13 november 2020

Stop met taboes rondom abortus

Door: Jan Schippers, directeur Wetenschappelijk Instituut voor de SGP

 

Misschien wrijft u als lezer uw ogen uit bij het lezen van deze titel. Want tja, voorstanders van het recht op abortus willen niets liever dan het taboe op abortus, dat kerken en christenen in stand willen houden, snel opruimen.

De hoofdstroom van de maatschappij lijkt vandaag de dag het taboe op het doden van een mensenleven in de moederschoot gepasseerd. Maar denk nu niet dat er rondom abortus geen taboes meer zouden bestaan. Integendeel.

Taboe 1: vrijheid

Legalisering van abortus zou leiden tot een grotere vrijheid van burgers, met name van vrouwen. Maar is die vrijheid voor de samenleving als geheel ook groter geworden? Nee. De vrijheid van geweten wordt gebruuskeerd, als blijkt dat sollicitanten met gewetensbezwaar tegen het uitvoeren van abortus een baan in een ziekenhuis wordt geweigerd. Verder wordt de vrijheid van meningsuiting en demonstratie beperkt voor pro-life-demonstranten, ook als ze niet agressief zijn, maar bijvoorbeeld gaan bidden bij een abortuskliniek of vrouwen alternatieve hulp aanbieden.

Taboe 2: pressie

Abortus is een keuzerecht van de vrouw, bezweren voorstanders. Zij moet zelf over haar eigen leven kunnen beslissen. Daar mag niemand zich mee bemoeien. Kom daarom ook niet aan met onderzoeken die laten zien dat tot wel 75 procent van de vrouwen die een abortus onderging, verklaart dat zij daartoe aangezet of geprest werden. Soms is de eer van de familie in het geding. En weegt die zwaarder dan een pril mensenleven?

Taboe 3: meisjes slachtoffer

De (feministische) vrouwen die fanatiek vóór abortus pleiten, willen er niet aan dat zij daarmee vooral meisjes schaden. Abortus werkt ongelijkheid in de hand of versterkt deze. Want de feiten wijzen uit dat er wordt geaborteerd op basis van geslacht. Een ongeboren meisje loopt een hoger risico om geaborteerd te worden dan een ongeboren jongetje. Dat moet je als vrouw toch ècht niet willen?

Taboe 4: gezondheid

Voorstanders rekenen abortus tot de seksuele en reproductieve gezondheidsrechten. Een misleidende term. Abortus heeft weinig van doen met ‘reproductie’. Ook is abortus lang niet zo onschadelijk of vrij van risico’s en pijn, als wel wordt gesuggereerd. Een vrouw die een abortus heeft ondergaan, loopt een hoger risico op een slechtere gezondheid, miskramen, verslaving, sterfte of suïcide. In Nederland kampen tussen de 5000 en 10.000 vrouwen jaarlijks met post-abortus problematiek, in lichtere of zwaardere vorm. Voor deze nood is vrijwel geen publieke aandacht, want het openlijk benoemen ervan tast het recht van de vrouw op abortus aan.

Taboe 5: weloverwogen

Bij voorstanders ligt de term ‘weloverwogen keuze’ voor in de mond. Abortus een moord noemen? Ongepast en veroordelend! Maar bij een abortus besluit het ene individu (de aanstaande moeder) ertoe om een ander individu (een nog niet geboren kindje) het leven te ontnemen. Bij nogal wat onbedoeld zwangere vrouwen zijn verzachtende omstandigheden aan te voeren, omdat ze in paniek zijn, de verwekker (aanstaande vader) zijn kind niet wil, is weggelopen, er geen huisvesting is of gebrek aan geld, et cetera. Niettegenstaande deze stressvolle toestanden, blijven voorstanders volhouden dat abortus een weloverwogen keuze is. Maar daarmee schieten zij zichzelf in de voet. Want als het doden van leven in de moederschoot berust op een weloverwogen besluit, dan is het logische gevolg dat deze daad in juridische zin kwalificeert als ‘first degree murder’.

Taboe 6: geweld

In de media is ruim aandacht gegeven aan prolife-demonstranten die in de buurt van een abortuskliniek hun zorgen uiten, opkomen voor het recht op leven en pleiten voor hulp aan de moeder en het kind. Hun optreden wordt intimiderend agressief of gewelddadig genoemd. Geweld op straat, buiten de kliniek.

Hoe anders is de taal en woordkeuze in de abortuskliniek. Die verbloemt de realiteit. Een menselijk embryo wordt bijvoorbeeld een klompje cellen of vruchtweefsel genoemd. Dat vergemakkelijkt misschien de beslissing om tot een abortus over te gaan. Maar het maskeert dat er sprake is van een ongeboren mensenleven dat in de kiem wordt gesmoord.

Toen justitieminister Van Agt bij de rel rondom de Bloemenhovekliniek sprak over ‘het kraken van kinderhoofdjes’ was het land te klein. Maar met zijn ruwe, plastische manier van uitdrukken legde hij  de vinger op de zere plek: het echte geweld vindt plaats in de abortuskliniek. Dat geweld wordt echter zorgvuldig afgeschermd. Het is taboe.

Taboe 7: preventie

Onderzoek in andere Europese landen laat zien dat de belangrijkste oorzaken voor een abortus liggen in de emotionele instabiliteit van de aanstaande moeder, haar sociaal (economische) kwetsbaarheid en wanneer er sprake is van een verbroken relatie of scheiding. Zou dat in Nederland anders zijn? Ruim een derde van de abortussen wordt uitgevoerd bij een vrouw die al eerder een abortus heeft ondergaan. Wie de huidige abortuspraktijk op zich in laat werken, komt tot de conclusie dat het gaat om een sociaal, maatschappelijk en volksgezondheidsprobleem dat vraagt om een preventief beleid. Het voorkómen van een abortus zou daarom speerpunt van het beleid moeten zijn. Er zijn voorstanders van abortus die dit inzien. Hopelijk zijn er ook voorvechters van het recht op abortus die uit hun loopgraaf komen.

Slot: een taboe heeft zin

Progressieven willen graag alle taboes opruimen. Het effect is tegendraads. Negatieve gevolgen van abortus worden ontkend of verdrongen. Het zou van meer realiteitszin getuigen door te erkennen dat God het gebod ‘Gij zult niet doden’ niet gaf om de menselijke vrijheid te beperken, maar om het goede leven en samenleven mogelijk te maken.

Deze bijdrage is verschenen in de Banier, november 2020.