18 april 2018

Pas op met blauwdrukken voor herindeling

Herindelingen grijpen diep in op de lokale samenleving. Opnieuw gaan tientallen gemeenten op in een groter geheel. De SGP vindt het belangrijk dat er niet zomaar met een blauwdruk voor een ideale gemeente wordt gewerkt. Gemeenten zijn in de eerste plaats zelf verantwoordelijk. Voortdurende opschaling zet het bestuur nóg verder van de burger.

Uitgangspunt moet daarom zijn dat herindelingen van onderop plaatsvinden. De basis is vrijwilligheid en voldoende politiek en maatschappelijk draagvlak. ‘Gedwongen huwelijken’ zijn in het algemeen niet de beste. Ook moeten we af van het automatische idee dat grootschaligheid beter is dan bestuur dat dicht bij de burger staat. Samenwerking kan een goed alternatief zijn – en dan vooral als ‘gezamenlijk de schouders eronder zetten in plaats van een dwangbuis. Bij de beoordeling van de voorstellen is het denkkader van de SGP als volgt: 

  1. Herindeling kan diep ingrijpen in de lokale samenleving. Het dient daarom alleen van onderop plaats te vinden. De SGP vindt het ongewenst dat er door provincies of het rijk een soort blauwdruk wordt gemaakt van ‘de ideale gemeente’ die uitgerold wordt over het land.
  2. Het uitgangspunt van herindelingen hoort vrijwilligheid te zijn. Er moet politiek en/of maatschappelijk voldoende draagvlak voor bestaan. Het is niet onmogelijk dat gemeenten gedwongen samengaan en toch een goede eenheid vormen, maar in de praktijk zie je ook nogal eens voorbeelden van ‘gedwongen huwelijken’ die nooit echt een eenheid vormen. Vrijwilligheid is een belangrijke randvoorwaarde voor een succesvol samengaan.
  3. Een grotere schaal is niet automatisch beter dan een kleinere schaal. Regelmatig zijn er ‘wijzen’ die met een of ander getal komen van een minimale gemeentegrootte. Maar als een gemeente in de praktijk goed functioneert én financieel gezond is, dan is er geen reden om tot gedwongen vergroting van de schaal over te gaan. Zo’n schaalvergroting zorgt er immers voor dat de overheid verder van de burger komt te staan; financieel is het meestal ook niet beter; en een grotere gemeente heeft ook weer meer overleg nodig. De vermeende voordelen van samenvoeging bóven samenwerking zijn vanuit de optiek van het gemeentebestuur nu niet echt altijd overtuigend. Het lijkt er veel op dat het vooral grotere verbanden zijn die liever met minder bestuurders om de tafel zitten.
  4. Alleen bij wezenlijke problemen in een of meer gemeenten kan er reden zijn om van het uitgangspunt van vrijwilligheid af te wijken. Er is altijd een ‘nee-tenzij’. Het kan nu eenmaal voorkomen dat een gemeente niet wil samenvoegen, maar tegelijkertijd financieel of anderszins slecht functioneert. In dat geval is het wél gewenst om een gemeente te herindelen – uiteraard nadat eerst een kans is gegeven om de zaken te verbeteren.
  5. Het oplossen van een ‘regionale opgave’ moet geen dwangbuis zijn, maar een aanmoediging om er samen de schouders onder te zetten – in de vorm van samenwerking of samenvoeging. 

Hieronder zijn de spreekteksten van SGP-Kamerlid Roelof Bisschop te vinden waarin hij ingaat op de samenvoegingen van alle betreffende gemeenten.

DEEL I - 17 april 2018

Samenvoeging van de gemeenten Groningen, Haren en Ten Boer

Herindelingen liggen vaak gevoelig. Burgers van een gemeente weten zich erg betrokken bij wat er op plaatselijk niveau gebeurt. Er gaat vaak jarenlange discussie aan vooraf voordat er een definitief besluit genomen wordt. Dat is ook bij deze herindeling van de gemeenten Groningen, Haren en Ten Boer aan de orde. Drie gemeenten waar al jarenlang discussie over is. Soms wordt dat als een argument gezien in een herindelingsdiscussie: we praten er nu al zo lang over, nu moet het wel doorgaan. Dat is niet de lijn die de SGP kiest.

