1 februari 2023
Stoffer over defensie
Op woensdag 1 februari debatteerde de Commissie Defensie over de 'Defensie Industrie Strategie'. Namens SGP en Volt sprak Chris Stoffer. Zijn inbreng is hieronder te lezen.
“Speak loudly and carry a small stick.”Waar de SGP de afgelopen jaren soms het gevoel bekroop dat dit ons defensiebeleid kenmerkte - de staatssecretaris zal de knipoog naar de Amerikaanse president Roosevelt herkend hebben - wordt inmiddels gewerkt aan die stevige stok om onze woorden kracht te kunnen bijzetten.
Om Defensie duurzaam te versterken, werken de SGP en Volt - ik mag vandaag ook namens hen spreken - samen met VVD en CDA aan een wet om de NAVO-norm vast te leggen en zo een omslag teweeg te brengen voor een ijzersterke Europese poot binnen de NAVO.
Tegelijkertijd vraagt dit doel om het serieus in stelling brengen van onze defensie-industrie. SGP en VOLT kunnen zich daarom op hoofdlijnen goed vinden in de brief over de Defensie Industrie Strategie in een nieuwe geopolitieke context, als vervolg op de DIS uit 2018. Zo steunen wij de inzet op innovatiedomeinen als radars en sensoren, IT en cyber. Tegelijk hebben wij aantal vragen en aandachtspunten.
Deltaplan marinebouw
Ten eerste wijzen wij op het belang van het behoud van ons zelfscheppende maritieme cluster, één van onze ‘topsectoren’, omdat dit kansen biedt voor nationale en Europese strategische autonomie, en voor de Nederlandse positie binnen verschillende vormen van EU- en NAVO-samenwerking.
Dit vraagt om ten minste twee concrete keuzes:
- Kom met een ‘Deltaplan marinebouw’: maak als Defensie, EZK, I&W en Financiën, in lijn met de aangenomen motie-Graus c.s., werk van een integraal nationaal maritiem industriebeleid.
- Neem in dat kader met prioriteit maatregelen tegen het ongelijke speelveld waar de sector mee te kampen heeft. Dit kan onder meer via hoogwaardige ‘launching customerprojecten’, een innovatief aanbestedingsbeleid waarin naast de aanschafprijs ook borging van kennis en economische waarde een rol spelen, en via sterkere samenwerking met gelijkgestemde landen.
Ik hoor graag of de staatssecretaris dit oppakt.
Strategische Autonomiefonds
Dat brengt me bij mijn tweede aandachtspunt: de financiering van alle mooie plannen in de DIS. Ik noemde al de launching customerprojecten; ik lees over extra inzet op startups en scale-ups en op de Nederlandse positionering binnen Europese en NAVO-fondsen. Dat is allemaal goed en wel.
Maar hoe gaan we dit allemaal betalen? De SGP en VOLT willen graat een concreet voorstel doen voor een speciaal, revolverend fonds, vergelijkbaar met de werkwijze van InvestNL, dat voor al deze projecten – groot en klein – van grote waarde kan zijn. Noem het een ‘Strategische Autonomiefonds’.
- Is de staatssecretaris bereid de mogelijkheid en meerwaarde van zo’n fonds concreet te verkennen, en hier nader op terug te komen?
In lijn hiermee, maar parallel, dringen SGP en VOLT aan op een voortvarende aanpak van knelpunten rond de bancaire en financiële dienstverlening, om zo de financiering van de defensie-industrie – die nogmaals nodig is voor onze vrede en veiligheid – soepeler te laten verlopen. Wat is de inzet van de staatssecretaris op dit punt?
Instandhouding
Mijn derde boodschap is: zet nog meer in op speciale ecosystemen voor onderhoud. Rond de instandhouding van de F-35 is in Woensdrecht bijvoorbeeld veel bedrijvigheid ontstaan. Ook andere legeronderdelen, waaronder marine en landmacht, hebben of krijgen wapens waar dit voor kan gelden. Welke mogelijkheden ziet de staatssecretaris, en heeft dit nadrukkelijk zijn aandacht?
Onderzeeboten
Ook vanaf dit punt is de brug snel geslagen naar de vervanging van onderzeeboten. De SGP-fractie waardeert de rapportage over onder meer Nederlandse betrokkenheid bij ontwerp, bouw en instandhouding, en over de inzet van Economische Zaken inzake de ICA’s. De SGP heeft daarover deze vraag: Hoe worden de ICA’s meegewogen in het uiteindelijke gunningsbesluit? Wat gebeurt er als uit het ‘Defensieproces’ een andere kandidaat rolt dan uit het parallelle ‘EZK-proces’ met de ICA’s? Is hier al een wegingsmechanisme voor, dat de Kamer achteraf ook kan toetsen?