21 juni 2017
Tegenwicht nodig tegen Frans-Duitse as
Lees hier de volledige bijdrage van SGP-Kamerlid Roelof Bisschop tijdens het debat van 21 juni ter voorbereiding op de aanstaande Europese Top:
Hoewel het idee bestaat dat binnen de Europese Unie alle – soevereine – lidstaten gelijk zijn, kunnen we niet ontkennen dat Frankrijk en Duitsland binnen het Europese krachtenveld altijd de beslissende zwaargewichten zijn geweest. De Europese integratie heeft in die zin aan het aloude ‘concert der naties’ geen eind gemaakt. Voor kleinere lidstaten zat er vaak niets anders op dan de grote lidstaten Duitsland en Frankrijk te beïnvloeden, of toe te kijken.
Lange tijd was het Verenigd Koninkrijk de derde, meer kritische ‘grootmacht’ die de anderen nog enigszins in het gareel hield. Voor Nederland was het VK op veel Europese terreinen een belangrijke bondgenoot De Brexit vormt daarom een belangrijk verlies.
Want wie trapt er nog op de rem van de Europese integratie nu de EU die ‘vervelende’ maar o zo belangrijke ‘horzel in de pels’ kwijtraakt?
Even leek het erop dat de EU daadwerkelijk pas op de plaats zou gaan maken. De Brexit bracht namelijk een grote schokgolf teweeg, en in ‘Brussel’ vreesde men de Euro-kritische ‘populisten’ – wie of wat dat ook moge zijn. En inderdaad legden deze fenomenen een gevoelige realiteit bloot: Niet iedere lidstaat, niet iedere Europeaan, is blij met de vergaande Europese integratie. Niet iedereen juicht een Unie toe die de wezenlijke verschillen tussen lidstaten – terug te voeren op een andere geografische ligging, geschiedenis, cultuur en economie – miskent.
Ondanks alles kon zelfs de Brexit, symbolisch dieptepunt van de (vertrouwens)crisis in de EU, de ‘Europese familie’ in Brussel niet op andere ideeën brengen. Zeker nu het idee leeft dat ‘het verkeerde populisme’ (wat dat ook moge zijn) verloren heeft – in Nederland, in Frankrijk – krijgt de EU zowaar ‘nieuw elan’.
De oprechte zorg van de SGP-fractie is dat op met het badwater ook het kind is weggegooid. Dat Merkel, Macron, Juncker en Tusk de overwinning claimen zonder de onderliggende onvrede te adresseren en fundamentele hervormingen door te voeren.
Wat mij zorgen baart, is dat we op dit moment zien dat onder het motto “burgers willen een EU die beschermt” weer volop verder wordt geïntegreerd. Dat is niet de juiste weg.
De SGP-fractie heeft vaak beargumenteerd, en herhaalt vandaag, dat Nederland het voortouw moet nemen om de EU grondig en realistisch te hervormen. Het is goed dat Nederland stevig investeert in ‘gelegenheidscoalities’ met bijvoorbeeld de noordelijke lidstaten, maar effectief tegenwicht tegenover de Frans-Duitse as vraagt echter om coalities van minimaal 14 lidstaten.
Mijn vraag aan de minister-president is dan ook: wil de Nederlandse kabinet het voortouw nemen in het smeden van solide coalities met onder meer noordelijke lidstaten om een tegenwicht te vormen tegenover Duitsland en Frankrijk, deze landen ervan te overtuigen dat de EU pas op de plaats maakt, en op die manier het democratisch zelfbestuur te waarborgen?
Op het gebied van vluchtelingen en migratie moeten Nederland en Europa prioriteit blijven geven aan a) het voorkomen dat mensen de zee op gaan en daar verdrinken; b) kwalitatief goede opvang in vluchtelingenkampen; en c) meer perspectief (werkgelegenheid) in herkomstlanden middels gedegen en effectieve ontwikkelingssamenwerking.
Indien het kabinet kan en wil garanderen dat er in theorie én praktijk sprake is van “volledige inachtneming” van mensenrechten en het internationale recht, dan kan de SGP-fractie de inzet van het kabinet inzake de samenwerking met herkomst- en transitlanden zoals Libië en de afspraken omtrent terugkeer naar een “veilig derde land” blijven onderschrijven.
Graag een reactie.
Dankuwel.