30 juli 2013
Israelische producten
Deze week diende zich een nieuwe zomerkomkommer aan in de media. En zowaar, het ging weer eens over Israël. Heel specifiek: over producten uit Joodse nederzettingen in betwist gebied. PvdA-minister Frans Timmermans wil maar wat graag de puntjes op de i zetten. Ter bevordering van de vrede, zo heet het. Via Catherine Ashton, ‘chef buitenland’ van de Europese Unie (EU), lijkt hij dit ook voor elkaar te krijgen. Op hoge poten eist zij dat op het etiket van elk exportproduct uit Israël precies staat waar het is geproduceerd. ‘Made in Israel’ volstaat niet. Waarom? De oneliner van minister Timmermans spreekt boekdelen: ‘Het is doodsimpel, de nederzettingen liggen niet in Israël.’
Doodsimpel? Huh? Een dodelijke versimpeling van de werkelijkheid!
Allereerst weet de minister zeer wel dat de oostgrens van de staat Israël tot op heden niet is vastgelegd. De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft in resolutie 242 bepaald dat Israël recht heeft op veilige en erkende grenzen. Verder stelt deze resolutie dat de precieze grens via onderhandelingen tussen Israël en de Palestijnen moet worden bepaald. Maar zonder de uitkomst van deze onderhandelingen af te wachten, lijken Timmermans en de EU al te weten waar die grens moet komen te liggen. Op de zogenoemde ‘Groene Lijn’ van de wapenstilstand in 1949. Onmiddellijk protesteerde Israëls minister-president Netanyahu tegen dit EU-dictaat. Terwijl de EU iedere keer op hoge toon Israël de les leest om zich aan het internationaal recht te houden, treedt de EU dat recht nu zelf met voeten.
Daar komt bij dat de EU-benadering de gewenste vrede geen stap dichterbij brengt. Integendeel. Tot op heden willen de Palestijnen geen vrede met Israël sluiten. Yasser Arafat weigerde in 1993 bijvoorbeeld de Oslo-akkoorden te ondertekenen. Daarvoor bestaat bij de Europese Unie alle begrip van de wereld. Voor het mislukken van vrede krijgt Israël telkens de zwarte piet toegespeeld. Wanneer de EU en de Nederlandse regering vrede tussen Joden en Palestijnen ècht dichterbij willen brengen, dan is het zeer onverstandig om Israël vast te pinnen op de Groene Lijn uit 1949. Je geeft daarmee de Palestijnen alle ruimte om achterover te gaan leunen. Ze weten dat Israël deze grenslijn niet kan accepteren, omdat hiermee de veiligheid van de Joodse staat in het geding is.
Waar Timmermans en de EU hoogst lichtvaardig aan voorbijgaan is het feit dat reeds vóór 1948 er sprake is van Joodse bewoners op de Westelijke Jordaanoever. Na de onafhankelijkheidsoorlog heeft Jordanië de Westelijke Jordaanoever in 1950 geannexeerd. Vervolgens zijn alle Joden uit dit gebied verjaagd of vermoord. Tijdens de Zesdaagse oorlog in 1967 wist Israël de Westelijke Jordaanoever op Jordanië te veroveren. Israël verjoeg of vermoordde overigens niet de Arabieren uit dit gebied. Dit historische feit komt natuurlijk niet in de EU-kraam te pas. Ook wil men beslist niet inzien dat de presentie van Joodse nederzettingen op de Westbank na 1967 niet wezenlijk anders is dan de situatie van voor 1948. Zijn de Joodse nederzettingen allemaal illegaal? Het is eerder moreel laakbaar dat de Nederlandse regering bij monde van een PvdA-minister het streven steunt om de Westelijke Jordaanoever ‘Judenrein’ te maken.
