21 april 2016
Meer energie in energiebeleid
Een zuinige Nederlandse koelkast gebruikt jaarlijks evenveel stroom als drie inwoners van Ethiopië. Alle reden voor ons om hier een flinke stap terug te doen. Ontwikkelingslanden moeten de schaarse energiebronnen ook kunnen benutten. Bovendien moeten we Gods schepping, onze leefomgeving, beschermen.
Energiedialoog
De minister zet in op een energiedialoog en komt eind 2016 pas met een concrete beleidsagenda. In de wetenschap dat zoiets maar zo over de aanstaande verkiezingen en kabinetsformatie heen getild wordt. Is dat regeren?
Twee vragen:
Welke toegevoegde waarde ziet de minister nog voor de energiedialoog bovenop alle rapporten en conferenties die er al zijn (geweest)? Ik mag hopen dat het ministerie niet nú pas uit haar ivoren toren komt. Ik dring er bij de minister op aan de beleidsagenda niet over de verkiezingen heen te tillen!
Kolencentrales
Veel aandacht gaat uit naar onze kolencentrales. De Kamer wil ze uit-faseren. De minister houdt het vooralsnog bij mogelijke sluiting van twee extra centrales bovenop de oude centrales van het Energieakkoord.
Ik vind sluiting onverstandig. Het kost veel tijd, geld en energie. Maar wat schieten we ermee op? We hebben immers te maken met het bekende waterbedeffect van het CO2-emissiehandelssysteem. Hier een centrale minder en in Polen eentje erbij. Dure symboolpolitiek
Als we onszelf niets van het Europese waterbed aantrekken, waarom kiezen we dan niet voor bijvoorbeeld voor extra energiebesparing bij de energie-intensieve industrie? Hier kan met de huidige technieken nog 20% bespaard worden.
Bedrijven rekenen met een terugverdientijd van 3 jaar. Dat biedt perspectief. Besparing op energiekosten versterkt de concurrentiepositie van de industrie. Waarom niet een financieringsregeling in ruil voor mindering ETS compensatie? Of een nationale bodemprijs voor CO2-rechten? Dat is veel kosten-effectiever.
Ik vind overigens dat we het waterbed wél serieus moeten nemen.
Waarom niet veel meer investeren in energiebesparing in sectoren die buiten het ETS vallen? Ik noem de gebouwde omgeving.
Woningcorporaties kunnen nog forse slagen maken, maar krijgen het financieel nog steeds niet goed rondgebreid. Juist op dit punt is inzet van de overheid nodig. Niet morgen, maar vandaag.
Innovatie
De SGP wil meer innovatie en benutting daarvan. De Raad voor de Leefomgeving pleit voor langjarige innovatieprogrammas, met 200-300 miljoen euro erbij. Dit hoeft niet te wachten op de beleidsagenda. Ik ga ervan uit dat de minister dit meeneemt in de nieuwe begroting?
Getijdenenergie
Een aangenomen SGP/GroenLinks-motie vraagt om financiële steun voor demonstratieprojecten met getijdenenergie. Nu hebben wij gehoord dat een belangrijk demonstratieproject, van onder meer het Tidal Testing Center Nederland, op losse schroeven staat. Voor dit project was Europese subsidie binnengehaald onder voorwaarde van nationale cofinanciering via de regeling. Door beperkt budget is het project uitgeloot en kan het zo niet doorgaan. Dat was niet de bedoeling van de motie. Graag hoor ik wat de minister hieraan gaat doen.
Geothermie
Dan geothermie. De minister blijft bezig met onderzoek naar de financieringsproblematiek. De SGP wil graag actie. De garantieregeling moet uitgebreid worden. Ook is een onderzoeksprogramma nodig voor diepe geothermie.
Lage energieprijzen
Tijdens een werkbezoek bij een windmolenfabrikant hoorde ik zorgelijke geluiden over de lage groothandelsprijzen voor elektriciteit. Die zitten ver onder de basisenergieprijs van de SDE+, waardoor producenten van duurzame energie met een onrendabele top blijven zitten. Nu hebben ze hier zelf voor getekend. Wel zou ik graag van de minister horen wat dit betekent voor de duurzame energieproductie op lange termijn.
Warmtewet
Warmtenetten en de Warmtewet blijven voor veel discussie en onvrede zorgen. Warmteleveranciers hebben een monopolie positie. Consumenten worden wel beschermd via de Warmtewet, maar hebben nog steeds het gevoel dat ze geld bij moeten leggen. Een grondige evaluatie en een wetswijziging is daarom een goede zaak.
Ik wil de minister nog enkele punten meegeven.
In de eerste plaats constateert het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven dat in de evaluatie door Ecorys en de kabinetsreactie daarop enkele punten zijn blijven liggen. Zo is het cruciaal dat leveranciers transparant zijn over prijzen, voorwaarden, kosten en opbrengsten. Hier is niet naar gekeken.
Verder is voorbijgegaan aan de belangrijke rol van ACM bij het toezicht en van EZ bij onder meer vergunningverlening. Ik vraag de minister alsnog naar deze punten te kijken.
In de tweede plaats geeft de minister aan dat op termijn het gebruik van gas sterk af zal nemen ten faveure van warmtelevering en dat koppeling van de warmteprijs aan de gasprijs dan niet meer wenselijk is. Dat snap ik. Maar volgens mij hoort hier nog wel een gedachtesprong bij. Horen warmtenetten dan ook niet in publieke handen, zoals nu de gasnetten?
In de derde plaats vraag ik aandacht voor eigenaren van huizen en gebouwen die investeren in energiebesparing, bijvoorbeeld in een nul-op-de-meter woning. Het wordt hen niet makkelijk gemaakt. Door het hoge vastrecht is energiebesparing niet heel aantrekkelijk. Jezelf afsluiten van het warmtenet kost soms wel duizenden euros. Hoe kunnen we energiebesparing aantrekkelijk houden, ook als je op een warmtenet aangesloten bent?
Gaswinning Groningen
Van de warmtenetten ga ik naar Groningen. De NAM wil de gasproductie niet verlagen, maar juist verhogen naar 33 miljard m3. Hoe komen ze erbij? In de modellen zit nog veel onzekerheid. De versterkingsopgave is nog onvoldoende in beeld. Wil de minister hier niet in meegaan?
Hoogspanning Zeeland
Tot slot de nieuwe hoogspanningsverbinding in Zeeland. Inmiddels zijn door onderzoekers twee nieuwe alternatieven op tafel gelegd. Ondergrondse aanleg van korte stukken van het tracé. En gedeeltelijk ondergrondse aanleg van de te vervangen 150 kv kabels met verzwaring van de nieuwe 380 kv verbinding. Zeker de laatste klinkt goed en is gebaseerd op de veronderstelling dat de bestaande 150 kv verbinding ook vervangen moet worden. Als deze veronderstelling klopt, kunnen we volgens mij twee vliegen in één klap slaan. Ik wil dat de minister deze alternatieven in overleg met de betrokken provincie en gemeenten serieus bekijkt en hier bij de Kamer op terug komt.