8 juni 2022
Stoffer over vuurwerkverbod
Lees hier de bijdrage van SGP-Tweede Kamerlid Chris Stoffer aan het debat over het initiatiefwetsvoorstel van GroenLinks en de Partij voor de Dieren om een vuurwerkverbod in te stellen voor consumenten.
Laat ik helder stellen dat de SGP klaar is met de vuurwerkoverlast. Dat zijn wij eigenlijk al heel lang. We geloven bij de SGP ook niet in het verjagen van boze geesten door vuurwerk. Wat dat betreft hoeft het voor ons ook niet. We zien wel dat het afsteken van legaal vuurwerk elk jaar honderden gewonden veroorzaakt, ook onder onschuldige passanten. Zo wordt een kwart van het aantal slachtoffers veroorzaakt door legaal siervuurwerk. Tienduizenden longpatiënten — het is eerder genoemd — hebben last van de luchtvervuiling tijdens de jaarwisseling. Een deel van de Nederlanders en heel veel dieren hebben genoeg van alle herrie en overlast.
We moeten heel goed met elkaar beseffen dat een deel van de overlast tijdens de jaarwisseling niet te maken heeft met het afsteken van legaal vuurwerk. Daar zijn dus ook gewoon andere maatregelen voor nodig. Maar een deel van die overlast is wél op het conto van legaal vuurwerk te schrijven. Dat willen wij, ook vanuit de SGP, graag aanpakken. Maar de tot nu toe genomen maatregelen voldoen, voor zover wij dat zien, niet. We zullen het voorliggende initiatiefwetsvoorstel daarom ook met een positieve insteek beoordelen. Als 100-jarige partij houden we wel van tradities, maar het vuurwerkbeleid is wat ons betreft toe aan modernisering.
In tegenstelling tot de heer Eerdmans heb ik geen zoontjes, maar alleen dochters. Zij hebben mij geen waarschuwingen meegegeven, dus dat morele dilemma heb ik niet. Maar ik heb wel een paar belangrijke vraagpunten. Het eerste vraagpunt richt zich op de handhavingsproblematiek en het andere op de mogelijkheid om meer ruimte te geven voor vuurwerkevenementen door bijvoorbeeld buurtverenigingen.
Alvorens in te stemmen met een landelijk vuurwerkverbod vindt de SGP het belangrijk om het aspect handhaving heel goed in beeld te hebben. Je zag dat er tijdens de afgelopen jaarwisselingen, toen het tijdelijke vuurwerkverbod gold, weliswaar duidelijk minder vuurwerk werd afgestoken, maar dat het nog steeds wel gebeurde. Daarbij komt dat de coronamaatregelen toen nog golden en er wellicht minder mensen de straat op gingen. Aan dat aspect wordt in de nota naar aanleiding van het verslag voorbijgegaan. Dat betekent hoe dan ook dat de handhaving een heel grote opgave zal zijn.
De indieners erkennen dat er met een permanent vuurwerkverbod in plaats van tijdelijke verboden meer maatregelen genomen moeten worden om de handhaving van het verbod effectiever te maken. Wat betekent dat voor de politie, de ILT en gemeenten? Welke maatregelen zijn precies nodig? Is daar ook voldoende capaciteit voor? En welke bijdrage zouden bijzondere opsporingsambtenaren kunnen leveren, zoals we eerder vanuit de Kamer gevraagd hebben? De initiatiefnemers hebben de politie gevraagd om een quickscan uit te voeren naar de benodigde handhavingscapaciteit. De VNG zou een uitvoeringstoets doen. Ik schat in dat we die stukken nog niet ontvangen hebben, of ik moet niet goed gekeken hebben. Ik zie de initiatiefnemers knikken, dus ik denk dat die stukken nog wel onze kant op komen. Ik denk wel dat het heel belangrijk is om dat heel goed in beeld te hebben. Ik hoor graag de reactie van de indieners, maar ook van de aangeschoven bewindslieden. Mijn vraag aan de bewindslieden is dan ook of zij bijvoorbeeld mogelijkheden zien voor afspraken met omliggende landen over de verkoop van F2- en F3-vuurwerk aan Nederlanders.
