7 juli 2021
Stoffer over verslag van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK)
Lees hier de bijdrage van SGP-Kamerlid Chris Stoffer aan het debat over het verslag van de Parlementaire Onderzoekscommissie Kinderopvangtoeslag (POK). Gehouden op 7 juli 2021.
Bij de voorbereiding van dit debat heb ik het rapport van de parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag opnieuw tot mij genomen. Hoewel ik de inhoud uiteraard al kende - er is veel over geschreven en gesproken - was ik opnieuw verbijsterd en onthutst over wat daarin staat. De grondbeginselen van de rechtsstaat zijn geschonden, de informatiehuishouding is belabberd, en zo zou ik nog een hele tijd door kunnen gaan. Maar het ergste is dat heel veel gezinnen, ouders en kinderen, onrecht is aangedaan. En onrecht tegengaan is een van de allerbelangrijkste taken die we in de politiek hebben. Zeker daar waar het om kwetsbare mensen gaat, moeten we alles in het werk stellen om onrecht met hand en tand te bestrijden.
Dat gaat niet vanzelf. De toeslagenaffaire laat ons wat dat betreft ook direct de feiten zien. We kunnen denken dat we alles goed geregeld hebben en dat we de juiste wetgeving invoeren, maar we kunnen ondertussen de concrete uitwerking op mensen uit het oog verliezen. Daar past als politiek ook de hand in eigen boezem bij. Daarom ben ik blij dat de Kamer ook zelf aan de slag gaat om dit soort totaal verkeerde afslagen te voorkomen, bijvoorbeeld door meer aandacht te besteden aan het evalueren van wetten en - het was ook een oproep van collega Omtzigt - door meer tijd en energie te steken in het behandelen van wetsvoorstellen. Wat dat betreft moeten we ook echt zelf in de spiegel kijken en dat de komende jaren ook echt doen. Er zijn geen excuses, wat dat betreft.
Ik wil vanaf deze plaats ook nogmaals de commissie-Van Dam bedanken voor het vele werk. Als reactie op het rapport dat zij geschreven hebben, is zelfs het kabinet afgetreden. En hoewel dat niet de inzet van de commissie was, laat dat wel de ernst van de zaak zien.
Ik wil vanaf deze plaats ook de heer Omtzigt en mevrouw Leijten - ik denk dat het gepast is om ook de heer Azarkan te noemen, al is hij nu even uit de zaal -bedanken voor de grote rol die zij hebben gespeeld in het blootleggen van de problemen die wij hier bespreken.
Nieuwe instanties
Er zijn tientallen acties in gang gezet als reactie op de toeslagenaffaire. Daaronder vallen ook veel nieuwe teams, instanties en aanspreekpunten: Stellateams, Stella Light-teams, maatwerkplaatsen. Het is inderdaad hard nodig om de kloof tussen de overheid en burgers en bedrijven te overbruggen. Daarvoor zijn loketten en dergelijke nodig. Ik hoop daar straks ook nog wel iets over te zeggen, maar tegelijkertijd vind ik het van belang dat we geen web van instanties optuigen, waardoor het risico ontstaat dat burgers in een doolhof verdwalen en daardoor die kloof nog groter wordt. Vandaar mijn vraag aan de minister-president of hij hierop kan reflecteren. Tuigen we nu een raamwerk voor een beter toegankelijke overheid op, of dreigen we misschien wel weer in een doolhof van instanties te verzeilen? En op welke manier wordt gebruikgemaakt van bestaande instanties, en hoe we versterken we die? Dan denk ik bijvoorbeeld aan de Ombudsman en het Juridisch Loket.
Belastingkantoren / loketten
Loketten waar burgers en bedrijven iemand van vlees en bloed kunnen spreken, kunnen ook veel vertrouwen herstellen. Collega Grinwis had het erover en collega Leijten interrumpeerde daarop, dus ik denk dat het goed is om daar in tweede termijn nog wat uitspraken over te doen als Kamer. Ik heb er in het verleden bij alle belastingdebatten ook om gevraagd in het kader van belastingkantoren.
In de stand van zaken qua vervolgacties las ik dat deze maand nog een steunpunt in Terneuzen, in Zeeland, wordt opengesteld, waar burgers terechtkunnen voor fysieke hulp bij belasting- en toeslagzaken. Dat is positief. Laat ik wat dat betreft dat compliment hier ook geven. Ik hoop dat het zo is dat nu er één schaap over de dam is, er meer volgen. Tegelijkertijd heb ik ook de vraag hoe dat vervolg eruitziet. Staan er nog meer fysieke loketten op de rol? En, zo ja, waar en wanneer?
De kosten van de afwikkeling zijn hoog. Dan kijk ik niet zozeer naar de kosten van het herstel voor de gedupeerde gezinnen, maar naar de kosten van alle plannen die het kabinet voorstelt. Het gaat vaak om grote posten, die ook vaak nog nader ingevuld moeten worden. Zo worden er honderden miljoenen uitgegeven aan informatiehuishouding en actieve openbaarmaking. De Kamer heeft ingestemd met de bijbehorende begrotingen, maar ik zou wel graag de toezegging krijgen dat de Kamer op de hoogte wordt gehouden van de nadere invulling van de budgetten. Want we moeten voorkomen dat we vluchten in systemen. Dat moeten we niet doen. We moeten wat mij betreft streven naar meer eenvoud en naar meer menselijk contact, want dat is waar de Nederlandse samenleving echt behoefte aan heeft.
