12 april 2013

Hervormingen nu nodig voor betere economie

Bezuinigen of hervormen, een tegenstelling? Daniel van Vuuren (Centraal Planbureau, programmaleider Sociale Zekerheid en Koopkracht) ziet dat anders. In een interview in Zicht, een uitgave van het wetenschappelijk instituut voor de SGP zegt hij: “Het is de kunst om zodanig te hervormen dat niet alleen wordt bespaard op de overheidsuitgaven, maar ook de economie beter gaat draaien. Het beperken van sociale zekerheidsuitgaven kan op term?n gunstig z?n voor de economische groei.”

 

Als voorbeeld noemt Van Vuuren dat er veel jongeren in de Wajong-regeling ‘geparkeerd’ staan, terw?l velen echt wel een zinvolle b?drage kunnen leveren aan de economie en de samenleving. “Ook de lange WW-duur die we in Nederland kennen, kan kritisch tegen het licht worden gehouden, al is de timing om dat middenin de crisis te doen ongelukkig,” aldus Van Vuuren.

 

Doorrekening verkiezingsprogramma’s ‘te grote klus’

In het interview stelt Daniel van Vuuren dat het Centraal Planbureau een tandje terug moet zetten en minder energie moet stoppen in de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s van politieke partijen. De klus is te groot voor het CPB en gaat ten koste van het personeel. Van Vuuren: “Het CPB is aan het krimpen en dan moet je niet meer werk willen doen. Dat gaat op den duur ofwel ten koste van de kwaliteit, ofwel ten koste van de mensen. Afgelopen jaar heb ik vooral het laatste gezien en dat wil ik liever niet nog een keer meemaken.” … „Enerz?ds voelt het CPB alom veel waardering voor de doorrekening, niet het laatst vanwege de disciplinerende werking die het heeft op politieke part?en. Maar aan de andere kant is het project eigenl?k te groot geworden voor het CPB en is misschien de t?d aangebroken om een tandje terug te zetten.”

 

Van iedere extra verdiende euro blijft minder dan de helft over

Daniel van Vuuren toont zich sceptisch over de wens van politici om veel zaken en regelingen inkomensafhankel?k te maken. “Uit het oogpunt van rechtvaardigheid l?kt dat redel?k. De gedachte die breed leeft, is dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen. Maar door heel veel dingen inkomensafhankel?k te maken, neemt de marginale druk wel toe. We kennen inmiddels de zorgtoeslag, de huurtoeslag, het kindgebonden budget en de inkomensafhankel?ke combinatiekorting. In het huidige regeerakkoord staat dat ook de algemene heffingskorting inkomensafhankel?k zal worden gemaakt. Daardoor neemt de marginale druk voor veel mensen toe en komt deze voor de meeste inkomensgroepen tussen de 50 en 60 procent te liggen. Op die st?ging van de marginale druk moeten we wel bedacht z?n. Het betekent concreet dat je b? een bruto jaarinkomen vanaf circa 22.500 euro je van iedere extra verdiende euro minder dan de helft overhoudt. Dat l?kt m? geen echte aanmoediging om meer uren te gaan werken.”

 

Van Lienden (G500): demografische paddenstoel groot probleem, dus nú hervormen

Redacteur Jan Mark ten Hove interviewde Sywert van Lienden, de initiatiefnemer van de politieke jongerenbeweging G500. Van Lienden wil nú hervormen: „De economische crisis en het hervormen van de welvaartsstaat worden m?ns inziens teveel op één hoop gegooid. Hét probleem van de verzorgingsstaat is niet in de eerste plaats de crisis, maar de demografische ontwikkelingen. De demografische paddenstoel baart m? zorgen. We hebben nu al erg veel ouderen en de komende tien, v?ftien jaar pensioneren nog een groot aantal babyboomers. Als de politiek wil hervormen moet dat nu. Anders zitten we straks met miljoenen mensen die pensioenuitkeringen ontvangen en enorm veel zorgkosten maken. De crisis toont juist de urgentie van hervormingen aan.” Van Lienden vindt ook dat de politiek kan wel wat principes, waarden en moraal gebruiken. “K?k naar alle plannen rondom arbeidsmarkt, woningmarkt en pensioenen. Het ontbreken van een onderliggend fundament verklaart het gebrek aan visie van het kabinet.”

 

“Quotum van 5% arbeidsgehandicapten gaat niet werken”

Klaas van de Wetering (woordvoerder Nedco, Nieuwerkerk aan den IJssel – een bedrijf met ruim 25% arbeidsgehandicapten in dienst) heeft een duidelijke mening over het 5%-quotum in de voorgenomen Participatiewet. Deze regel zou ondernemingen en organisaties verplichten om tenminste 5 procent arbeidsgehandicapten in dienst te hebben. Van de Wetering is er stellig over: „Ik ben daar helemaal niet gelukkig mee. Denk eens terug aan de geflopte maatregel dat iedere organisatie een bepaald aandeel allochtonen in dienst moest hebben. Zoiets moet je als overheid niet opleggen, dat gaat niet werken. In de Participatiewet staat dat ondernemingen zes jaar de t?d kr?gen om hun organisatie aan te passen aan deze maatregel. Dat is natuurl?k de doodsteek voor de effectiviteit van zo’n wettel?ke bepaling. Iedereen denkt nu dat over zes jaar hoogstwaarsch?nl?k de wet weer gew?zigd is. Voorlopig gaat er dus niemand tot actie over.”