Voordat ik inga op de specifiek context van deze herindeling wil ik bij dit eerste van een reeks herindelingsdebatten deze week ingaan op een aantal belangrijke uitgangspunten voor de beoordeling van de diverse voorstellen.

Graag zou ik van deze minister eerst een reflectie horen op deze algemene uitgangspunten (Zoals deze bovenaan deze pagina zijn geformuleerd in het blauwe kader).

Wanneer ik het regeerakkoord lees dan lijkt het erop dat dit kabinet meer dan voorgaande kabinetten erop koerst om verplicht samen te gaan zodra er veel samengewerkt wordt. Dat uitgangspunt is twijfelachtig. Het is een kronkelredenering: als je niet samenwerkt ben je onbekwaam en moet je herindelen. Als je wél veel samenwerkt, moet je ook herindelen…

Dan kom ik nu nader op de inhoud van het voorstel om drie gemeenten samen te voegen. Wanneer het alleen ging om de samenvoeging van de gemeenten Groningen met de gemeente Ten Boer, zou de SGP niet zoveel bezwaar hebben. Beide gemeenten hebben jarenlang model gestaan voor een vorm van samenwerking tussen een grote en een kleine gemeente. Er is sprake van twee gemeenten die graag samengaan. Groningen doet al heel veel taken voor de gemeente Ten Boer. Bij voorkeur kiezen ze zelfs voor een lichte herindelingsprocedure, zodat de kosten zoveel mogelijk beperkt blijven.

Het grote probleem bij deze herindeling is dat ook de gemeente Haren betrokken is.

De regering stelt dat deze herindeling noodzakelijk is omdat de gemeenten zich dan weer kunnen richten op hun taken in plaats van op discussies over de bestuurlijke toekomst. De betrokkenheid van Haren is dan de enige mogelijkheid om op korte termijn te komen tot een herindeling. De suggestie die hiervan uitgaat is dat een herindeling moet! Maar is aangetoond dat hij ook nodig is? Uit de vele gesprekken die we gevoerd hebben met diverse betrokkenen – ook met een aantal inwoners uit Haren – heeft de SGP de indruk gekregen dat er geen sprake is van wezenlijke problemen in deze gemeente. In ieder geval zijn die problemen niet serieus aangetoond. Er is zowel bestuurlijk als onder de bevolking onvoldoende draagvlak om deze keuze te maken.

Één van de argumenten in de discussie is de financiële positie van Haren. In de achterliggende jaren zijn er echter de nodige maatregelen genomen om de financiën op orde te krijgen. Kan de regering aangeven waarom dat onvoldoende zou zijn voor een toekomstperspectief waarin voor de middellange termijn in ieder geval geen dwang tot herindeling nodig zou zijn? Kan de regering ook eens duiden hoe het staat met de lastendruk in Haren in vergelijking met de stad Groningen? Klopt het argument van het Burgercomité dat er sprake is van veel minder hoge lasten nu en dus van een behoorlijke verhoging bij herindeling – zowel voor bewoners als voor bedrijven?

En waar de stad Groningen jarenlang te maken had met grote financiële problemen zijn de financiën van Haren grotendeels op orde. Waarom worden bij een kleine gemeente de financiën onder een vergrootglas gelegd en bij een grote gemeente nauwelijks beoordeeld in het kader van de herindelingsprocedure? Kan de regering aangeven op basis van welke gegevens de situatie van Haren als slecht beoordeeld moet worden?

De SGP heeft de stellige indruk dat er alleen gezocht is naar mogelijkheden voor samengaan met gemeenten uit de provincie Groningen. In het voorstel van de provincie – en daarmee ook van de regering -  lijkt het er sterk op dat er gedacht is: ‘Oei, we hebben ook Haren nog! Wat zullen we daarmee doen.’ Dat is geen goede basis voor een herindeling. Waarom is er ook in de laatste jaren niet beter gekeken naar mogelijkheden om samen te werken met bijvoorbeeld de gemeente Tynaarlo, in Drenthe? Moet juist als er overgegaan wordt tot herindeling niet gekeken worden naar de beste optie? Dan zou er toch op zijn minst een goede vergelijking gemaakt moeten worden tussen de diverse voorstellen. Daarbij kan ook nog steeds blijken dat Haren het zelfstandig eigenlijk helemaal zo gek niet doet.