Hoofdreden waarom Israël de Westelijke Jordaanoever in beheer heeft genomen is dat het land zich zo veel beter kan verdedigen tegen de agressie van de omringende Arabische volkeren. Israël is bereid tot militaire terugtrekking uit dit gebied, mits zijn bestaansrecht wordt erkend en de veiligheid van de eigen bevolking is gegarandeerd. Bestaat er reden om te twijfelen aan de bereidheid van Israël om land op te geven in ruil voor duurzame vrede? Nee. In 1978, bij het Camp Davidakkoord, gaf Israël de Sinaïwoestijn terug aan Egypte in ruil voor de erkenning van het bestaansrecht van de Joodse staat Israël door Egypte. Is er reden om te twijfelen aan de bereidheid van de Palestijnen om het bestaansrecht van de Joodse staat Israël te erkennen. Ja, helaas wel. Wenst de EU serieus een tweestatenoplossing te realiseren, dan moet zij eerst bij de Palestijnen peilen of zij werkelijk bereid zijn tot een ondubbelzinnige erkenning van Israëls bestaansrecht. Tot op heden koersen zij aan op een andere ‘oplossing’: een Arabische of islamitische staat en vervolgens alle Joden uit het gebied ten westen van de Jordaan verdrijven.
Timmermans, Ashton en al die andere boycotbepleiters zouden zich eens de vraag moeten stellen of een opgelegde vrede duurzaam kan zijn. Met alleen druk van buitenaf breng je geen vrede tot stand. Wil vrede duurzaam zijn, dan moet zij van onderop komen, bijvoorbeeld doordat Joden en Palestijnen meer gaan samenwerken. De Europese Unie is zelf een voorbeeld van vrede door economische samenwerking. Waarom prijst de EU dit ‘samenwerkingsmodel’ niet aan bij Palestijnen en Joden? Tussen 1967 en 1993 was er in de Westelijke Jordaanoever sprake van een imposante welvaartsstijging. De levensstandaard in dit gebied was begin jaren ’90 voor de Palestijnen hoger dan in de Arabische buurlanden. Zodra Arafat en zijn kompanen het beheer van de Westelijke Jordaanoever overnamen, ging het economisch rap bergafwaarts. Hij verbood Palestijnen om bij Joodse ondernemingen te werken of met Joden zaken te doen. Op grondtransacties met Joden staat zelfs de doodstraf. En intussen wordt de schuld van alle economische misère bij Israël gelegd. Doodsimpel, nietwaar Timmermans?
Een boycot van producten uit de nederzettingen verergert de economische neergang. De gevolgen daarvan zijn desastreus, vooral voor de duizenden Palestijnen die bij Israëlische bedrijven een betaalde baan hebben en zo hun gezinnen kunnen onderhouden. Veel Palestijnen hebben geen enkel vertrouwen in de Palestijnse Autoriteit, hun eigen corrupte overheid die maar liefst 50.000 ambtenaren in dienst heeft, de groei van commerciële banen belemmert en intussen aan terroristen in Israëlische gevangenissen maandelijks 2000 dollar uitbetaalt. Hoe is dat allemaal mogelijk? Mede dankzij de EU wordt de Palestijnse Autoriteit jaarlijks gespekt met 1,5 miljard dollar. Een astronomisch bedrag waaraan geen één voorwaarde ter bevordering van vrede met Israël is verbonden. Hoog tijd dat de Nederlandse belastingbetaler daartegen massaal protesteert.
Commissaris Ashton en minister Timmermans spelen met vuur. Er zit maar een flinterdunne wand tussen de oproep om producten uit Joodse nederzettingen te boycotten en de leus ‘Deutsche! Wehrt euch; kauft nicht bei Juden!’ Uit puur protest heeft mijn vrouw gisteren Israëlische aardappels gekocht. Bij een biologische winkel in hartje Rotterdam. Een goede zaak. Nederlanders, kom op! Koop Israëlische producten!
Jan Schippers, directeur Wetenschappelijk Instituut voor de SGP
Bron: www.novini.nl / www.refdag.nl