14 september 2023
Van der Staaij over ouderenzorg
Op donderdag 14 september debatteerde de Tweede Kamer over de toekomst van de ouderenzorg. Namens de SGP sprak Kees van der Staaij. Zijn bijdrage aan het debat is hieronder te lezen.
Er is goed nieuws. Mensen worden veel ouder dan vroeger. Veel mensen zijn ook gezonder ouder dan vroeger. Heel veel voorrechten zijn er voor mensen om kinderen en kleinkinderen, als ze die mogen hebben, langer te zien opgroeien en om levenswijsheid en levenservaring met anderen te delen. Dat is ook het Nederland waarin we mogen wonen.
Maar het is ook waar dat de ouderdom met gebreken komt, en dan komt het natuurlijk aan op goede zorg en liefdevolle steun. Gelukkig zijn we in ons land gezegend met zó veel zorgverleners die dag in, dag uit gemotiveerd zijn om professionele zorg te bieden, zó veel mensen die omzien naar hun naasten, zó veel betrokken vrijwilligers die zich inzetten voor een zorgzame buurt ... Ik dacht even terug aan een werkbezoek een tijdje geleden: gewoon zo'n kleinschalige woonzorgboerderij in Woudenberg voor mensen met dementie. Ik weet dat de minister er ook geweest is. Als je dan ziet hoe mensen daar opbloeien en hoe mensen daar met passie hun taak vervullen, dan denk ik: geweldig dat dat er ook nog is en mag zijn in Nederland.
Tot zover het goede nieuws. Dat is het voordeel als je zes minuten hebt. Dan heb je ook iets meer tijd om even te laten zien wat er goed gaat en waar we gewoon blij mee mogen zijn. Dat hoort ook bij Nederland. Dat is allemaal mooi, maar dan nu: in debatten hebben wij het er terecht vaak over dat er ook wel vaak iets misgaat. Het is heel erg als dat mensen raakt. De kwaliteit en de toegankelijkheid van de ouderenzorg staan steeds meer onder druk. Steeds meer ouderen hebben zorg nodig, terwijl er steeds minder mensen zijn die hun dat kunnen bieden. Het gevolg: personeelstekorten, wachtlijsten, stijgende kosten, hogere eigen bijdragen ... We lopen aan tegen de grenzen van de middelen en van de mensen. Voor mijzelf is dan ook steeds een vraag die ik meeneem als het gaat om de toekomst van de ouderenzorg: hoe voorkomen we nou dat die schaarste, die er onmiskenbaar is — we kunnen er allemaal prachtige oplossingen voor hebben, waarvoor we ons best doen, maar die schaarste is er wel en zal ook niet zomaar weg zijn — leidt tot verschraling van de ouderenzorg? Een verschraling waardoor je in steeds meer situaties, zoals die al in dit debat genoemd zijn, zegt: maar dit moeten we toch niet willen met elkaar, dit is toch niet wat bij Nederland hoort?
Ik weet dat simpele antwoorden hierop niet bestaan. Veranderingen zijn nodig, maar die veranderingen in de ouderenzorg moeten ook wel de tijd krijgen, ook als een minister, een kabinet, zegt: snap dat de bomen niet tot in de hemel groeien en dat er bij van alles en nog wat even goed bekeken moet worden of alles nog wel kan zoals het vroeger ging. Prima, dat snappen we, maar doe dit niet overhaast en ondoordacht. Dat zien we nu wel met een aantal besparingen die door dit nu demissionaire kabinet ingeboekt zijn — het stond natuurlijk eerder in het regeerakkoord — zonder dat de concrete beleidsvoorstellen daarvoor al in gang zijn gezet; ik noem het scheiden van wonen en zorg, meerjarige contracten en doorontwikkeling van het kwaliteitskader. Als je los van die prachtige werkbezoeken dan eens even aan tafel gaat zitten met zorgbestuurders en even in de boeken kijkt, zie je wel waar zij voor staan. Hoe gaat het nou in de komende tijd? Die zorgbestuurders luiden de noodklok. Het water staat velen tot de lippen. Niet voor niets loopt er een rechtszaak tegen de zorgkantoren over de tarieven. Daarom vragen wij de minister: heb daar wel oog voor en kom in actie. Het voorlopig kader voor de Wet langdurige zorg is controversieel verklaard, maar ik neem aan dat deze bezuinigingen dan nu ook niet in 2024 worden doorgevoerd en de besluitvorming over hoe het verdergaat ook aan een nieuw kabinet wordt overgelaten. Graag een reactie van de minister op dit punt.
Een ander pijnpunt zijn de beoogde tarieven voor de huisvesting voor 2024. Die vormen een groot probleem voor de ouderenzorg en trouwens ook voor de gehandicaptenzorg. Is de minister bereid om die herijking van de huisvestingscomponent in 2024 niet door te laten gaan? Dat zijn wat ons betreft acute en urgente vragen, juist voor de korte termijn.
Wij zijn er bezorgd over, ook vanuit sommige ervaringen in het verleden, dat er straks zorgmedewerkers op straat worden gezet als die zorginstellingen eenmaal gaan vastlopen in hun budgetten. Dan zegt iedereen: dat kan toch niet; dat willen we niet! Maar het moet wel ergens vandaan komen. Als we met z'n allen vragen hoe we nou aan meer mensen komen en hoe we zorgen dat we mensen erin houden, dan kan het toch niet zo zijn dat er ook om financiële redenen zorgpersoneel gedwongen op straat komt te staan, omdat er nu te veel bij elkaar terechtkomt op het hoofd van die zorginstellingen? Ik vraag de minister om erop in te zetten om dat te voorkomen. Mijn vraag is of de minister bereid is om de loon- en prijsbijstelling te baseren op de MEV-ramingen die met Prinsjesdag verschijnen en niet op de verouderde cijfers uit maart. Het is namelijk ook belangrijk dat die werkgevers meer ruimte krijgen om de lonen te verhogen en de arbeidsvoorwaarden van verpleegkundigen en verzorgenden juist te verbeteren.
Dan heb ik nog kort twee punten in mijn laatste minuut. Het is toch altijd gevaarlijk om te lang bij de zegeningen stil te staan. Verminder de regeldruk. Dat is een heel belangrijk punt dat breed politiek gedeeld werd, maar heel weerbarstig is. We hebben eerder bij het WOZO-programma gezegd: moet je eens kijken wat de verantwoordingseisen allemaal betekenen voor de praktijk. De minister beloofde daarnaar te kijken. Is daar al iets van terechtgekomen? Is het inderdaad minder ingewikkeld geworden?
Schep ruimte voor informele zorg. Bij de zorg voor ouderen hebben we mantelzorgers en vrijwilligers hard nodig. Er ligt inmiddels een mantelzorgagenda. Dat is heel goed. Wij pleiten ook voor concrete maatregelen om mantelzorgers te ondersteunen. Verruim verlofregelingen. Verhoog de jaarlijkse mantelzorgwaardering. Pas het belastingstelsel aan, zodat niet alleen werken maar ook zorgen loont.