30 april 2021
Schriftelijke vragen Bisschop over de IND
Lees hier de schriftelijke vragen van Kamerlid Roelof Bisschop (SGP) en Kamerlid Don Ceder (ChristenUnie) aan de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht dat een groep bekeerlingen door de IND als niet geloofwaardig wordt bestempeld.
- Heeft u kennisgenomen van het bericht ‘Stichting Gave: Asielonrecht voor bekeerlingen’ in het Reformatorisch Dagblad van 23 april jl. , het bijbehorende persbericht van stichting Gave en het door stichting Gave gepubliceerde zwartboek ‘Ongelofelijk. Onrecht in de geloofwaardigheidsbeoordeling van geloofsovertuiging’?
- In hoeverre deelt u de analyse van stichting Gave dat er sprake is van asielonrecht onder bekeerlingen omdat ‘de IND er niet in slaagt om in alle individuele zaken van bekeerlingen recht te doen’ en dat er in het asielsysteem ‘onvoldoende waarborgen’ zijn dat de vreemdeling recht wordt gedaan in de rechtspraak?
- Hoe wordt op dit moment omgegaan met gevallen waarbij voor de IND moeilijk is vast te stellen of een bekeringsverhaal geloofwaardig is?
- In hoeverre hebben de betrokken medewerkers van de IND op dit moment voldoende expertise om zorgvuldig te beslissen ten aanzien van asielaanvragen van bekeerlingen?
- Welke rol en betrokkenheid is daarnaast weggelegd voor externe, deskundige partijen in dit proces?
- In hoeverre wordt hiermee voldaan aan de (internationale) richtlijnen voor ‘deskundigen’?
- Welke invloed hebben de expertiserapporten van deze partijen en hoe wordt dit gewogen bij de uiteindelijke beslissing ten aanzien over de asielaanvraag, ook tegen de achtergrond van de ‘integrale geloofwaardigheidstoets’? Vindt u dat het oordeel van de deskundigen hier altijd voldoende in wordt meegewogen?
- Hoe reageert u op de stelling van stichting Gave dat er sprake is van een ‘hoge mate van willekeur in de besluitvorming én in de jurisprudentie’ in zaken waarin de IND een gestelde bekering tot het christelijke geloof niet geloofwaardig vindt?
- Hoe reageert u op de stelling van stichting Gave dat rechters niet eenduidig zijn in het goed meewegen van tegenbewijs van advocaten, dat de rechtbank een procedurele toets doet en de IND vervolgens deze rechterlijke uitspraken gebruikt als een onderstreping van het inhoudelijke oordeel over de geloofwaardigheid van het bekeringsverhaal? Deelt u de mening dat dit onwenselijk is, en hoe wordt dit in de toekomst voorkomen?
- Klopt het dat de zogeheten Taskforce ook complexe zaken van bekeerlingen behandelt, zoals gesteld door Stichting Gave?
- Hoeveel ervaring hebben de medewerkers van deze Taskforce gemiddeld?
- Klopt het dat als gevolg van de versnelde afhandeling van asielaanvragen door de Taskforce gesprekken met bekeerlingen worden gevoerd door op dit specifieke punt onervaren medewerkers? En klopt het dat daarbij in individuele gevallen gebruik wordt gemaakt van middelen als schriftelijk horen en telehoren? Zo ja, deelt u de mening dat dit onwenselijk is voor een zorgvuldige beoordeling van deze casussen, en wat gaat u hier dan aan doen?
- Klopt het dat er door het werk van de Taskforce veel zaken van bekeerlingen niet tijdig worden afgerond maar opnieuw te maken krijgen met een nieuwe wachttijd zonder termijnen? Zo ja, deelt u de mening dat dit onwenselijk is, en wat gaat u hieraan doen?
- Bent u ervan op de hoogte dat het voor advocaten of andere rechtsbijstandsverleners moeilijk is om in procedures van de Taskforce begeleiding en bijstand te bieden? Wat kunt u hieraan verbeteren?
- Hoe kan de expertise van de IND om onderscheid te maken tussen geloofwaardige en ongeloofwaardige bekeringsverhalen vergroot worden?
- Welke rol kunnen externe partijen spelen in het vergroten van de expertise op dit punt, zodat dit uiteindelijk ook wordt meegewogen bij besluitvorming door de IND en de rechter?
- Hoe gaat u ervoor zorgen dat er in het asielsysteem ook voor deze mensen voldoende waarborgen zijn, zodat recht wordt gedaan aan hun zaak?
- Kunt u bij uw reactie op het rapport ‘Ongehoord. Onrecht in het vreemdelingenrecht’ ook specifiek ingaan op de door stichting Gave gepubliceerde zwartboek ‘Ongelofelijk. Onrecht in de geloofwaardigheidsbeoordeling van geloofsovertuiging’ en de daarin benoemde knelpunten en aanbevelingen bij de behandeling en beoordeling van bekeerlingen?