 

Overheid moet bewustwording bevorderen

Hoe kunnen politici en bestuurders dan de participatie van mensen met een arbeidsbeperking bevorderen? Van de Wetering: „Volgens m? staat of valt het met bewustwording b? ondernemers. Iedere ondernemer zou zich moeten afvragen waarom h? arbeidsgehandicapten in dienst neemt of waarom h? dat niet doet. Waar een wil is, is een weg. Ondernemers z?n creatief genoeg om combinaties te maken van arbeidsgehandicapte medewerkers. Als de een goed kan rekenen en de ander is beter in de sociale omgang, dan kun je daar een prima koppel van maken. In de prakt?k merk ik dat er enorm veel koudwatervrees is. Maar die neem je met wettel?ke verplichtingen niet weg. Dan span je het paard achter de wagen. De overheid moet dus inzetten op bewustwording en zelf het goede voorbeeld geven”, aldus Van de Wetering.

 

“Gemeenten moeten niet te benauwd zijn om extra steun te geven”

Jan de Bruin (hoofd personeel, Inclusief Groep, Nunspeet) constateert dat gemeenten weinig beleidsvrijheid hebben, als het gaat om arbeidsgehandicapte werknemers. “Maar de manier waarop lokale politici k?ken naar het vraagstuk van de werkgelegenheid voor mensen met een handicap, kan in de prakt?k een belangr?k verschil maken. De regelmatige contacten die gemeentebesturen met ondernemers onderhouden, kunnen z? benutten om afspraken te maken over het aanbod van leer/werkplekken. Daarmee dragen lokale politici b? aan verkleining en overbrugging van de afstand van de doelgroep tot de arbeidsmarkt. Laat gemeenten ook niet te benauwd z?n om mensen die actief z?n in een leer/werkplek een plusje bovenop hun reguliere uitkering te geven. Ook zouden gemeenten financiële steun aan bedr?ven kunnen geven wanneer er aanpassingen van de werkplek nodig bl?ken. Daarb? hoeft het echt niet om ‘groot geld’ te gaan. Een klein beetje steun is vaak al effectief om de ondernemer over de brug te kr?gen.”

 

 

Sociale werkvoorziening zit in zwaar weer

Volgens Jan de Bruin is plaatsing van alle arbeidsgehandicapten b? het reguliere bedr?fsleven niet het ultieme doel van de sociale werkvoorziening. “We moeten ons realiseren dat een deel van de doelgroep bl?vend is aangewezen op een beschutte werkplek. Z? kunnen niet zonder intensieve begeleiding. Willen we hen passend werk bieden, dan zal dat alleen in de omgeving van een sociale werkplaats kunnen. Met het oog daarop is de werkvoorziening wel een probleem. De markt van de voor deze groep geschikte werkzaamheden – verpakkings -en montagewerk – is klein en behoorl?k verziekt. Als er al werk te kr?gen is, mag je dat doen tegen afbraakpr?zen. Voor jou een ander. (…) Als samenleving schiet je dan wel jezelf in de voet, omdat het zo steeds moeil?ker wordt om nog passend werk te bieden aan kwetsbare medemensen die dat echt nodig hebben. Ik hoop dat ondernemers in dit opzicht meer oog kr?gen voor hun maatschappel?ke verantwoordel?kheid.”

 

Prof. Noordegraaf: “Kerken hebben hulpbronnen die voor Wmo van betekenis zijn”

Prof. dr. Herman Noordegraaf (hoogleraar diaconaat aan de PThU) vindt dat politici en ambtenaren kerken niet buiten de Wmo moeten houden uit onwetendheid, weerstanden tegen kerken of een verkeerde interpretatie van de scheiding van kerk en staat. “Kerken beschikken namel?k over ‘hulpbronnen’ die van belang z?n voor de Wmo. Te noemen z?n de vr?willigers. Zoals onderzoeken laten zien, is er een sterk positief verband tussen kerkel?ke meelevendheid en het doen van vr?willigerswerk, uiteraard binnen, maar ook buiten de kerken. Voorts z?n kerken in staat om ‘doelgroepen’ te bereiken die anderen niet of minder bereiken. Veel kerken beschikken b?voorbeeld over inloophuizen, centra voor opvang van dak- en thuislozen en verslaafden en organiseren activiteiten voor mensen met een handicap, psychische aandoening en vereenzaamde mensen. Hierb? moeten nadrukkel?k ook de migrantenkerken genoemd worden.”

 

Kerkelijke werkers kunnen soms meer dan professionals

Kerken kunnen vaak een werkw?ze hanteren die professionals meer dan eens, vaak tot hun eigen verdriet, niet kunnen hanteren vanwege de te behalen ‘targets’. Noordegraaf licht dit toe: “Kerkel?ke, diaconale werkers staan dichtb? mensen, leggen vaak de nadruk op communicatie en het opbouwen van een relatie, het trouw bl?ven aan mensen ook als er geen oplossing mogel?k (b)l?kt. Inspiratie en geloof bl?ken daarb? een belangr?ke rol te spelen. Ook z?n te noemen de activiteiten aangaande Wmo-prestatieveld 1, sociale cohesie. Het werken aan ontmoetingen tussen mensen met verschillende achtergronden door b?voorbeeld gezamenl?ke activiteiten. Het kan daarb? mensen betreffen die verschillen in etnische herkomst, maar ook het b? elkaar brengen van yuppen en loosers in onze samenleving.”

Ten slotte noemt Noordegraaf de beschikbaarheid van gebouwen. “Door de sluiting van club- en buurthuizen en nog andere gebouwen zal dit punt nog aan betekenis winnen. Daarmee kunnen kerken zeker niet alles opvangen, maar z? kunnen, zoals gezegd, wel betekenisvolle partners z?n in het geheel van zorg en welz?n.”