7 februari 2013

Groninger gas

AO Gaswinning Groningerveld

7 februari 2013

Elbert Dijkgraaf

Wat staat Groningen te wachten? Kern van de analyse van ons Staatstoezicht is dat de bevingen zwaarder kunnen zijn dan we tot nu toe dachten, maar dat we in het duister tasten over de vraag hoe zwaar. Dat baart velen, en ook de SGP, grote zorgen. Een inwoners schrijft: ‘Mijn peutertjes van 1 en 3 jaar slapen dagelijks onder zware houten draagbalken en dat baart mij inmiddels grote zorgen.’ Het mag niet zo zijn dat we de inwoners van Groningen in de kou laten staan, terwijl de rest van Nederland er warmpjes bij zit! 

Vervolgonderzoek

Gelet op de analyse van Staatstoezicht en de reactie van experts, constateer ik dat we nog weinig weten over hoe het Groninger veld zich zal gaan gedragen. De schattingen zijn veelal theoretisch van aard. Het nu genoemde maximum van 5 op de schaal van Richter is daarom nog een slag in de lucht. Het is bovendien maar de vraag wat we aan het eind van dit jaar meer weten over prevalentie en zwaarte van toekomstige aardbevingen. Wat betekent dat voor het beleid?

Geologisch onderzoek is nodig om iets te kunnen zeggen over de maximale zwaarte van bevingen. Hiervoor zijn onvoldoende gegevens van het Groningerveld voorhanden. Komt de toenemende zwaarte van de bevingen door het sneller oppompen van gas of door het leegraken van het gasveld[1]? Een belangrijke, onbeantwoorde vraag. Verder zijn drukverschillen rond breuken een bepalende factor bij het ontstaan van bevingen, terwijl hier nog weinig over bekend is. Ik heb gehoord dat je hier eerst meer over moet weten om de productie op een verantwoorde manier terug te kunnen schroeven. Er zijn meer dan 300 boorputten. Als je de verkeerde dichtdraait, zou het probleem zelfs nog erger kunnen worden. Het is me ook opgevallen dat een deel van de conclusies van het Staatstoezicht níet wordt gedeeld door de KNMI. Dat betreft de wijze waarop de verwachtingen voor de komende jaren bepaald worden. Hoe moet ik dat wegen?

Hoe dan ook, is het cruciaal dat vervolgonderzoek snel en breed wordt opgepakt. Breed, zowel qua inhoud als qua betrokken experts en instituten. Ik heb kritiek gehoord op het meetnet van de KNMI[2]. Het zou te grof zijn. Uitbreiding daarvan is gewenst, maar kost veel geld. Is de minister bereid, indien nodig, hiervoor geld uit te trekken?

In een recent interview laat de inspecteur-generaal van het Staatstoezicht zich heel kritisch uit over de opstelling van de NAM in het verleden[3]. De NAM zou zich onvoldoende hebben ingezet voor goed onderzoek. Dat is zorgelijk. Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat de NAM bij het vervolgonderzoek voldoende op de huid gezeten wordt?

Productiedaling

Voorzitter! De gasvoorraad in de bodem van Groningen is eindig. Het jaarlijkse productievolume zit aan de top en zal na 2020 snel afnemen. Uit de rapportage van het Staatstoezicht maak ik op dat de voorgestelde reductie van de productiesnelheid bedoeld is om de kans op aardbevingen te verkleinen. Er schijnt een lineaire relatie te zijn tussen productiesnelheid en de kans op aardbevingen. De minister stelt dat reductie geen optie is, omdat onvoldoende alternatief laagcalorisch gas voorhanden is en we daardoor veel aardgasbaten mislopen. Op korte termijn bekeken, kan ik me deze redenering goed voorstellen. Maar, hoe zit dat als je het over langere termijn bekijkt? In de huidige situatie zou de productiesnelheid na 2020 scherp dalen. Dat heeft dan óók stevige consequenties voor de schatkist en de beschikbaarheid van laagcalorisch gas. Wat is ervoor te zeggen om nu de productiesnelheid te verlagen en, daar tegenover, na 2020 langer met een hogere productiesnelheid door te gaan?  

Afhandeling claims en veiligheid

Bij inwoners van Groningen bestond al grote onvrede over de afhandeling van claims en was het wantrouwen richting de NAM groot. Dat is nu alleen maar erger geworden. Bovendien zijn er nu serieuze zorgen over de veiligheid bijgekomen. In Groningen woont vooralsnog maar een handvol SGP-ers. Toch wil ik dat deze zorgen serieus genomen moeten worden. Een paar punten:

Er is grote onvrede over de gebrekkige informatievoorziening in de afgelopen jaren. De burgemeester van Loppersum noemde die zelfs ‘ronduit slecht’. Hoe gaat de minister dat verbeteren?

Er is ook veel onvrede over de wijze waarop schade bij aardbevingen getaxeerd en vergoed wordt. Dat geldt ook voor problemen als gevolg van bodemdaling. De SGP pleit voor ruimhartigere vergoedingsregelingen en voldoende budget daarvoor. Hier moet een scheut geld én toeschietelijkheid bij. Wij pleiten ook voor een onafhankelijke instantie die de afhandeling van claims als gevolg van schade door aardbevingen in de gaten houdt. Op dit punt moet de minister meer doen dan hij in zijn brief schrijft. Wil hij dat? 

Waterveiligheid

Naast de zorgen over de veiligheid van inwoners van Groningen door beschadigingen aan gebouwen, zijn er ook zorgen geuit over de risico’s voor waterveiligheid en de industrie bij de Eemshaven. Waterschap Noordzijlvest vreest voor dijkverzakkingen als gevolg van zwaardere aardbevingen. De SGP heeft altijd veel aandacht voor borging van de waterveiligheid. Wij vragen de minister daarom deze zorg serieus te nemen en, in overleg met waterschap en het ministerie van I&M, te kijken wat nodig is.

 

Tot slot. Wij, daarbij kijk ik ook naar mezelf, wij moeten voorkomen dat we het normaal gaan vinden dat ze in Loppersum en andere dorpen voortdurend aardbevingen te verduren hebben. Zeker niet nu de zwaarte van toekomstige aardbevingen een stevige black box blijkt te zijn. Het mag niet zo zijn dat we de inwoners van Groningen in de kou laten staan, terwijl de rest van Nederland er warmpjes bij zit! Ik ga ervan uit dat de minister de wensen vanuit Groningen en vanuit deze Kamer goed heeft gehoord en dat hij deze serieus neemt.

 

 

 

 



[1] Signaal emeritus hoogleraar geofysica Fokkema in NRC-interview

 

[2] Seismoloog Drijkoningen

[3] AD, bijgevoegd