22 februari 2023
Van der Staaij over NL'se steun aan Oekraïne
Op dinsdag 21 februari debatteerde de Tweede Kamer over de Nederlandse steun aan Oekraïne. De bijdrage van Kees van der Staaij is hieronder te lezen.
Het eerste jaar van de oorlog tegen Oekraïne was er één van verwoesting, verlies en verdriet. Onze gebeden gaan nog steeds uit naar alle slachtoffers en hun nabestaanden. Maar het was ook een jaar van veerkracht.
Het is al genoemd: veerkracht aan het front, waar Oekraïne vaak tegen de verwachtingen in standhoudt. Maar er is ook veerkracht onder de Oekraïense vluchtelingen in Nederland, die vastberaden zijn ooit naar huis terug te keren, maar ondertussen de moed hebben te investeren in werk, onderwijs en een nuttig leven. Afgelopen vrijdagavond mocht ik nog in Harskamp met Oekraïense vluchtelingen spreken en ik was eigenlijk best wel verrast toen ik in prachtig Nederlands door kinderen werd aangesproken en we een gesprek hadden. Dat laat ook iets zien van die veerkracht.
Het was ook een jaar van vastberadenheid vanuit het Westen. In NAVO- en EU-verband ontvangt Oekraïne forse economische en militaire steun. De zware sancties tegen Rusland zijn geen mild, maar wel een vreedzaam instrument uit de diplomatieke gereedschapskist. Tegelijkertijd verminderen we de afhankelijkheid van onze economie en energievoorziening. Ook die stap is goed en nodig. Alles bij elkaar geeft dit het heldere signaal af dat in onze internationale rechtsorde de integriteit en veiligheid van een soeverein land niet met voeten getreden mag worden.
Het is goed dat de minister-president, de minister van Buitenlandse Zaken en anderen geregeld laten horen dat de werkelijkheid is dat de oorlog lang kan gaan duren. Nu we een jaar verder zijn, vraag ik aan het kabinet: wat betekent dat voor de aanwezigheid van Oekraïense vluchtelingen in Nederland, voor hun huisvesting en voor hun mogelijkheden om te werken, en wordt er ook in de opvang rekening mee gehouden dat het lang kan gaan duren?
Daarnaast betekent een lange duur ook dat er een lange adem nodig is; er zullen ook van Nederland offers gevraagd blijven worden en dan is standvastigheid en vastberadenheid nodig. Wij hebben steeds de sancties gesteund, maar dat zijn nooit dingen die je alleen op de automatische piloot doet. We moeten wel blijven afwegen in hoeverre wij daarmee Rusland raken of onszelf pijn doen. Dat zei ik een jaar geleden, maar ik wil de regering ook nu vragen: blijven we de effecten zorgvuldig wegen en volgen en blijven we oog houden voor degenen die onevenredig hard worden getroffen door de sancties, ook in ons eigen land? Blijft de regering ook alert op diplomatieke openingen in het conflict, ook al lijken die nog zo ver weg?
Onze eigen defensiemogelijkheden zijn voor ons altijd een belangrijk aandachtspunt geweest. Wij hebben steeds de wapenleveranties gesteund, maar wel met het accent op het behoud van de eigen slagkracht. We zien dat onze militaire steun opgeschaald is van helmen en scherfvesten naar Leopardtanks. De laatste weken komt daar de roep om F-16's bovenop. Wij begrijpen die vraag, maar wij vinden dat dit strategische wapen een zeer zorgvuldige afweging vereist, omdat het ook voor Nederland zelf van grote waarde kan zijn en blijven. Mijn vraag luidt daarom: wil de minister van Defensie de mogelijkheden onderzoeken om de resterende F-16's ook na 2024 voor eigen gebruik te behouden, naast de inzet van onze nieuwe F-35's?
De SGP is blij dat ons pleidooi voor het verankeren van de NAVO-norm van 2% van het bbp als minimum, als ondergrens, voor het Defensiebudget steeds bredere weerklank krijgt. Ik vrees dat we niet te optimistisch moeten zijn en dat we niet moeten denken dat de trend nu gekeerd is en wij daarom blijvend het belang van een goede defensie beseffen. Als ik mag, zou ik graag afsluiten met een herinnering. Het is geen actieve herinnering, maar ik zag het later in een geschiedenisboekje. In hetzelfde jaar dat mijn wieg in gereedheid gebracht werd, 1968, viel de Sovjet-Unie Tsjechoslowakije binnen en besloot Nederland om meer dan 400 Leopardtanks aan te schaffen. Maar toen dat gevaar later weer wegviel, werd onze eigen inspanning voor Defensie weer al te gemakkelijk afgeschaald. Daarom is het ons pleidooi om hier blijvend oog voor te hebben en om dit goed te verankeren in onze regels. Daar zullen wij het kabinet ook graag aan houden.