De politiek wisselende omstandigheden in Haren hebben ongetwijfeld geen goed gedaan aan de positie van deze gemeente. Maar wanneer Haren met andere gemeenten in de regio op zoek gaat naar mogelijkheden om intensiever samen te werken, kan er óók op een goede manier gewerkt worden aan een goed regionaal beleid. Op deze gemeente ligt dan natuurlijk wel de verantwoordelijkheid om op een zorgvuldige manier uitvoering te geven aan de uitwerking van de ‘Aanpak Beterrr Haren.’

Daarom is de conclusie van de SGP dat deze herindeling wat Haren betreft ongewild, ongefundeerd en ongewenst is.

Wij steunen de gedachte dat Haren uit het wetsvoorstel gehaald wordt. Dat geeft gelijk mogelijkheden voor Groningen en Ten Boer om gezamenlijk te kiezen voor een ‘lichte samenvoeging’.

Samenvoeging van de gemeenten Leerdam, Vianen en Zederik en wijziging van de grens tussen de provincies Utrecht en Zuid-Holland

Het is bepaald geen noviteit dat in dit gebied bestuurlijke samenwerking ontstaat. Dat is al van veel oudere datum. Het draagvlak bij de betrokken gemeenten Leerdam, Vianen en Zederik is aanwezig, maar er zijn nog wel een paar vragen. Een spannende vraag was natuurlijk: bij welke provincie komt de nieuwe gemeente Vijfheerenlanden? Laat ik het samenvatten: wij hebben er vrede mee, wij kunnen er prima mee leven dat gekozen is voor de provincie Utrecht, al zeggen wij er onmiddellijk bij dat wij er ook alle vertrouwen in hebben dat de nieuwe gemeente onder de provincie Zuid-Holland in goede handen zou zijn geweest. We hebben er geen behoefte aan om dit punt ter discussie te stellen.

Bestuurlijk gezien liggen er nog wel een paar vraagpunten. Ik noem allereerst de ontvlechting van de wettelijke samenwerkingsverbanden. Dat is wel nieuw bij dit wetsvoorstel. Concreet betekent de keuze voor een nieuwe provincie dat Vianen en Zederik nu verplicht overgaan naar de veiligheidsregio Utrecht. Wettelijk gezien is dat logisch, maar het is wel een forse aderlating voor de achterblijvers. Graag vraagt de SGP de minister om aandacht te geven aan deze verplichte uittreding uit de veiligheidsregio, de GGD en de omgevingsdienst. Hoe wordt voorkomen dat de rest van de regio de dupe wordt? Wat betekent deze uittreding voor het behoud van de kwaliteit in het werk in de veiligheidsregio? De SGP vraagt de minister om er op grond van artikel 41, lid 7 van de Wet algemene regels herindeling voor te zorgen dat deze wettelijk verplichte regio's worden gecompenseerd voor de kosten die zij maken als gevolg van deze herindeling. De concrete vraag aan de minister: wil zij duidelijke waarborgen geven voor de ononderbroken en financieel deugdelijke voortzetting van het werk van deze samenwerkingsverbanden zonder de rekening een-op-een bij de gemeenten neer te leggen?

Bij de vrijwillige samenwerkingsverbanden speelt het probleem van de samenhang binnen de regio. Met name denken we dan aan het samenwerkingsverband binnen de woningmarkt en met de sociale diensten. Dit betreft allereerst en vooral een plaatselijke en regionale aangelegenheid. We vertrouwen erop dat men er in de regio goed uitkomt en dat bestaande samenwerkingsverbanden op regionale schaal gewoon voortgang kunnen blijven vinden. Misschien kan de minister toezeggen dat zij dat proces wil blijven volgen, al dan niet via de provincie.

Tot slot nog het punt van Gorinchem. Deze gemeente heeft een centrumfunctie in de regio en blijft klein maar dapper — er is al gerefereerd aan Asterix en Obelix — achter in een omgeving waarin verder betrekkelijk grote gemeenten liggen. Wij vragen ons af of de positie van de gemeente Gorinchem in deze vorm houdbaar is. Wij horen daar graag de visie op van de minister.

