25 juni 2021

Ontkennen holocaust strafbaar

Nederland is in Europa een van de weinige landen die weigeren het ontkennen van de Holocaust strafbaar te stellen. De SGP wil dat het kabinet nu eindelijk met een wet komt om die strafbaarstelling te regelen. Dat blijkt uit schriftelijke vragen van de kamerleden Bisschop en Stoffer aan de ministers Grapperhaus van Justitie en minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Het ontkennen dat er door nazi-Duitsland miljoenen Joden zijn vermoord staat niet los van het oplaaiende antisemitisme in Europa, stelt de SGP. De Nationaal Coördinator Antisemitisme Bestrijding signaleert dat ook Nederlandse Joden steeds vaker met Jodenhaat te maken krijgen en lastig worden gevallen. De Holocaustontkenning past binnen dat beeld.

SGP-kamerlid Roelof Bisschop: “Dit speelt nu al jaren, maar er gebeurt niets. De regering verschuilt zich achter algemene bepalingen over haatzaaien en groepsbelediging. Daarmee wordt de gruwelijke massamoord feitelijk gerelativeerd. Ik pleit ervoor dat de regering om de tafel gaat zitten met de Nationaal Coördinator Antisemitisme Bestrijding. Die kent alles wat er speelt door en door. Laat het kabinet daar haar voordeel mee doen.”

De SGP wijst er nog op dat Nederland al in 2008 door de EU is opgedragen het ontkennen of bagatelliseren van de Holocaust bij wet te verbieden. Omdat dat nog steeds niet is gebeurd, heeft Brussel Nederland daarvoor op de vingers getikt.

---------------

  1. 
Bent u bekend met het artikel:Nederland op de vingers getikt door Brussel ’Ontkenning Holocaust moet strafbaar worden’?
  2. Wat is de reden dat Nederland ontkenning van de Holocaust in Nederland niet strafbaar heeft gesteld?
  3. Bent u bekend met het feit dat lidstaten van de Europese Unie in 2008 werden opgedragen om het publiekelijk ’ontkennen of verregaand bagatelliseren’ van genocide via nationale wetgeving te verbieden? Waarom heeft de regering het zover laten komen en hier tot op heden, zelfs na herhaalde oproepen, geen gehoor aan gegeven?
  4. Hoe beoordeelt u het feit dat Nederland op dit punt een gele kaart van de Europese Commissie krijgt?
  5. Vindt u het niet ronduit beschamend dat Nederland nu kans loopt op een dwangsom of boete, terwijl landen als Duitsland, België, Frankrijk, Oostenrijk en Rusland holocaustontkenning wel strafbaar hebben gesteld?
  6. Deelt u de mening dat het kwalificeren van holocaustontkenning onder de ’groepsbelediging’ en ’haatzaaien’ een slordige oplossing is die te veel ruimte laat om massamoord te relativeren?
  7. Hoe beoordeelt u deze tik op de vingers in het licht van de verplichting voor lidstaten van de Europese Unie alles te doen wat in hun vermogen ligt om antisemitisme doeltreffend te bestrijden en de waardigheid van de Joodse bevolking te beschermen?
  8. Bent u bereid om ter invulling van deze verplichting op korte termijn te komen met een wetsvoorstel dat het ontkennen van de holocaust strafbaar stelt, met inachtneming van de aangenomen motie Van der Staaij over de invulling van de IHRA-definitie, en de Kamer te informeren over de voortgang van dit wetsvoorstel?
  9. Erkent u dat antisemitisme de laatste jaren enorm oplaait en dat de hardnekkigheid van wijdverbreid antisemitisme een belemmering vormt voor mensen om openlijk Joods te zijn, vrij van angst voor hun veiligheid en welzijn?
  10. Hoe reageert u op de toenemende Jodenhaat in het land en de onrust bij de joodse gemeenschap als gevolg hiervan, zoals de Nationaal Coördinator Antisemitisme Bestrijding deze signaleert?
  11. Bent u bereid hierover in overleg te treden met de coördinator en te bezien of en welke aanvullende maatregelen hiertegen genomen moeten worden?