25 januari 2024
Zorgmedewerkers, bedankt! | Begroting VWS
Op woensdag 24 januari debatteerde de Tweede Kamer met demissionair minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) en staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) over de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. SGP-Kamerlid Diederik van Dijk begon zijn bijdrage met een welgemeend 'bedankt' naar alle zorgverleners, mantelzorgers en vrijwilligers. Zijn hele bijdrage aan het begrotingsdebat is hieronder te lezen.
Ik wil mijn bijdrage aan deze zorgbegroting graag beginnen met een heel klein stukje uit de bekende sprookjesklassieker De kleine prins van Antoine de Saint-Exupéry. Daar spreekt de vos, een van de hoofdpersonen, de volgende wijze woorden: "'Tot ziens', zei de vos. Hier is mijn geheim. Heel simpel: je kan alleen goed zien met je hart. Waar het echt om gaat, kan je niet zien met je ogen." Tot zover De kleine prins. Wie als argeloze burger of als argeloos Kamerlid door de zorgbegroting heen bladert, zou zomaar de indruk kunnen krijgen dat we het vandaag uitsluitend moeten hebben over cijfers en letters, over geld en regels, over stelsels en systemen. En ja, daar hebben we het wel vaak over - dat is ook terecht - maar dat is niet wat zorg daadwerkelijk is. Want zorg, dat zijn de handen van de arts die helen en genezen. Zorg, dat is de arm om de fragiele schouder van een bejaarde moeder in het verpleeghuis, Zorg, dat zijn de ogen van de veldwerker die omkijkt naar een dakloze in de goot. Zorg, dat zijn de oren van de psycholoog die echt luistert naar het verhaal van de jongere van wie het leven donker is. Zorg, dat zijn de voeten van de verpleegkundige die bereid is een extra mijl te gaan zodat die ene patiënt thuis kan sterven.
Regeldruk
Zorg is mensenwerk en dat kan nooit genoeg benadrukt worden. Daarom wil ik aan het begin van mijn bijdrage heel nadrukkelijk "dank je wel" zeggen tegen alle mensen die zorg bieden, tegen iedereen die in de zorg werkt, tegen iedereen die mantelzorg verleent of vrijwilligerswerk doet. Het is de taak van de politiek, althans in de ogen van de SGP, om zich ervoor in te spannen dat jouw kennis en jouw kunde tot hun recht komen, dat jouw inzet wordt erkend en gewaardeerd, ook financieel, en dat jij ruimte en tijd krijgt om te kunnen zorgen, want daar schort het aan. Die ruimte en tijd staan onder grote druk. Wie ik ook spreek, het allergrootste probleem waar iedereen in de zorg tegenaan loopt is de reusachtige regeldruk. Regeldruk is als een schimmel: als je er niks tegen doet, breidt het zich hardnekkig uit, bederft het de arbeidsvreugde en tast het de houdbaarheid van de zorg aan.
Vaak zeggen bewindspersonen: ik kan die lastendruk niet zomaar wegpoetsen. Dat begrijp ik werkelijk. Toch is het zo dat het ministerie van VWS van alle departementen de meeste adviesaanvragen indient over nieuwe regelgeving en dat de kwaliteit van die regels steeds verder afneemt. Hand in eigen boezem dus. Recent adviseerde de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving om de regeldruk in de zorg te halveren. Is dit ook het doel van het kabinet? Er komen nu een Regiegroep Aanpak Regeldruk en twee speciaal gezanten. Prachtig, maar de SGP ziet het liefst dat bekende knelpunten gewoon snel aangepakt gaan worden. Twee concrete suggesties.
- Vereenvoudig regels voor kleinschalige zorgaanbieders in de eerstelijnszorg, zoals tandartsen, huisartsen en apothekers. Schaf de disproportionele jaarverantwoordingsplicht af voor de eerstelijnszorg en versoepel de regels voor intern toezicht.
- De tweede suggestie is om de regeldruk te verlichten voor vrijwilligersorganisaties, zoals registratie in het UBO-register en het aanvragen van een anbi-status.
Graag een reactie hierop.
Kinderhartchirurgie
Een heel ander thema: de rechter zette een heel dikke streep door het besluit om kinderhartchirurgie te concentreren in twee centra. Dat is een flinke, gevoelige tik op de vingers van de minister. De SGP pleit voor een pas op de plaats. Voer alsnog het NZa-advies uit. Breng nu dus eerst het bredere concentratievraagstuk in kaart. Het is goed dat de minister met de umc's in gesprek gaat over hoe ze kunnen samenwerken om de zorg in de toekomst vorm te geven en beschikbaar te houden. Mijn vraag is of de minister deze gesprekken met een open vizier ingaat.
Transgenderzorg
De vraag naar transgenderzorg is in de afgelopen jaren pijlsnel gestegen en dat is uiterst zorgelijk. Er is een medisch-wetenschappelijk debat gaande over de veiligheid en effectiviteit van hormoonbehandelingen bij kinderen. De langetermijneffecten van die behandelingen zijn niet bekend, erkent ook de minister. In andere Europese landen wordt er gekozen voor een grotere terughoudendheid ten aanzien van hormonale behandelingen bij kinderen. Daarom heb ik de volgende vragen:
- Is de minister bereid om opdracht te geven tot het uitvoeren van een onafhankelijke review van de medisch-wetenschappelijke onderbouwing van dergelijke behandelingen bij kinderen in Nederland?
- Wil zij zich laten adviseren, bijvoorbeeld door de Gezondheidsraad, over in hoeverre de huidige benadering van hormoonbehandelingen bij minderjarigen recht doet aan het geldende gezondheidsrechtelijke kader?
Abortus
De abortuspraktijk in Nederland is om te huilen. Sinds de inwerkingtreding van de arbortuswet steeg het aantal abortussen nog nooit zo snel: bijna 36.000 abortussen in 2022. Dat zijn 36.000 kinderen die nooit zullen weten hoe het is om met blote voeten door het gras te lopen. Nooit was het ongeboren leven zo weinig beschermd als nu. De SGP pleit voor het verbeteren van de zorg voor moeder en kind. We moeten daarvoor allereerst meer inzicht krijgen in de redenen voor abortus. Is de minister bereid om regels op te stellen, zodat de redenen worden geregistreerd?
Euthanasie en psychiatrie
Het is al eerder gewisseld en opgemerkt, ook door andere woordvoerders: onder tieners en jongvolwassenen is veel psychische nood. De laatste jaren is er een zorgwekkende daling van de mentale gezondheid, met name onder jonge vrouwen. Steeds vaker wordt gepleit voor het slechten van het taboe op euthanasie bij ernstige psychiatrische problematiek. De bekende psychiater Esther van Fenema schreef hierover in een recente column: "Het is simpelweg onacceptabel dat de lengte van de wachtlijsten voor psychiatrische zorg tegenwoordig medebepalend is of iemands lijdensweg uitzichtloos is." Is de minister het daarmee eens en wat doet zij om de wachtlijsten voor psychiatrische zorg terug te dringen?