 

DEEL II - 18 april 2018

Na de twee debatten van gisteravond opnieuw een herindelingsdebat. Nu uit zes provincies van ons land: Gelderland, Zuid-Holland, Noord-Holland, Noord-Brabant, Groningen, Friesland en Limburg.

Deze forse reeks aan herindelingen roept meteen wel de vraag op: hoe lang gaan we in Nederland nog door met een voortdurend vergroten van de schaal van de gemeenten. Tientallen gemeenten die per 1 januari a.s. herindelen. Is er echt niet eens een moment dat we moeten stoppen met het bestuur nóg verder van de burger plaatsen. Natuurlijk weet ook de SGP dat de gemeenten er in belangrijke mate zelf voor kiezen. In die zin past het ook in ons denkkader bij herindelingen: van onderop, vrijwillig, geen automatisme, nee-tenzij en liever gezamenlijkheid dan dwangbuis bij oplossen regionale opgave. 

  1. Herindeling kan diep ingrijpen in de lokale samenleving. Het dient daarom alleen van onderop plaats te vinden.
  2. Het uitgangspunt van herindelingen hoort vrijwilligheid te zijn. Er moet politiek en/of maatschappelijk voldoende draagvlak voor bestaan.
  3. Een grotere schaal is niet automatisch beter dan een kleinere schaal.
  4. Alleen bij wezenlijke problemen in een of meer gemeenten kan er reden zijn om van het uitgangspunt van vrijwilligheid af te wijken.
  5. Het oplossen van een ‘regionale opgave’ moet geen dwangbuis zijn, maar een aanmoediging om er samen de schouders onder te zetten

Met name wil ik aandacht vragen voor een aantal aspecten bij de herindeling van de gemeenten Giessenlanden en Molenwaard.

Samenvoeging van de gemeenten Giessenlanden en Molenwaard

Bij herindelingen is op grond van het beleidskader naast draagvlak ook de duurzaamheid van een herindeling van belang. Juist bij deze herindeling vraagt dat aspect om aandacht. De gemeente Molenwaard is nog maar vijf jaar geleden gevormd. In deze gemeente zijn intussen zowel de verkiezen van 2014 als van 2018 niet doorgegaan. In deze gemeente hebben dus nog nooit reguliere gemeenteraadsverkiezingen plaatsgevonden. De regering ontkent dat de gemeenteraad zes jaar aanblijft – maar dat geldt wel degelijk voor de gemeente Molenwaard (maar inderdaad niet voor de nieuwe gemeente Molenlanden).

Is deze herindeling nu wat we verstaan onder een ‘duurzame’ herindeling? De SGP vindt dat dit scenario niet echt een schoonheidsprijs verdient.

Natuurlijk ziet ook de SGP dat dit voorstel gedaan is op verzoek van de gemeente Giessenlanden en een gevolg is van het beëindigen van een samenwerkingsverband. Temeer daar er sprake is van vrijwilligheid hebben wij geen behoefte om dit voorstel niet te steunen. Maar het verdient in het algemeen gesproken wel aandacht dat een gemeente niet zó snel opnieuw te maken heeft met een herindeling.

Gisteravond heb ik al iets gezegd over de verweesde positie van Gorinchem. Deze betrekkelijk kleine gemeente blijft achter in een gebied met veel grotere gemeenten. Tegelijkertijd heeft deze gemeente wel een centrumfunctie in de regio. De SGP vraagt zich af of hier bij de diverse voorstellen wel voldoende aandacht is geweest. Hoe wordt voorkomen dat Gorinchem op de iets langere termijn ‘verweesd’ achterblijft? Is de centrumfunctie van Gorinchem blijvend te handhaven?

Concreet is in dit herindelingsproces aandacht gevraagd voor de positie van Arkel (en ook van Schelluinen). In hoeverre is het mogelijk om al dan niet met gelijke ingang te kijken of deze kernen wel écht het beste gediend zijn met de nieuwe gemeente Molenwaard. Zou indeling bij Gorinchem – gezien hun oriëntatie – niet meer voor de hand liggen? De regering stelt dat er ‘niet geconcludeerd kan worden dat er voldoende maatschappelijk draagvlak is voor een overgang van Arkel naar Gorinchem’. Dit roept wel de vraag op wanneer er wél voldoende maatschappelijk draagvlak voor zou zijn. Is er wel echt serieus naar deze optie gekeken gedurende het proces? De regering stelt dat het samengaan met een deel van Giessenlanden voor Molenwaard weinig meerwaarde heeft. Maar tegelijkertijd geldt wél dat Molenwaard ook nu al een bestuurskrachtige gemeente is.

