3 februari 2022

'We hebben meer ministers dan tanks' - Oekraïnedebat

Vandaag werd er in de Tweede Kamer gedebatteerd over de situatie in Oekraïne. Namens de SGP sprak fractievoorzitter Kees van der Staaij. Hij ging onder andere in op zijn bezoek aan Kiev, vraagt zich af of we meer ministers hebben dan tanks en over de investeringen die we als Nederland in onze eigen krijgsmacht doen. Lees of bekijk zijn bijdrage hieronder.

Vorige week was ik in Kiev. Niet om de Russen voor de laatste keer te waarschuwen of om Oekraïne wapentuig te beloven, dat is allemaal niet aan mij. Ik was er als Nederlandse volksvertegenwoordiger samen met opperrabbijn Jacobs voor een heel ander doel: het herdenken van de Holocaust. Een Holocaust die in Kiev op een gruwelijke manier gezicht kreeg door kogels en massaexecuties. In 1941 werden door de nazi's in twee dagen tijd bijna 34.000 Joden meedogenloos openlijk neergeschoten bij het ravijn Babi Jar. Het was een verschrikkelijk bloedbad. Zoals toen bij de dode lichamen "zand erover" letterlijk het devies was, ging het daarna in figuurlijke zin ook zo in de Sovjet-Unie. Het compleet uitmoorden van de Joodse bevolking van Kiev werd doodgezwegen. Een overlevende vertelde vorige week hoe hij er 60 jaar over had gezwegen. Als hij erover zou spreken, zou immers ook duidelijk worden dat hij Joods is. Het geeft aan hoe geschiedenis ertoe doet en hoe we moeten blijven strijden tegen het kwaad, ook het kwaad van het antisemitisme. Het geeft ook aan hoe het al te makkelijk is om de wereld om ons heen zwart-wit in te delen, in helden en schurken, in goede en foute landen. Ik moest denken aan een citaat van de Russische schrijver en Nobelprijswinnaar Aleksandr Solzjenitsyn: de scheidslijn tussen goed en kwaad loopt niet tussen rassen, klassen, landen en volken, maar dwars door ieder mensenhart.

Dit betekent niet dat we daarom maar moeten zwijgen in dit conflict. Nee, we hebben ook gedragingen van landen te toetsen aan wat recht en billijk is, aan de internationale rechtsorde. Rusland ging met de Krim al eerder over de schreef en zoekt ook nu weer stevig de grenzen op, letterlijk en figuurlijk, om nog maar te zwijgen van die ene vreselijke gebeurtenis: het neerhalen van de MH17, met ook zo veel Nederlandse slachtoffers tot gevolg. Andere landen, de Europese Unie, Nederland, worden daarmee uitgedaagd om duidelijk grenzen te stellen en grenzen te bewaken. De soevereine staat Oekraïne, op hetzelfde Europese continent als waarop wij leven, verdient onze steun en bescherming. Het is eerst en vooral wenselijk om ons met vasthoudendheid en tact, met ruggengraat, te blijven inzetten op diplomatie om conflictpunten te beslechten en onze belangen veilig te stellen.

Maar daarnaast is de SGP voorstander van geloofwaardige afschrikking die onder meer kan bestaan uit militaire versterking en economische sancties. Het is vandaag al veel gezegd en ik zeg het collega's na: de prijs van Russische agressie moet zo hoog mogelijk gemaakt worden. Een goede afschrikking is belangrijk en kan bloedvergieten juist voorkomen.

Minister-president Rutte en minister Hoekstra waren deze week in Kiev en hebben onder andere met president Zelensky gesproken. Wat zouden zij eigenlijk kunnen bieden, vroeg ik mij af, als het gaat om militaire ondersteuning. Gezien de staat van onze krijgsmacht kan dat nooit veel geweest zijn. Ik was er niet bij, dus ik weet niet hoe het gesprek gelopen is. Maar het had zomaar zo kunnen gaan: "Beste president, na het uiteenvallen van de Sovjetunie hebben wij in een overwinningsroes onze krijgsmacht uitgekleed en uitgewoond. Door de bezetting van de Krim zijn bij ons langzaamaan de schellen van de ogen gevallen en ziet het kabinet in dat we echt meer moeten investeren in onze defensie. Op dit moment echter, om eerlijk te zijn, hebben wij in Nederland meer ministers dan tanks, om maar een voorbeeld te noemen." Daarom nog de vraag of de bewindslieden ook in deze nieuwe dreiging een reden zien om zonder dralen te komen tot versterking van onze krijgsmacht en om andere landen en onszelf eraan te houden om zo snel mogelijk richting de 2%-norm te gaan, zoals die is afgesproken.