24 november 2014
Reformatie of revolutie
Reformatie of revolutie?
In Frankrijk bloeide de Reformatie in de zestiende eeuw. Maar niet tot genoegen van de machthebbers. Honderd jaar lang werden Franse protestanten vervolgd, verdrukt, vermoord of verjaagd. De Franse koning, gesteund door adel en geestelijkheid, wenste geen reformatie. Een eeuw later kregen hun nazaten de rekening gepresenteerd. In 1789 vond een ingrijpende en bloedige Revolutie plaats. Alles moest radicaal anders. Wie niet mee wilde veranderen, wachtte de guillotine. Zo werd in de Vendée een kwart van de bevolking uitgemoord, omdat ze hechtte aan tradities.
Sinds ‘la Révolution’ lijkt het wel of veranderingen in Frankrijk alleen kunnen plaatsvinden als ze radicaal en grotesk zijn. Stapsgewijs reformeren is moeilijk, zo niet onmogelijk. Als de Franse regering de moed heeft om noodzakelijke, maar impopulaire maatregelen voor te stellen, wordt zij geconfronteerd met protestacties. Vrachtwagenchauffeurs blokkeren kruisingen, boeren dumpen drijfmest bij overheidsgebouwen op de stoep, machinisten en chauffeurs laten treinen en bussen stilstaan en studenten bezetten scholen en universiteitsgebouwen. De media doen hier vervolgens uitgebreid verslag van waardoor het protest groter lijkt dan het is. Politici zien zich genoodzaakt water bij de wijn te doen of hun voorstellen in te trekken. Kortom: hervormen in Frankrijk is onbegonnen werk. Met dank aan de Revolutie.
Maar wie zou er ondanks dit niet in Frankrijk willen wonen? Het land trekt niet voor niets de meeste toeristen aan. Het landschap is er vaak bijzonder schoon. De autoroutes liggen er prachtig bij en de spoorwegen functioneren prima. Werknemers hebben recht op 36 vakantiedagen per jaar. Je kunt er rond je 60ste met pensioen. Gratis gezondheidszorg van een goede kwaliteit en genereuze sociale uitkeringen. Het Franse fiscale klimaat is voor gezinnen met opgroeiende kinderen veel gunstiger dan in Nederland.
Voordat u overhaast de koffers pakt om te emigreren: de zonnige zijde van het leven in Frankrijk heeft ook z’n schaduwkanten. Economie en samenleving kampen met hardnekkige problemen, zoals bijvoorbeeld een hoge werkloosheid, hoge belastingen (met name voor ondernemers), een staatsschuld van 95% bbp, een omvangrijke bureaucratie met maar liefst zes bestuurslagen en matige voorzieningen op het platteland.
Door de grote invloed van de Franse overheid op economie en samenleving bleven de gevolgen van de financiële crisis in 2008 en 2009 vrij beperkt. Maar in de daarop volgende jaren bleek de Franse staat niet langer de problemen het hoofd te kunnen bieden. De open economie sneed deze route af. President Sarkozy wist zich geen raad met de situatie. Bij de verkiezingen werd hij verslagen door z’n rivaal Hollande die de kiezers verandering beloofde. Een belofte die hij volstrekt niet kon inlossen. Want veranderen is in het moderne Frankrijk schier onmogelijk.
De meeste Franse politici willen daarom het liefst op de oude voet voortgaan. Het recept: ‘investeren’ om de economische groei aan te wakkeren en de werkloosheid te bestrijden. Maar de Europese Commissie en het IMF willen dat Frankrijk eerst zijn begroting op orde brengt. Bijgevolg zit de Franse regering klem. Zij moet gaan korten op de overheidsuitgaven, de sociale zekerheid minder genereus maken, de torenhoge staatsschuld aflossen, het aantal ambtenaren drastisch verminderen èn tegelijk de kiezers te vriend houden. Want met zes bestuurslagen en in totaal 36.000 bestuursorganen zijn er altijd wel verkiezingen in aantocht. En zo heerst er een verlammende immobiliteit op alle fronten.
Intussen dringt de tijd. Verschillende landen in de eurozone laten tekenen van economisch herstel zien. De Franse economie vertoont daarentegen nog steeds symptomen van amechtigheid. Het concurrentievermogen loopt terug en de effecten daarvan worden pijnlijker naarmate de economie in Spanje, Duitsland, de Benelux en het Verenigd Koninkrijk verder uit het dal kruipt. Franse socialisten die hard roepen dat strakke begrotingsregels en straffe bezuinigingen het economisch herstel frustreren, vergeten luchthartig en lichtzinnig dat Frankijk de afgelopen vijfentwintig jaar geen enkele economische hervorming van enige betekenis heeft doorgevoerd.
Fransen zouden uit hun eigen geschiedenis de les moeten trekken dat je door een reformatie halsstarrig te blokkeren, een revolutie uitlokt. Misschien is een revolutie de enige optie die Frankrijk nog rest. De gevolgen daarvan zullen aan de andere Europese landen niet voorbijgaan. L’ histoire se repète.
Gepubliceerd in: Reformatorisch Dagblad, 19 november 2014.