Samenvoeging van de gemeenten Haarlemmerliede en Spaarnwoude en Haarlemmermeer

Bij deze herindeling is er sprake van een vrijwillige keuze die van onderop is gekomen en maatschappelijk breed en politiek unaniem gedragen wordt. Een vraagpunt bij deze herindeling is de positie van Spaarndam. Moeten Spaarndam-Oost en Spaarndam-West niet bij één gemeente worden gevoegd – ofwel de gemeente Haarlem ofwel de nieuwe gemeente Haarlemmermeer. De SGP heeft de indruk dat dit punt niet door iedereen in het dorp breed wordt gedragen én dat er ook verschil van inzicht is over de vraag bij welke gemeente de kern dan zou moeten behoren. Om die reden is onze indruk dat het beste het wetsvoorstel gevolgd kan worden. 

Samenvoeging van de gemeenten:

Aalburg, Werkendam en Woudrichem

Nuth, Onderbanken en Schinnen

Bedum, De Marne, Eemsmond en Winsum

Grootegast, Leek, Marum en Zuidhorn en een deel van het grondgebied van de gemeente Winsum

Dongeradeel, Ferwerderadiel en Kollumerland en Nieuwkruisland

Noordwijk en Noordwijkerhout

Geldermalsen, Lingewaal en Neerijnen

Bij deze wetsvoorstellen zijn geen wezenlijke probleempunten. Belangrijk dat er een goed kernenbeleid is en dienstverlening richting de burger plaatsvindt – waarin de burger die automatisch verder van het gemeentehuis woont toch eenvoudig bereikt wordt. In welke vorm dat plaatsvindt kan natuurlijk verschillen – zoals bijvoorbeeld in de nieuw te vormen gemeente West-Betuwe (Geldermalsen, Lingewaal, Neerijnen) – bijvoorbeeld in de vorm van gebiedsmakelaars die beogen de contacten tussen bevolking en gemeentebestuur te onderhouden. Andere gemeenten kiezen weer meer voor een soort dorpsraad. Maar welke vorm ook gekozen wordt: het is van groot belang dat de burger nog steeds dicht bij het nieuwe gemeentebestuur is.

Samenvoeging van de gemeenten Binnenmaas, Cromstrijen, Korendijk, Oud-Beijerland en Strijen

De herindeling in de Hoeksche Waard is wel de moeilijkste van de herindelingen die we gisteren en vandaag behandelen. Wie kennis neemt van wat er in de achterliggende jaren gebeurd is, ziet verschil van inzicht. Vijf gemeenten – Binnenmaas, Cromstrijen, Korendijk, Oud-Beijerland en Strijen – zijn het met elkaar eens dat er bepaalde zaken in de gemeente anders moeten. Zij verschillen echter fundamenteel over de gewenste richting. Twee gemeenten zijn voor herindeling – Oud- Beijerland en Strijen. Drie gemeenten zijn tegen herindeling en kiezen voor versterkte samenwerking – Binnenmaas, Cromstrijen en Korendijk.

Wie de stukken van de regering leest ziet volop argumenten die pleiten vóór herindeling. Je ziet dan punten als: ‘niets doen is geen optie’ ‘sterkere positie in de regio’ ‘gelijkwaardige partner’ voor de regio’ ‘energie gemeenten voor een groot deel intern gericht’ ‘laten kansen liggen richting Europa, nationale en provinciale niveaus’ ‘samenwerking komt niet goed van de grond’

Stuk voor stuk wezenlijke aandachtspunten die pleiten vóór herindeling van deze gemeenten. Wie kennis neemt van de stukken van de tegenstanders van herindeling (o.a. de zogenoemde ‘toolkit’) komt tegen: ‘er is geen draagvlak voor herindeling’ ‘er wordt al heel goed samengewerkt in de regio’ – deze gemeenschappelijke regelingen lopen goed. ‘geen financiële problemen’ ‘Vanuit het samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard (SOHW) gaat er altijd één wethouder namens de vijf gemeenten bij de provincie langs om de belangen van de Hoeksche Waard te bepleiten’ ‘Herindeling is een achterhaald instrument’ ‘de lokale identiteit van de kernen moet behouden blijven’.

