14 september 2022
Stoffer over defensienota
Lees hier de bijdrage van SGP-Kamerlid Chris Stoffer aan het commissiedebat over de defensienota 2022.
Van kaalslag naar slagkracht. Dat lijkt de koerswijziging die met de defensienota 2022 wordt doorgezet. En die omslag komt geen seconde te vroeg! Vrede in Europa is eens te meer fragiel gebleken, we kunnen het ons niet permitteren te doen alsof oorlog ons bespaard zal blijven. Bondskanselier Scholz sprak eerder dit jaar niet voor niets van een Zeitenwende en trok 100 miljard uit voor de Bundeswehr. Wij mogen niet achterblijven.
De SGP is zoals u hoort gematigd positief over de nota en mijn partij, dat wil ik nog even onderstrepen, is ook blij dat Defensie kiest voor goed werkgeverschap. Juist een leger dat in noodgevallen het uiterste eist van zijn werknemers mag niemand achterlaten, niet op het slagveld, maar ook niet in de kazernes. De nieuwe CAO zorgt voor betere salarissen, er komen meer reservisten. Ook de versterking van ondersteuning voor oefeningen en inzetten is cruciaal. Zo zou ik even kunnen doorgaan.
Toch heeft de SGP nog een paar dringende vragen, als u meent daarin milde kritiek te horen vind ik dat u de juiste conclusie heeft getrokken.
Ten eerste: hoe verhouden de zes ‘actielijnen’ in de defensienota 2022 zich tot de tien ‘inrichtingsprincipes’ in de defensievisie 2035? Waarom laat de nota bepaalde principes, zoals escalatiedominantie, goeddeels buiten beschouwing? Ik bedoel dit niet als theoretische exercitie: het gaat de SGP om de samenhang van beleidskeuzes!
Ten tweede: kan de minister de keuze voor specialismen toelichten? Wie kan tegen excelleren zijn en excelleren vereist specialisatie maar dan,
- wel graag met een helder mandaat, ik denk aan samenwerking met Duitsland, en
- met behoud van de solide basis van een robuuste krijgsmacht die haar grondwettelijke taken na kan komen.
Zoals bekend werkt de SGP aan een wetsvoorstel om dit stevig te verankeren.
Ten derde blijft onduidelijk: is de NAVO of is de EU hoeksteen van onze vrede en veiligheid? Hier hinkt Nederland op twee gedachten, maar als de theorie praktijk wordt is het verstandig heldere keuzes te maken.
De SGP zegt: laat de NAVO militair-strategisch de lead behouden. En laten we ons in Europa richten op bi- of multilaterale afspraken over aanschaf en ontwikkeling van materieel, interoperabiliteit en standaardisatie. Zo bouwen we aan een sterke Europese poot binnen de NAVO. Deelt het kabinet deze zienswijze?
Mijn vierde aandachtspunt betreft specifiek de Koninklijke Landmacht. De NAVO heeft nadrukkelijke verzocht de landstrijdkrachten te versterken.Daarnaast heeft juist dit legeronderdeel relatief grote offers gebracht bij de levering van onder meer pantserhouwitzers en munitie aan Oekraïne. Uitstekend! Maar dat roept wel een dringende vraag op: hoe wordt specifiek de landmacht hiervoor evenredig gecompenseerd? Daarover lees ik niets in de brief van gisteren over €526 miljoen compensatie. En wat zijn de concrete plannen met betrekking tot de in de nota aangekondigde aanschaf van raketartillerie?
Mijn laatste vraag betreft de Nederlandse defensie-industrie. Nederland wil beschikken over een eigen technologische en industriële basis. Maar over het ‘hoe’ blijft de defensienota vaag. Neem de onderzeeboten. Van schroef tot torpedosysteem, en van ballasttank tot periscoop: Nederland heeft kennis erover in huis. En die kennis en kunde moeten we gebruiken. Zorgt de staatssecretaris voor een gunningsmodel dat maximale betrokkenheid van de Nederlandse industrie bij ontwerp, bouw en onderhoud garandeert? Mijn wens is dat we aan het eind van het traject niet te horen krijgen, we hebben ons best gedaan, maar het is niet gelukt helaas. Dat niet!
Ik begon mijn bijdrage met de zin “Van kaalslag naar slagkracht”. Ik hoop dat juist die slagkracht de ongekende catastrofe van een militair slagveld zal helpen voorkomen.