3 februari 2022
'We hebben meer ministers dan tanks' - Oekraïnedebat
Vandaag werd er in de Tweede Kamer gedebatteerd over de situatie in Oekraïne. Namens de SGP sprak fractievoorzitter Kees van der Staaij. Hij ging onder andere in op zijn bezoek aan Kiev, vraagt zich af of we meer ministers hebben dan tanks en over de investeringen die we als Nederland in onze eigen krijgsmacht doen. Lees of bekijk zijn bijdrage hieronder.
Dit betekent niet dat we daarom maar moeten zwijgen in dit conflict. Nee, we hebben ook gedragingen van landen te toetsen aan wat recht en billijk is, aan de internationale rechtsorde. Rusland ging met de Krim al eerder over de schreef en zoekt ook nu weer stevig de grenzen op, letterlijk en figuurlijk, om nog maar te zwijgen van die ene vreselijke gebeurtenis: het neerhalen van de MH17, met ook zo veel Nederlandse slachtoffers tot gevolg. Andere landen, de Europese Unie, Nederland, worden daarmee uitgedaagd om duidelijk grenzen te stellen en grenzen te bewaken. De soevereine staat Oekraïne, op hetzelfde Europese continent als waarop wij leven, verdient onze steun en bescherming. Het is eerst en vooral wenselijk om ons met vasthoudendheid en tact, met ruggengraat, te blijven inzetten op diplomatie om conflictpunten te beslechten en onze belangen veilig te stellen.
Maar daarnaast is de SGP voorstander van geloofwaardige afschrikking die onder meer kan bestaan uit militaire versterking en economische sancties. Het is vandaag al veel gezegd en ik zeg het collega's na: de prijs van Russische agressie moet zo hoog mogelijk gemaakt worden. Een goede afschrikking is belangrijk en kan bloedvergieten juist voorkomen.
Minister-president Rutte en minister Hoekstra waren deze week in Kiev en hebben onder andere met president Zelensky gesproken. Wat zouden zij eigenlijk kunnen bieden, vroeg ik mij af, als het gaat om militaire ondersteuning. Gezien de staat van onze krijgsmacht kan dat nooit veel geweest zijn. Ik was er niet bij, dus ik weet niet hoe het gesprek gelopen is. Maar het had zomaar zo kunnen gaan: "Beste president, na het uiteenvallen van de Sovjetunie hebben wij in een overwinningsroes onze krijgsmacht uitgekleed en uitgewoond. Door de bezetting van de Krim zijn bij ons langzaamaan de schellen van de ogen gevallen en ziet het kabinet in dat we echt meer moeten investeren in onze defensie. Op dit moment echter, om eerlijk te zijn, hebben wij in Nederland meer ministers dan tanks, om maar een voorbeeld te noemen." Daarom nog de vraag of de bewindslieden ook in deze nieuwe dreiging een reden zien om zonder dralen te komen tot versterking van onze krijgsmacht en om andere landen en onszelf eraan te houden om zo snel mogelijk richting de 2%-norm te gaan, zoals die is afgesproken.