Dialoog tussen partijen
Het rapport laat zien dat op diverse plekken zaken verkeerd zijn gelopen. Zowel voor het kabinet als de Kamer liggen er verbeterpunten. Maar ook de rechtspraak wordt in het rapport aangesproken. Ik vind het ingewikkeld om daar te veel op in te gaan, ook gezien de scheiding der machten, maar het lijkt de SGP wel goed dat we de dialoog tussen de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht verbeteren. Wellicht kunnen we daar ook de uitvoeringsinstanties bij betrekken. Door de dialoog kunnen zaken sneller opgepakt worden en missers zoals de toeslagenaffaire wellicht in de toekomst worden voorkomen. Ook hier hoeft niet per se een nieuw raamwerk voor opgetuigd te worden, omdat de Raad voor de rechtspraak hier een belangrijke rol in kan spelen. Mijn vraag aan de minister-president is of hij bereid is om samen met de Raad voor de rechtspraak te bezien hoe de dialoog tussen de rechterlijke macht, het kabinet en de Kamer versterkt kan worden.
Verwachtingen
Als we de afgelopen tijd iets geleerd hebben, is het wel dat hoge verwachtingen die niet uitkomen, weinig goeds doen en dat hoop op snelle oplossingen soms - laat ik maar gewoon zeggen: meestal - ijdele hoop is. Ik heb daarover nog een aantal vragen aan de staatssecretaris. We willen allemaal dat de gedupeerde ouders en kinderen zo snel mogelijk geholpen worden. En het heeft al heel lang geduurd. Maar tegelijkertijd hebben ouders er helemaal niets aan als beloftes niet nagekomen worden. Sterker nog, dat zorgt alleen maar voor meer pijn en meer teleurstellingen. In de laatste voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag moesten opnieuw verwachtingen worden bijgesteld doordat minder ouders dan verwacht geholpen konden worden.
De vragen die ik hierover aan de staatssecretaris wil stellen, zijn de volgende.
- Is de staatssecretaris het met mij eens dat we voorzichtig moeten zijn met het scheppen van verwachtingen en dat het soms gewoon beter is om eerlijk te zeggen dat het langer duurt dan om ouders door niet nagekomen beloftes teleur te stellen?
- Hoe gaat de staatssecretaris ervoor zorgen dat er een meer realistische planning komt, waar ouders en ook wij als politiek echt op kunnen rekenen?
Hoe voorkomen we dat oplossingen die met veel tamtam gepresenteerd worden, de verwachtingen niet kunnen waarmaken? Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan de Catshuisregeling. Het leek alsof ouders nu eindelijk snel en goed geholpen konden worden, maar vervolgens doemden er problemen op, bijvoorbeeld met schuldeisers. Daar is dan nu op een gekunstelde manier wel een oplossing voor gevonden, maar die leidt ertoe dat ook ouders die €100 of €200 schade hebben geleden, €30.000 krijgen en direct van alle problemen af zijn, terwijl de echt schrijnende en ingewikkelde situaties juist daardoor alleen maar langer moeten wachten.
De kans dat hetzelfde gebeurt met maatregelen die het kabinet wil nemen in het kader van bijvoorbeeld de informatiehuishouding en het versterken van de tegenmacht, is aanzienlijk.
- Mijn vraag aan de minister-president is dan ook hoe hij hier de opgeblazen verwachtingen tempert.
- Hoe voorkomen we dat er over een paar jaar een nieuw rapport ligt met vergelijkbare conclusies ondanks dat er bij het kabinet en bij iedereen die erbij betrokken is, goede bedoelingen zijn?
- En vooral: hoe wordt de Kamer op de hoogte gehouden van de stand van zaken van álle acties? Zal de minister-president bijvoorbeeld de Kamer ieder halfjaar een voortgangsrapportage doen toekomen?
Tot slot
In het begin van mijn betoog zei ik al dat onrecht tegengaan een van de allerbelangrijkste taken van de politiek is. Onrecht is niet van de ene op de andere dag opgelost. En het vraagt ook gewoon voortdurend om inzet van ons allemaal om onrecht tegen te gaan. Het is een hardnekkig probleem dat we de wereld nooit uit zullen krijgen. En toch moeten we eraan werken. Het is een taak van kabinet en Kamer om hier voortdurend alert op te zijn, op welk dossier dan ook. Maar het is ook een taak van kabinet en Kamer om het grote onrecht dat de ouders waar het hier over gaat is aangedaan, te herstellen. Nogmaals, laten we dan niet vluchten in systemen. Laten we streven naar eenvoud en naar een menselijk gezicht - gewoon echte mensen die contact met elkaar hebben - vanuit de Nederlandse overheid richting onze burgers.