22 april 2021
Versoepeling is ook een rechtsplicht | Bijdrage Van der Staaij aan het coronadebat
Lees of bekijk hier de bijdrage van SGP-Kamerlid Kees van der Staaij aan het debat over de ontwikkelingen van het coronavirus.
De versoepeling van enkele coronamaatregelen zoals de avondklok, de bezoekregeling en meer ruimte die er komt voor winkeliers. Dat is voor veel mensen een opluchting. Het is een bescheiden stap, maar wel een betekenisvolle stap. Wij hebben de afgelopen maanden regelmatig ook aandacht gevraagd voor die bredere maatschappelijke afweging bij alle maatregelen die genomen moesten worden, en we zien dat ook juist nu — hoewel dat spannend is, dat begrijpen we — wél gebeuren. En we hebben daar ook waardering voor.Wij zijn ook dankbaar — laat ik dat ook nadrukkelijk genoemd hebben, omdat we daar eerder ook aandacht voor vroegen — voor het verhogen van het maximumaantal personen bij uitvaarten. Niet iets waar je misschien als eerste aan zou denken, wel iets wat heel veel kan betekenen in het leven van mensen, om daarbij ook persoonlijk aanwezig te kunnen zijn.
Na ruim een halfjaar gaan de terrassen weer open, ook al zijn de voorwaarden nog streng. Mijn vraag is ook: heeft dat oogpunt van virusbestrijding nu juist ook niet voordelen om verblijf buitenshuis te bevorderen, in plaats van meer risicovolle ontmoetingen binnenshuis? Hoe weegt het kabinet dit? Wij realiseren ons — andere collega's hebben daar ook al aandacht voor gevraagd — dat het voor de ziekenhuizen en het ziekenhuispersoneel spannend is. Zij lopen op hun tandvlees, de bezetting is nog heel hoog, vooral de capaciteit van de intensive cares is een knelpunt. Mijn vraag is in dit licht wat het perspectief is, ook voor de uitgestelde zorg waar ook andere collega's al aandacht voor vroegen.
Het is goed dat de maatregelen nu worden verlicht, maar het is ook belangrijk om te kijken of er groepen in de samenleving zijn waar wij nog onvoldoende oog voor hebben. Ik wijs allereerst op de mensen die thuis behandeld worden, soms zelfs met zuurstof. Het is belangrijk dat op die manier ziekenhuizen ontlast kunnen worden, maar hebben we ook zicht op om hoeveel mensen dit gaat en gaat het kabinet dit ook meewegen bij de besluitvorming? Hetzelfde geldt voor mensen die langdurige klachten aan hun coronabesmetting hebben overgehouden, het zogenaamde long covid. Mevrouw Ploumen vroeg daar ook al de aandacht voor. Gaat het kabinet onderzoek doen naar hoe groot deze groep is, en wat is er nodig om ook hen de zorg te kunnen bieden die zij nodig hebben?
Een heel andere groep zijn de jongeren in het voortgezet onderwijs. Het is waar, zij kunnen nu gedeeltelijk naar school en dat is heel fijn, maar ze zitten een deel van de week nog gewoon thuis achter een schermpje. Docenten werken keihard om onderwijs op afstand zo goed mogelijk vorm te geven, maar feit blijft dat afstandsonderwijs negatieve gevolgen heeft voor onderwijsprestaties en verschillen tussen leerlingen vergroot. Het begint wel op te raken bij veel leerlingen, het duurt gewoon te lang. En als ze wel op school zijn, staan ze echt niet zomaar in de leermodus. Wat wij horen, is dat zij qua leerproces het meest gebaat zijn om zo snel als mogelijk terug te kunnen keren naar het oude. Welke kansen ziet het kabinet hiervoor, want is hier het perspectief?
Tot slot. De gunstige verwachting is dat in de komende periode de immuniteit onder de bevolking steeds meer zal toenemen door een doorgemaakte infectie, dan wel door vaccinatie. Een verdergaande versoepeling van maatregelen is daarom niet alleen een tegemoetkoming aan een samenleving die zucht onder coronamaatregelen, maar ook een rechtsplicht. De vrijheidsbeperkende maatregelen van gisteren zijn immers nooit vanzelfsprekend, maar moeten steeds weer opnieuw getoetst worden op hun noodzaak en proportionaliteit. Ook de nieuwe wetten die we volgende week zullen bespreken, zullen we vanuit dit perspectief kritisch wegen.