4 februari 2015

Stikstof

Laat bedrijven niet in stikstofaanpak stikken

Vandaag debatteert de Tweede Kamer met staatssecretaris Dijksma over de Programmatische Aanpak Stikstof. Al jarenlang verloopt de vergunningverlening voor bedrijven in de buurt van Natura 2000 gebieden moeizaam. De PAS moet ervoor zorgen dat én werk gemaakt wordt van natuurherstel én ruimte geboden wordt voor bedrijfsontwikkeling. De SGP volgt de PAS kritisch. De SGP maakt zich zorgen over de juridische houdbaarheid. De SGP wil onder meer berekeningen die meer recht doen aan de werkelijkheid en een minder strikte (juridische) koppeling tussen toedeling van ontwikkelruimte en uitvoering van natuurmaatregelen.  

Dank voor al het verzette werk rond de Programmatische Aanpak Stikstof. We moeten het er voorlopig mee doen. De vergunningverlening heeft veel te lang op z’n gat gelegen. De SGP blijft wel kritisch en stelt enkele wijzigingen voor.

De SGP blijft zich grote zorgen maken over de juridische houdbaarheid. Mag het maatregelenpakket überhaupt als ‘mitigerend’ aangemerkt worden? Als je de voorwaarden uit het recente A2-arrest strikt interpreteert, blijft er van de PAS weinig over. Moeten bijvoorbeeld de hydrologische maatregelen niet sowieso uitgevoerd worden, ook al zouden er geen nieuwe depositie veroorzakende projecten bijkomen? Het PAS-programma gaat hier helemaal aan voorbij. Graag meer inzicht. Als ook een rijbewijs wordt gevraagd, kun je niet met alleen een paspoort aankomen. Ook in de uitvoering zitten verschillende kwetsbare plekken. Wat was het advies van de landsadvocaat? Kunnen wij die krijgen?

Met Aerius worden ontwikkelruimte en depositiebijdragen tot op hectareniveau berekend. De hectares met de minste ontwikkelruimte zijn de zwakste schakels en daarom meer bepalend voor de daadwerkelijke ontwikkelmogelijkheden dan het gemiddelde voor het hele gebied. Welbeschouwd is het een farce. Stikstof komt uit het hele land aanwaaien. Het model gaat er zelfs vanuit dat alle koeien in een provincie even vaak in de wei lopen. Desondanks weet Aerius ons exact te vertellen dat de depositiedaling hier 60 mol lager zal zijn dan 300 meter verderop. De SGP pleit voor berekeningen met een veel lagere resolutie, bijvoorbeeld op het niveau van 10 hectare.   

Aan toestemmingsbesluiten wordt de eis gekoppeld dat projecten binnen een jaar gerealiseerd moeten worden. Dat is te kort. In verschillende gevallen is sprake van andere vergunningaanvragen en juridische procedures. Ik pleit voor op z’n minst een hardheidsclausule.

Zeeland lijkt vooralsnog niet op slot te gaan. Bij tegenvallers kan het echter zo weer mis gaan. Dat is bizar, omdat de absolute depositie relatief laag is en blijft. In het Oosterschelde- en Westerscheldegebied gaat het bovendien om splinters overbelaste natuur. Ik vraag de staatssecretaris om hier een eind aan te maken ofwel door de aanwezige habitattypen als ‘aanwezig, maar verwaarloosbaar’ aan te merken ofwel door eventueel herstel van deze natuur los te koppelen van de stikstofdepositie. 

De SGP maakt zich zorgen over de vergunningverlening voor de vele bedrijven die na 2005 veelal onbewust zonder houdbare vergunning uitgebreid hebben. Die depositie is meegerekend in de PAS en daarom Natura 2000 proof. Het programma laat provincies desondanks vrij om een eigen lijn te trekken. Maar, de staatssecretaris had toch gezegd dat legalisering niet meer dan een formaliteit zou zijn? Ik vraag om garanties dat deze vergunningen gewoon afgegeven worden, tenzij ondernemers willens en wetens rode stoplichten genegeerd hebben.

Gemiddeld 56% van de extra agrarische emissiereductie moet volgens de afspraken weer als ontwikkelruimte voor deze sector terugkeren. Het programma schrijft dat het gaat om gemiddeld 56% tot, schrik niet, 2031. Verder gaat het om gemiddeld 56% voor heel Nederland, waarbij op gebiedsniveau ontwikkelruimte voor de landbouw gewoon opgesoupeerd kan worden door prioritaire projecten. Wat koopt de sector hiervoor? Dit is veel te gemiddeld. De SGP wil middeling over maximaal drie jaar en betere garanties voor voldoende beschikbaarheid van agrarische ontwikkelruimte in álle gebieden. 

Verder wil de SGP  …dat provinciale beleidsregels voor toedeling van ontwikkelruimte niet discrimineren tussen projecten in eigen provincie en projecten over de provinciegrens,
…dat meer ontwikkelruimte beschikbaar gesteld kan worden als de economische groei lager uitvalt dan 2,5%, en …dat de effecten van de extra Brabantse emissiereductie in de rest van Nederland binnen de PAS meegerekend worden.

Alles overziend: waar zijn we mee bezig? Gedetailleerde berekeningen met enorme onzekerheidsmarges. Strikte koppeling tussen uitgifte van ontwikkelruimte en uitvoering van herstelmaatregelen, inclusief uitgebreide, jaarlijkse monitoring, terwijl het vooral hydrologische maatregelen betreft die weinig te maken hebben met stikstofdepositie. De kritische depositiewaarde die nog steeds als onhaalbare en onnodige stip aan de horizon staat. Duitse boeren die vlak over de grens hun gang kunnen gaan. Het zorgt voor enorme juridisering, veel frustratie en gebrek aan prioriteitsstelling. Ik roep de staatssecretaris op om de eerste PAS-periode ook te benutten om fundamenteel andere keuzes te maken, bijvoorbeeld door wel in te zetten op natuurherstel, maar dan niet strikt gekoppeld aan de uitgifte van ontwikkelruimte. Die ontspanning is nodig om een nieuwe burn out te voorkomen.

Tot slot nog het ontwerpbesluit huisvesting. Nieuwe pluimveestallen moeten in het hele land aan strenge normen voor fijn stof emissie gaan voldoen. De fijn stof problematiek doet zich echter met name in vee dichte regio’s voor. De SGP vraagt de regering om de normstelling tot deze regio’s te beperken.