14 oktober 2022
Roelof Bisschop over begroting Binnenlandse Zaken
Lees hier de bijdrage van SGP-Kamerlid Roelof Bisschop aan het begrotingsdebat over Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Welke opvallende vernieuwingen brachten de verkiezingen van 1922? Ik ben benieuwd wat de minister daarop zou antwoorden. Laat ik er zelf drie noemen. In 1922 was voor het eerst sprake van algemeen kiesrecht. Tegelijk werden door een hogere drempel de mogelijkheden voor kleine partijen beperkt om een zetel te bemachtigen in het parlement. Het is in dat licht, in de derde plaats, temeer bijzonder dat de SGP juist honderd jaar geleden voor het eerst met een zetel in de Tweede Kamer kwam en daarna in omvang bleef groeien. Het ministerie van Binnenlandse Zaken bestond toen al ruim honderd jaar, maar werd juist vanaf die tijd slanker door het afstoten van taken naar nieuwe ministeries zoals onderwijs, sociale zaken en landbouw. Gelukkig bestaat niet alleen de SGP honderd jaar later nog steeds, maar ook het ministerie van BZK als kerndepartement en kunnen we het debat over oude en nieuwe thema’s blijven voeren. De SGP verdeelt deze inbreng in twee delen, namelijk het ambt van de overheid en de kloof tussen Randstad en regio.
Ambt van de overheid
De minister van Binnenlandse Zaken heeft een belangrijke rol in het beschermen van de rechtsstaat en het waarborgen van de grondrechten van burgers. We hebben in de afgelopen tijd verontrustende situaties gezien, zoals de situatie van boeren en van uithuisplaatsingen. Wat doen we als we constateren dat de overheid de rechtszekerheid van burgers niet waarborgt en handelt in strijd met toezeggingen en wettelijke normen? Wat doen we als zelfs inspecties de hoop opgeven en aangeven dat het toezicht niet tot verbetering kan leiden? Ik ben benieuwd naar de visie van de minister op haar verantwoordelijkheid hierin. Wanneer komt trouwens de uitwerking van de plannen over de rijksinspecties? De SGP vraagt nog aandacht voor drie specifieke thema’s:
- Grondwet
- De regering schrijft in de begroting fier dat de Minister van BZK de hoeder is van de Grondwet. Dat is mooi. Volgend jaar beleven we weer een jubileum, want dan is het 175 jaar geleden dat de Grondwet van 1848 tot stand kwam. Hoe gaat de minister hier aandacht besteden tegen de achtergrond van de actuele uitdagingen? Wil zij hierover in gesprek gaan met de Stichting Grondwetcampagne 2023?
- Waarnemend burgemeester
- De SGP ziet graag de hoofdlijnen tegemoet van het wetsvoorstel om de positie van de waarnemend burgemeester te verbeteren. Het zou goed zijn om daar met een brede blik naar te kijken en bijvoorbeeld ook de herbenoeming erbij te betrekken. Wat zijn de criteria daarvoor? Deelt de minister de mening dat de keuze om een waarnemend burgemeester te benoemen geen instrument mag zijn om de geesten rijp te maken voor een fusie?
- Gelijke behandeling
- De minister van BZK is verantwoordelijk voor de Algemene wet gelijke behandeling. De SGP heeft de indruk dat die taak actiever kan worden ingevuld. Het is bijvoorbeeld opvallend dat het wetsvoorstel over zelfidentificatie in de burgerlijke stand alleen is ondertekend door Justitie en Onderwijs, terwijl indringende afwegingen van gelijke behandeling aan de orde zijn. Het lijkt erop dat nauwelijks rekenschap wordt gegeven wat bijvoorbeeld de consequenties zijn voor de uitzonderingen in het Besluit gelijke behandeling. Hoe ziet de minister haar rol hierin?
Groeiende tegenstelling Randstad en regio
Het ministerie van Binnenlandse Zaken gaat sinds 1932 niet meer over boeren. Toch moet het recente rapport van verkenner Remkes voluit de aandacht van de minister hebben. De verkenner legde glashelder uit dat achter de zorgen van boeren een groeiende afstand schuilt tussen Randstad en landelijk gebied én tussen stad en platteland. Veel burgers ervaren een groeiend verschil in economische positie en kansen en zien belangrijke voorzieningen verdwijnen. Denk aan het sluiten van de laatste school in het dorp, het weghalen van bushaltes en het verdwijnen van pinautomaten. Ik noem drie zaken die direct raken aan de verantwoordelijkheid van het ministerie.
- Eerlijke spreiding van werkgelegenheid
- Om voldoende kansen op werk te bieden aan inwoners buiten de regio, is de werkgelegenheid bij de Rijksoverheid een belangrijke factor. Het jaarlijkse overzicht baart de SGP toch wel wat zorgen. We zien hier en daar plusjes, maar is het bijvoorbeeld eerlijk dat alleen al de toename van het aantal banen in Zuid-Holland in 2021 groter is dan het totaal aantal banen in Zeeland? De provincies Friesland, Flevoland, Limburg en Zeeland zijn sterk onderbedeeld, met Zeeland als absoluut dieptepunt onder de 1 procent van de bevolking. Zouden we niet meer sturend moeten optreden, bijvoorbeeld met richtlijnen voor evenredige verdeling
- Herindelingen
- Een opvallende afwezige in het kabinetsbeleid blijft de thematiek van herindelingen. Het gaat daarbij om besluiten die de leefomgeving van de burgers direct raken. Welke positieve rol kan het kabinet hierin vervullen? Geldt het beleidskader van het vorige kabinet onverkort of kunnen we nieuwe accenten verwachten? De SGP vindt dat we lering moeten trekken uit de ervaringen in recente herindelingen. William van Diepen, inwoner van de voormalige gemeente Sint Pancras, schreef bijvoorbeeld een dik boek over het ontstaan van de nieuwe gemeente Dijk en Waard. Hij stelt onder meer dat de uitvoering van draagvlakonderzoek duidelijker omschreven moet worden om veldslagen bij herindelingen te beperken. Gaat de minister zulke concrete suggesties overwegen?
- Kiesdrempel
- De minister heeft aangekondigd de restzetelverdeling in gemeenten te willen aanscherpen. De SGP vindt dit moeilijk te volgen. Hoe is nu aannemelijk te maken dat juist deze restzetels bijdragen aan een bestuurlijke impasse? Kijk bijvoorbeeld naar de gemeente Den Haag. Daar heeft alleen FVD dit jaar een restzetel gekregen die net niet op eigen kracht werd gehaald, maar die ene zetel was toch echt niet de oorzaak van de lange formatieduur. Het probleem lijkt bijvoorbeeld eerder gelegen in de slinkende omvang van de grote partijen. De SGP hoort ook graag hoe de minister kijkt naar de effecten voor kleine gemeenten. Kan de huidige verdeling daar niet juist bijdragen aan een betere afspiegeling, waarbij partijen met één zetel soms een bemiddelende rol kunnen vervullen?