9 oktober 2024
Wet NAVO-norm Defensie verdedigd
Op dinsdag 8 oktober was er een bijzonder moment in de Tweede Kamer. Diederik van Dijk zat namens de SGP in Vak-K om de initiatiefwet Defensie te verdedigen. Chris Stoffer leverde een bijdrage vanuit de Tweede kamer. Zijn bijdrage is hieronder te lezen.
‘‘De minister weet dat de SGP-fractie zich al sinds jaren verzet tegen drastische bezuinigingen op de defensiebegroting. Toch hebben wij deze jaar in, jaar uit moeten slikken. Wij erkennen overigens dat er na 1989 het een en ander is gebeurd (…). Wij menen echter dat het nu afgelopen moet zijn.’’
Zoals u misschien al vermoedde, zijn dit niet mijn eigen woorden. Het is een citaat van voor-voorganger Bas van der Vlies bij de behandeling van de zogenaamde ‘Prioriteitennota defensie’ in mei 1993. Deze Prioriteitennota vormde het begin van decennialange bezuinigingen op onze krijgsmacht.
De Berlijnse Muur was gevallen, de Sovjet-Unie ten onder gegaan en het Nederlandse leger kon dus met een gerust hart worden uitgekleed. Althans, zo was gedachte. Je zou het een historische vergissing kunnen noemen. Zéker tegen de achtergrond van de oorlog die nu woedt aan de oostflank van ons continent als gevolg van Russische agressie.
Vanuit het besef dat het kwaad in deze wereld tot de jongste dag aanwezig blijft, heeft de SGP altijd gepleit voor een goed uitgeruste en opgeleide krijgsmacht. De Defensie-uitgaven waren in 1993 nog 2,3 procent van het bruto binnenlands product. Op het dieptepunt in 2014 was dat teruggelopen tot slechts 1,1 procent. Gelukkig is vanaf dat moment de kentering ingezet. Moties van mijn voorganger Kees van der Staaij hebben significant bijgedragen aan de trendbreuk. De diverse kabinetten hebben sindsdien geïnvesteerd in de krijgsmacht.
De prijs van dertig jaar bezuinigingen is echter hoog geweest. Zoals de memorie van toelichting van het initiatiefvoorstel goed schetst, blijkt dat onstandvastig beleid enorme kosten met zich meebrengt. Denk bijvoorbeeld aan het verkopen, leasen en uiteindelijk weer aanschaffen van tanks.
Belangrijker nog, in de Defensienota 2022 moest worden toegeven dat ‘‘de krijgsmacht niet adequaat [is] toegerust om het Koninkrijk te beschermen tegen toekomstige (en sommige huidige) dreigingen.’’ Het is een grondwettelijke taak om de belangen van het Koninkrijk te verdedigen en beschermen en de internationale rechtsorde te bevorderen (artikel 97 Grondwet). Defensie had decennialang onvoldoende middelen om aan die taak invulling aan te geven.
Het initiatiefvoorstel dat wij vandaag bespreken, heeft een eenvoudig doel: voorkomen dat we ooit nog eens in zo’n situatie terecht komen. Om de woorden van Van der Vlies te herhalen: ‘‘Wij menen echter dat het nu afgelopen moet zijn.’’ Het verdedigen van onze vrijheid is een kerntaak van de overheid en mag niet meer worden verwaarloosd. Nederland heeft zich in NAVO-verband gecommitteerd aan de bestedingsnorm van ten minste 2% van het bbp. Met dit initiatiefvoorstel verankeren we deze verplichting in de wet.
De plenaire behandeling van een initiatiefwet is altijd een bijzonder moment. De decennialange voorgeschiedenis, het brede palet aan mede-indieners én het feit dat de regering het voorstel inmiddels ook heeft omarmd, geeft déze wetsbehandeling een extra speciaal tintje. Ik wil de Kamerleden en beleidsmedewerkers in vak-K dan ook van harte bedanken voor hun inspanningen tot nu toe. In het bijzonder wil ik onze oud-collega Henri vermelden, die vooral in de beginfase van het wetgevingstraject zeer veel werk heeft verzet en inmiddels zelf de stap naar Defensie heeft gezet!
Ik wil de initiatiefnemers tot slot nog een aantal vragen stellen. Want we zouden de SGP niet zijn als we ook déze wetsbehandeling niet serieus zouden nemen, zeg ik ook met een knipoog naar de nota naar aanleiding van het verslag…
Uit die beantwoording blijkt dat de meeste NAVO-lidstaten inmiddels ruim 2 procent van het bbp aan Defensie besteden en in een enkel geval zelfs 3 of 4 procent.
- Kunnen de initiatiefnemers bevestigen dat 2 procent geen maximum, maar een minimumnorm is?
- Zijn zij het ermee eens dat de regering niet op wettelijke minimumnorm zou moeten sturen, maar op een iets hoger percentage dan 2 procent?
- En kunnen zij ingaan op de – niet ondenkbeeldige – situatie dat in NAVO-verband de afspraak over de minimale bestedingsnorm wordt verhoogd?
Nog twee vragen over de praktische werking van de wet.
- Kunnen de initiatiefnemers eens mondeling toelichten hoe de wettelijke minimumnorm van 2 procent wordt geoperationaliseerd en waarom er is gekozen voor het vastzetten van de defensie-uitgaven per kabinetsperiode?
- Kunnen ze ook uitleggen hoe de wettelijke minimumnorm zich verhoudt tot de onderuitputting van de Defensie-uitgaven waar op dit moment sprake van is omdat?
Ik rond af en citeer opnieuw Bas van der Vlies in 1993: ‘‘De Prioriteitennota heeft verstrekkende gevolgen. (…) Laten wij niet nu beslissingen nemen die wij misschien binnenkort weer terug zullen moeten draaien.’’ Dat ‘binnenkort’ bleek iets langer dan gedacht. Maar goed, voorzitter, soms moet je je erbij neerleggen dat je als SGP’er je tijd gewoon vooruit bent…