16 november 2022
Onderzeeboten, fregatten en meer bij begroting defensie
De Tweede Kamer debatteerde op woensdag 16 november 2022 over de begroting van defensie. Lees hier de bijdrage van SGP-Kamerlid Chris Stoffer.
Europese defensiesamenwerking: wanneer hebben we dat ook alweer eerder gezien? Ik denk aan Napoleon Bonaparte! Aanvankelijk liep zijn ‘multinationale krijgsmacht’ gesmeerd. Bij Austerlitz versloeg hij in 1805 de gecombineerde legers van Oostenrijk en Rusland. Maar zijn opmars naar Moskou in 1812 bleek de opmaat naar zijn ‘Waterloo’. Bij zijn verbanning naar Elba prees hij zijn Oude Garde, maar vooral zichzelf, met de woorden: “Twintig jaar lang heb ik u vergezeld op de weg naar roem en glorie…”
Europese defensiesamenwerking
Met bijna evenveel passie als de beroemde Fransman wordt ook in onze tijd gewerkt aan nieuwe vormen en niveaus van Europese defensiesamenwerking. Het kabinet steunt dit, vanuit de doelredenering dat gezien de geopolitieke realiteit een zelfredzamer Europa noodzakelijk maakt. En dat klopt! Maar helaas ontbreekt het zicht op de uitgangspunten en criteria daarbij, terwijl met elk nieuw initiatief een discussie hierover urgenter wordt. Daarom is mijn eerste concrete vraag aan de minister:
- Welke fundamentele criteria hanteert zij bij de besluitvorming over of en hoe wij deelnamen aan vormen van defensiesamenwerking in EU-verband, en daaraan gerelateerd bij keuzes inzake specialisatie?
- Wil zij hier nader op ingaan in een aparte Kamerbrief?
Drie ‘toetsingscriteria’
De SGP denkt graag alvast mee, en stelt drie ‘toetsingscriteria’ voor.
1. Soevereiniteit
Ten eerste: soevereiniteit – nauw verbonden met subsidiariteit. Vanuit de zwaardmacht als kerntaak is iedere natiestaat primair zélf verantwoordelijk voor een gedegen defensie. Artikel 97 van de Grondwet zegt: “Ten behoeve van de verdediging en ter bescherming van de belangen van het Koninkrijk, alsmede ten behoeve van de handhaving en de bevordering van de internationale rechtsorde, is er een krijgsmacht”.
Twee vragen aan de minister:
- Welke plaats hebben ‘soevereiniteit’ en ‘subsidiariteit’ bij concrete keuzes inzake Europese defensiesamenwerking?
- Beaamt zij dat artikel 97 van de Grondwet gebaat is bij een langjarig, bestendig defensiebeleid en –budget conform bondgenootschappelijke afspraken, zoals ook de Adviesraad Internationale Vraagstukken opmerkte?
2. Noodzaak
Ons tweede voorgestelde toetsingscriterium is dat van noodzakelijkheid. Blijf ook in alle geopolitieke tumult scherp onderscheiden welk niveau van samenwerking nodig maar ook toereikend is. En dan kan bi- of trilateraal zomaar beter zijn dan supranationaal. Dit alles hangt nauw samen met principes als proportionaliteit, effectiviteit en efficiëntie. Daarbij moeten we de NAVO als hoeksteen van onze veiligheid niet voor de voeten lopen. Heeft ook dit ‘noodzakelijkheidscriterium’ de scherpe aandacht van de minister?
3. Wezenlijk nut
Ons derde criterium, van een enigszins andere orde, is het wezenlijk nut en voordeel dat samenwerking Nederland kan bieden – denk aan onze bedrijven en banen. Welk weerwoord hebben we op ‘Napoleontische bravoure’ van andere lidstaten? Ik stel de staatssecretaris de vraag die de SGP ook aan minister Hoekstra voorlegde:
- Gaat het op het strategische thema van veiligheid aansluiten bij de Frans-Duitse as aantoonbaar samen met een ‘ja’ tegen onze eigen defensie-industrie?
- Beaamt zij dat een gelijk speelveld juist in Europa onder grote druk staat
Rond dit laatste criterium heb ik een drietal concrete aandachtspunten met vragen.
a) Onderzeeboten
Inzake het onderzeebootdossier zeg ik nogmaals: respecteer de stem van deze Kamer en kies voor Hollandse glorie op zee! Binnen de Nederlandse defensie-industrie zijn de zorgen groot.
- Ik vraag de staatssecretaris: is dat onterecht of hebben zij gewoon een punt?
- Wil hij een ICA met minimale eisen voor betrokkenheid van de Nederlandse industrie bij ontwerp, bouw en instandhouding van hoogtechnologische onderdelen conditioneel maken binnen de gunning?
b) M-fregatten
Wat betreft de vervanging van M-fregatten staat het steeds verder opschuivende tijdspad op gespannen voet met de behoefte aan veiligheid ‘onderzee’ – denk alleen al aan infra. De discrepantie tussen het Belgische budget en de Nederlands wensen neemt toe. Hoe voorkomen we dat Nederland een tekortschietend fregat krijgt?
c) MGCS
De SGP heeft eerder ook gevraagd de mogelijkheden te verkennen voor vroege deelname aan het project van de ‘tank van de toekomst’ – de MGCS. Waarom hebben Duitsland en Frankrijk ons nog altijd niet verwelkomd?
Inrichting landmacht
Wat meer overkoepelend constateert de SGP dat een transformatie van brigades naar commando’s, onze Koninklijke Landmacht “slimmer, beter, sneller, meer genetwerkt en schaalbaar” en zodoende “zelfstandiger, sneller en langer inzetbaar” moet maken.
- Hoe wordt hierbij aangesloten bij de wensen en eisen vanuit de NAVO?
- Wanneer krijgt de Kamer de precieze plannen onder ogen?
Stikstof
Mijn laatste zorg is dat stikstof- of geluidsnormen de veiligheid niet mogen ondermijnen. Zorgt het kabinet dat de noodzakelijke oefeningen gewoon kunnen doorgaan?
Napoleon ambieerde ‘roem en glorie’, maar zijn carrière bevestigt weer eens de woorden uit het Bijbelboek Spreuken, hst. 29 vers 23: “hoogmoed komt vóór de val”. Laat Nederland een nuchtere en betrouwbare ‘bondgenoot van de vrede’ zijn.