Ook hier geldt: argumenten die laten zien dat er inderdaad veel te zeggen is tégen herindeling en vóór een goede samenwerking.

Kortom: de SGP ziet goede argumenten vóór en tégen deze herindeling.

Wanneer we deze voorgenomen herindeling tegen het licht houden dat zien we het volgende:

Eigenlijk lezen we in de stukken achter de woorden steeds de visie van de provincie ‘Wij hebben zo’n goed plan, alleen is er geen draagvlak voor’ Wordt door de provincie wel voldoende onderkend dat bestuurlijke samenwerking óók serieus en goed kan zijn om gezamenlijke belangen te behartigen? Wordt wel voldoende onderkend dat een gemeentelijke herindeling niet alleen een bestuurlijk project, maar ook lokaal gedragen moet zijn?

Anderzijds lijkt het erop dat de tegenstanders van deze herindeling de ‘dreiging’ van herindeling zó groot maken dat niet meer duidelijk is waarom bestuurlijke samenwerking (dus ook op enige afstand van de burgers) wél goed is en gemeentelijke herindeling een bedreiging vanwege diezelfde afstand tot het gemeentebestuur. Onderkennen zij voldoende de voordelen die een grotere schaal óók kan hebben?

Ons denkkader wat we gisteravond ook al hebben benoemd is als volgt:

  1. Herindeling kan diep ingrijpen in de lokale samenleving. Het dient daarom alleen van onderop plaats te vinden.
  2. Het uitgangspunt van herindelingen hoort vrijwilligheid te zijn. Er moet politiek en/of maatschappelijk voldoende draagvlak voor bestaan.
  3. Een grotere schaal is niet automatisch beter dan een kleinere schaal.
  4. Alleen bij wezenlijke problemen in een of meer gemeenten kan er reden zijn om van het uitgangspunt van vrijwilligheid af te wijken.
  5. Het oplossen van een ‘regionale opgave’ moet geen dwangbuis zijn, maar een aanmoediging om er samen de schouders onder te zetten

In het licht hiervan stellen wij daarom aan de minister graag een aantal vragen aan de hand waarvan wij tot een oordeel over deze herindeling willen komen.

  1. In hoeverre is het logisch om gemeenten die op zich goed functioneren tégen hun zin te dwingen tot herindeling?
  2. De wijze waarop nu samengewerkt wordt tussen de gemeenten in de Hoeksche Waard is al op tal van terreinen een feit. Gaat die samenwerking nu écht zo slecht dat er geen gemeenschappelijke ideeën en visie zijn?
  3. Kan de minister nader toelichten wat zij ziet als argumenten voor de stelling dat bestuurlijke samenwerking geen ‘duurzame toekomst’ heeft?
  4. Je kunt bepaalde keuzes van gemeenten dom en onverstandig vinden, maar gaan gemeenten niet in de eerste plaats zélf over hun gemeentelijke huishouding en over de zaken die zij van belang vinden?
  5. Is het goed om een andere gemeente tegen zijn zin te dwingen ‘kansen te benutten’, terwijl gemeenten blijkbaar een eigen keuze maken om juist kleinschalig en dichter bij de burger te zijn?
  6. Hoe voorkomen we dat provincies komen met een soort blauwdruk over wat een ‘goed gemeentebestuur’ is?
  7. Voor een goede beoordeling van de verschillende opties had het goed geweest wanneer de provincie óók versterking van bestuurlijke samenwerking serieus had onderzocht. Is de minister het met de SGP eens dat provincies ook andere opties – die niet op voorhand door iedere gemeente worden ondersteund – tóch serieus neemt?

We zien vijf gemeenten die ieder eigen en legitieme keuzes maken voor of tegen herindeling. In het licht van het denkkader van de SGP over herindelingen roept deze herindeling de nodige vragen op. De SGP heeft nog geen definitief standpunt ingenomen over deze herindeling. Mede aan de hand van de antwoorden van de minister zullen we komen tot een definitieve standpuntbepaling.