1 juli 2021
'Vaak gaat het hier om tikkende tijdbommen…' - Van der Staaij over terughalen IS-vrouwen
Lees hier de bijdrage van SGP-fractievoorzitter Kees van der Staaij aan het plenaire debat over het terughalen van IS-vrouwen naar Nederland. Dit debat is gehouden op 1 juli 2021.
De gruwelen van de IS-terroristen zijn vandaag alweer terecht uitvoerig belicht en naar voren gekomen. Gruwelen als de executies, moorden, martelingen en verkrachtingen waren en zijn ten hemel schreiend. Nederlandse kalifaat gangers, die mede de verantwoordelijkheid dragen voor dat soort zwaar onrecht, moeten we niet vrijwillig naar Nederland halen. We moeten hen niet laten terugkeren. Ook al is de rol van sommigen van hen beperkt geweest, het gaat hier niet om onschuldige mensen. Het gaat om mensen die willens en wetens naar dit gebied zijn getrokken. Wij waren het daarom eens met het kabinetsbeleid zoals in het verleden ook geformuleerd, dat zegt: wij gaan Syriëgangers niet actief naar Nederland terughalen, onze voorkeur is om hen te berechten in de regio.
Dat is ook waar wij voor staan en dat is waarom wij ook geschrokken waren toen het bericht kwam, dat de aanleiding is voor dit debat, om hen toch wél in bijzondere gevallen terug te halen. Waarom vinden we dat ongewenst? Omdat dat onze nationale veiligheid raakt. De Nederlandse overheid haalt zich een grote verantwoordelijkheid op de hals door uitreizigers terug te halen. Ze zijn geïnspireerd door jihadistisch gedachtegoed, hebben van nabij gewapende strijd ervaringen opgedaan, weten anderen te sympathiseren, kort gezegd, in veel gevallen gaat het hier om tikkende tijdbommen. Mensen die ervoor hebben gekozen om zelf naar dit macabere strijdtoneel te trekken, hebben willens en wetens het risico genomen dat ze zich hiermee in een onmogelijke positie zouden brengen.
Syriëgangers krijgen in Nederland een veel lichtere straf dan het geval zou zijn bij berechting in de regio. Dan is het niet vreemd dat ze nu in de rij staan om terug te keren naar Nederland. De minister gaf in het vragenuur aan dat deze zaak geen precedent zal scheppen. Maar mijn vraag is: waarop is dit gebaseerd? Wat doet het kabinet nu concreet om te voorkomen dat er niet méér zullen volgen? En kan er niet actiever ingezet worden op intrekking van het Nederlanderschap om terugkeer naar Nederland te voorkomen?
Voor de SGP is en blijft het uitgangspunt om te berechten in de regio. Ik gaf al aan, wie willens en wetens naar Irak of Syrië trok om daar een bloedig en nietsontziend kalifaat te steunen, moet niet raar opkijken dat je daar een stevige straf kan oplopen als de strijd door IS is verloren. Koerden, jezidi's, christenen, al die anderen in het gebied die gruweldaden zelf hebben gezien en ervaren, verlangen ook gerechtigheid. Het is van groot belang dat de straffen recht doen aan het leed dat hen is aangedaan. De Nederlandse inzet voor een internationaal ad-hoctribunaal heeft weinig opgeleverd. Ziet het kabinet hiervoor nog enig serieus perspectief? En welke mogelijkheden zijn er vervolgens om alsnog Irak te vragen, zorg te dragen voor berechting? Dat de straffen in deze regio niet altijd overeenkomen met het strafklimaat in Nederland is volgens de SGP geen reden om berechting in de regio categorisch uit te sluiten.
Mijn slotvraag is dan ook: is het kabinet bereid, juist in zo'n ernstige en risicovolle zaak, pragmatisch naar berechting in de regio te blijven kijken?