allereerst een eigen persoonlijke verantwoordelijkheid als het gaat om respect, fatsoen en beleefdheid. Over al onze woorden en daden moeten we immers verantwoording afleggen. Dat betekent niet dat je geen diepgaande verschillen van mening kunt hebben, zakelijk of persoonlijk. Maar dat vraagt wel om in die gevallen te zoeken naar de juiste woorden. De apostel Jakobus wijst erop dat de tong een gevaarlijk lid is. Er is genade voor nodig om die in bedwang te houden. Natuurlijk is er ook een bredere verantwoordelijkheid. De kerken hebben als taak om christenen te wijzen op hun houding. Het God liefhebben boven alles en de naaste als jezelf vraagt ook om de christelijke waarden inhoud te geven. Maatschappelijke organisaties kunnen laten zien op welke wijze protest wordt aangetekend. Gaat dat met de botte bijl, of met tact? Ook in het politieke bedrijf zullen we er rekening mee moeten houden dat ons doen en laten gezien wordt als voorbeeld. Politici zijn voor heel veel kiezers ook identificatiefiguren. Als de leider zich misdraagt met harde taal, dan zijn de volgelingen vaak ook geneigd om hetzelfde te doen.'
'De apostel Jakobus wijst erop dat de tong een gevaarlijk lid is. Er is genade voor nodig om die in bedwang te houden.'
Welke boodschap draagt u in de Eerste Kamer uit om goede omgangsvormen onder jeugd en volwassenen te bevorderen? Wat wilt u jonge mensen, maar ook de samenleving als geheel, concreet meegeven als senator én oud-leerkracht?
'Het werk van de Eerste Kamer is voor een deel achter de schermen. Maar het plenaire debat is openbaar en wordt integraal uitgezonden. Iedereen kan meekijken. En zelfs als dat niet zou kunnen, dan is nog mijn houding die van hoffelijkheid en vriendelijkheid. Zelfs als ik het fundamenteel oneens ben met senatoren van andere partijen, dan zal ik ze nog steeds in zorgvuldig gekozen bewoordingen aanspreken. Daarbij hoort ook het vriendelijk ontmaskeren van verkeerde denkbeelden, en het vriendelijk terechtwijzen als iemand uit de bocht vliegt. Maar daar hoort ook bij dat je vervolgens in de wandelgangen de relatie in stand houdt. Als ik een boodschap op dit terrein mag meegeven, dan vooral een Bijbelse boodschap uit Filippensen 4: 8, waarin we worden opgeroepen om te handelen vanuit het zoeken naar ‘al wat waarachtig is, al wat eerlijk is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat liefelijk is, al wat wel luidt’. Dat geldt ook voor onze woorden!
_______________________________________________________________________________________
Dit artikel verscheen in Zicht 2020-4, Omgangsvormen. Benieuwd naar de hele editie? Binnenkort beschikbaar in onze webshop!