21 november 2017

Zelfbeheersing

Tijdens de Residentiepauzedienst op 21 november 2017 in de Waalse kerk in Den Haag, sprak SGP-fractievoorzitter Kees van der Staaij over 'zelfbeheersing'. Lees hier zijn bijdrage.

Stel je eens voor, dat iedereen volkomen zelfbeheersing zou kunnen opbrengen. Wat zou het leven er dan anders uitzien!

Geen mishandeling meer, geen woede-uitbarstingen, geen scheldkanonnades. Geen overspel, geen aanrandingen, geen #MeToo-verhalen. Geen verslaving meer aan drank en drugs.

Echte zelfbeheersing: het zou de wereld onherkenbaar veranderen. Overheden hebben ineens veel minder te doen. Er is veel minder politie nodig. Verslavingsklinieken kunnen de deuren sluiten.

Stel je eens voor……

Inderdaad, het is allemaal te mooi om waar te zijn. De werkelijkheid is helaas heel anders.
Zelfbeheersing, matigheid: het is vaak ver te zoeken. Om het met de woorden van Galaten 5 te zeggen: de werken van het vlees zijn overal te vinden. Woede boosheid en tweedracht. Overspel en onreinheid. Dronkenschap en brasserijen.

Daarom blijft het belangrijk om ontbreken van zelfbeheersing aan te pakken, om onmatigheid tegen te gaan, en ongebondenheid in te perken. In de gereedschapskist van de overheid zitten straffen en subsidies, belastingen en protocollen. Maar het blijft vaak ploeteren en tobben. Echte gedragsverandering voor elkaar krijgen is ongelooflijk lastig.

Gelikte voorlichtingscampagnes willen burgers aan het verstand brengen dat het belangrijk is jezelf te beheersen: gezond leven, matig drinken, fatsoenlijk met elkaar om gaan. Maar zo gemakkelijk gaat dat niet.

Knappe koppen van de Wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid (WRR) schreven onlangs een mooi boek, met als titel: “Weten is nog geen doen.” Ook al weet je wat goed voor je is, dan doe je dat nog niet altijd. Als je scholen opent, kun je daarom nog geen gevangenissen sluiten. Er is meer nodig. Je moet kunnen omgaan met verleiding en tegenslag, je moet sterke impulsen kunnen bedwingen. Daar heb je inderdaad zelfbeheersing voor nodig.

Jong geleerd, is oud gedaan. Het is de moeite waard om daar in opvoeding en onderwijs goed oog voor te hebben. Zelfbeheersing heeft ook alles te maken met karaktervorming, door oefening en training. Discipline valt te leren! Zelfbeheersing als opgave. Natuurlijk begint dat in de opvoeding thuis. Maar ook op de scholen hoort het thuis. Het zou een gemiste kans zijn als we op school veel tijd besteden aan exacte vakken en vreemde talen, maar de persoonlijkheidsvorming er maar bekaaid afkomt.

Zelfbeheersing. Hoe lastig dat is, zie je al duidelijk bij een gezonde leefstijl, bijvoorbeeld het tegengaan van teveel alcohol of te vet eten. Je hoort het in onze samenleving van alle kanten dat dit niet goed is. Er is een sterke gemeenschappelijke overtuiging. Maar daarmee gedraagt nog niet iedereen zich zo. Ook al ben je echt overtuigd van de waarde van een gezonde leefstijl, dan kan het nog heel lastig zijn maat te houden.

Is het een wonder, dat er al helemaal veel mis gaat op seksueel gebied? Hier ontbreekt het immers in onze samenleving aan een breed gedeelde overtuiging over wat goed en kwaad is. Jozef zei bij de vrouw van Potifar ‘nee ‘tegen de verleiding met de woorden: hoe zou ik zo’n groot kwaad doen en zondigen tegen God? Waar die overtuiging weg is geraakt, daar is een belangrijke beschermende dijk doorgebroken, met alle ellende van dien.

Zondigen? Het lijkt er in onze tijd meer op dat het volgen van je gulzige verlangens en het toegeven aan je sterke driften het richtsnoer voor een goed leven is. Overspel? Moeten mensen zelf weten. Hoererij? Vrije keus. Onreinheid? Smaken verschillen. Dat is de wereld op zijn kop.

Kijk nu eens niet weg, Politici en bestuurders! Vanaf 2018 mag er in Amsterdamse metrostations geen reclame voor ongezonde snacks worden gemaakt. Daar mogen we onze kinderen niet aan blootstellen, zegt het Amsterdamse gemeentebestuur. Durf dan ook eens reclame voor vreemdgaan aan te pakken, zou ik zeggen. Doe niet alsof porno normaal is en vrije seks geen kwaad kan!

Laten we alsjeblieft niet denken, dat gebrek aan zelfbeheersing een naar kwaaltje van ongelovigen is. Alsof christenen allemaal vrome Jozefs zijn. Zelfbeheersing is en blijft voor iedereen een opgave. Wie hij of zij ook is. De een is hier weer vatbaar voor, de ander weer daarvoor. Als alles voor de wind gaat, lijkt het soms allemaal wel mee te vallen. Maar bij tegenslag en sterke verleiding kunnen we zomaar diep vallen. De duivel is er zeker ook op uit om keurige kerkmensen te verleiden. Laten we niet denken dat ons geloof betekent dat het monster in ons, de diepe verdorvenheid, automatisch getemd is. David was een kind van God maar vergreep zich wel aan Bathseba. Die meent te staan, zie toe dat hij niet valle. Moedig weerstand bieden kan alleen in Gods kracht.

Het is waardevol om oog te hebben voor zelfbeheersing als opgave, voor karaktervorming in opvoeding en onderwijs, voor oefening en training. Maar eerst en vooral is het geen menselijke prestatie, maar een vrucht van de Geest. Het woord ‘zelf-beheersing’ zet gemakkelijk op het verkeerde been. Alsof het toch weer om eigen kunnen draait. Dan gaat het juist mis. De kernboodschap is: verwacht het niet van jezelf. Wandel niet in eigen kracht. Maar leef van Gods genade. Wandelt door de Geest, zegt Paulus in het begin van dit Bijbelgedeelte over de werken van het vlees en de vrucht van de Geest. Geef niet toe aan zondige neigingen. Laat u leiden, laat u beheersen door de Heilige Geest.

Als die Geest het hart doortrekt, als de liefde van Christus de toon zet, de vreugde in Hem wordt gesmaakt, dan verbleekt de verleiding van het kwaad. Dan wordt zelfbeheersing niet meer een geweldige en soms wanhopige opgave, maar dan verliezen verkeerde driften en hartstochten hun greep.

En zo eindigt dit Bijbelgedeelte zoals het begonnen is, met de oproep: indien wij door de Geest leven, zo laat ons ook door de Geest wandelen. De werken van het vlees brengen alleen akelige kilte en een nare duisternis. De vrucht van de Geest geeft weldadige warmte en een heerlijk licht. Zo laat ons dan ook door die Geest wandelen. Wij zijn ontrouw en zwak, maar Hij is getrouw en sterk.