De SGP constateert dat een deel van de samenleving hecht aan de vuurwerktraditie. Je kunt natuurlijk je hoofd in het zand steken, maar als je dat negeert, kun je dat als een boomerang terugkrijgen bij naleving en handhaving. De vraag is natuurlijk, en dat is voor ons ook echt wel een heel lastig dilemma: hoe kunnen we daar op een goede manier recht aan doen? In de schriftelijke ronde heeft de SGP gewezen op soorten F2-vuurwerk die relatief weinig slachtoffers lijken te veroorzaken en mogelijk goed te onderscheiden zijn van andere vuurwerksoorten. Ik snap dat de initiatiefnemers en de Raad van State vanuit het oogpunt van handhaving niet happig zijn op het bieden van uitzonderingen op het vuurwerkverbod, maar ik kan me ook voorstellen dat er veilige vuurwerksoorten zijn die goed te onderscheiden zijn van andere. Mijn vraag is of het vanuit het oogpunt van handhaving een begaanbare route zou zijn om daar een uitzondering voor te maken. Of moeten we constateren dat dit onderscheid in de praktijk gewoon niet goed te maken is? Ik hoor het heel graag.
De indieners laten in de nota naar aanleiding van het verslag duidelijk doorschemeren dat ze veel verwachten van georganiseerde vuurwerkshows door professionele gebruikers. Als in elke gemeente zo'n show georganiseerd zou worden, heb je ten minste al 345 professionele gebruikers nodig. In Nederland hebben we, als ik het goed heb, zo'n 2.200 kernen. Dan worden het er nog veel meer. Volgens mij hebben we die 345 professionele vuurwerkafstekers niet, en die 2.200 al helemaal niet. Daarom denk ik dat dit best heel lastig is. Ik ben heel benieuwd hoe de initiatiefnemers dit lastige punt voor zich zien.
Voorzitter, ik wil u graag even meenemen naar Vierhouten. Ik weet niet of u het kent. Ik schat in dat de heer De Hoop het wel kent; het is volgens mij bijna heilige grond voor de Jonge Socialisten. Heel veel mensen zijn daar ooit op een van de campings geweest. Misschien komen de jonge GroenLinksers daar tegenwoordig ook wel.
Maar in dat dorp gebeurt er ook wat anders. De dorpsvereniging organiseert namelijk op een voetbalterrein naast het dorp ieder jaar een vuurwerkshow. Iedere inwoner kan daar een aandeel van €17,50 in kopen. Bedrijven kunnen het sponsoren. De gemeente koopt ook altijd een aantal aandelen. Het is mijn eigen gemeente. Ik ben eigenlijk wel trots op dat mooie initiatief, waarvoor de gemeente overigens een vergunning afgeeft. Er is een professioneel bedrijf bij betrokken. Maar ik kan mij voorstellen dat voor het afsteken van F2- en F3-vuurwerk zo'n soort evenement, maar dan in een laagdrempeliger vorm, gekozen wordt. Wat mij betreft moet er meer ruimte komen voor dit soort vuurwerkshows op centrale plekken in een gemeente. Dat vuurwerk hoeft wat mij betreft niet door die enorm professionele gebruikers afgestoken te worden. Onder voorwaarden zou er ruimte moeten zijn voor dorps- en buurtverenigingen of lokale vuurwerkclubs om dit op basis van een vergunning te regelen.
Gisteren werd ik benaderd door mevrouw Van der Graaf van de ChristenUnie. We hebben er redelijk lang over gesproken en we hebben samen een amendement ingediend om die ontheffingsmogelijkheid vorm te geven. In de interruptiedebatjes met mevrouw Van der Graaf heb ik gezien welke dilemma's er zijn. Die zien wij ook; we hebben er ook over gesproken. Onze insteek is dat we er met zo'n algemene maatregel van bestuur goed handen en voeten aan kunnen geven. Wat ons betreft is dit een gulden middenweg die aan de ene kant recht zou doen aan de bezwaren tegen vuurwerkoverlast en aan de andere kant het deel van de samenleving dat enorm hecht aan de vuurwerktraditie recht doet. Ik hoor heel graag hoe de indieners, maar ook de bewindslieden hiertegen aankijken. Zijn de indieners bereid om in afstemming met de VNG en de politie met een positieve blik naar het amendement te kijken? Willen zij ervoor zorgen dat de VNG het genoemde voorstel meeneemt in de uitvoeringstoets die onze kant nog op komt? Volgens mij past dit heel goed in de commissie voor de Werkwijze van mijn fractievoorzitter Van der Staaij. We kijken niet alleen naar de juridische deugdelijkheid van amendementen, maar vooral ook naar de uitvoerbaarheid ervan.
Ik kom tot een afronding. De aanpak van illegaal vuurwerk moet volgens mij prioriteit blijven houden. Ik hoor heel graag van de bewindslieden hoe zij met hernieuwde energie werk maken van dat probleem, dat volgens mij het grootste probleem is. Ik denk ook aan de drank en drugs die eerder naar voren zijn gekomen. In mijn bijdrage heb ik mij vooral op het vuurwerk zelf gericht. Als ik het mij goed herinner heb ik het ook de heer Knops horen zeggen: zou het helpen om dat zware vuurwerk eerder als wapen onder de Wet wapens en munitie aan te merken?