2 oktober 2024
Geen EU-bemoeienis met minimumloon
De Tweede Kamer debatteerde op woensdag 2 oktober over een EU-richtlijn voor een toereikend minimumloon. Namens de SGP sprak André Flach. Zijn inbreng is hieronder te lezen.
Vandaag spreken we over de implementatiewet van de EU-richtlijn toereikende minimumlonen. Mijn fractie is altijd een verklaard tegenstander geweest van invoering van een Europees minimumloon. We hebben Brussel niet nodig om de hoogte van ons minimumloon te bepalen. Daarom hebben we er ook bij voorgaande kabinetten stevig op aangedrongen dat de EU zich hier verre van houdt. Nu ligt er een richtlijn die niet rechtstreeks het minimumloon dicteert. Dat is lichte winst ten opzichte van de plannen die er lagen. Tegelijk blijft het een richtlijn, terwijl wij wilden dat het kabinet voor een Raadsaanbeveling zou gaan. De EU gaat middels een aantal criteria wel indirect invloed uitoefenen op het minimumloon. Dat vindt de SGP onwenselijk.
- Is de minister het met mijn fractie eens dat de EU zich niet direct en niet indirect moet bemoeien met de hoogte van het loon in de lidstaten?
- Kan het kabinet bevestigen dat het sociale beleid een nationale aangelegenheid is, en kan de minister daarom voor de toekomst toezeggen zich te verzetten tegen nieuwe ingrepen in het sociale beleid van de lidstaten?
Door de richtlijn wordt er een kader opgetuigd, met bijbehorende rapportageverplichtingen voor de overheid. Lidstaten worden verplicht iedere twee jaar verslag uit te brengen aan Brussel over hoe het ervoor staat met onze minimumlonen en hoeveel werknemers onder een cao vallen.
Mijn fractie ziet niets in het optuigen van een rapportagecircus op een onderwerp dat Brussel niet eens aangaat.
- Ziet deze minister ook het risico dat een nieuw EU-kader in de toekomst wordt uitgebreid, waardoor verdere bemoeienis met ons sociale zekerheidsstelsel mogelijk wordt?
- En hoe wil hij dat voorkomen?
Dekkingsgraad
In de richtlijn is ook vastgelegd dat landen met een cao-dekkingsgraad onder de 80% een actieplan moeten opstellen. Dat moet ervoor zorgen dat meer werknemers onder een cao komen te vallen. In ons land is sprake van een dalende trend. We blijven nu op ongeveer 72 procent steken.
- Wat zijn de oorzaken van deze trend, vraag ik de minister.
- Wat vindt hij van deze bepaling in de richtlijn, en hoe wil hij hieraan invulling gaan geven?
- Kan de minister bevestigen dat dit niet ten koste kan gaan van de contractsvrijheid van werkgevers en werknemers?
Referentiewaarden
Dan kom ik op de indicatieve referentiewaarden die het voorstel introduceert.
Deze waarden zijn een niet-bindend richtsnoer voor het beoordelen van de toereikendheid van het wettelijk minimumloon en worden nader uitgewerkt in een ministeriele regeling. In de consultatieversie is te lezen dat het kabinet inzet op twee criteria die even zwaar zouden moeten meewegen bij beoordeling:
- het netto-inkomen van voltijds werkenden minimumloonverdieners als percentage van de noodzakelijke kosten voor levensonderhoud en
- het bruto wettelijk minimumloon als percentage van het mediane loon.
Mijn fractie plaatst hier vraagtekens bij.
- Wat als deze waarden niet parallel maar tegengesteld aan elkaar zich ontwikkelen? Dit is niet ondenkbeeldig.
- Is het niet verstandiger in te zetten op één waarde, zou ik de minister voor willen houden.
De SGP geeft er dan de voorkeur aan te kijken naar de netto-inkomenssituatie van mensen: wat hebben mensen uiteindelijk echt in hun portemonnee?
- En wat vindt de minister van de suggestie te werken met een bandbreedte in plaats van met één percentage?
Armoede
Vanzelfsprekend heeft de SGP ook oog voor mensen die moeite hebben met rondkomen. Het wettelijk minimumloon, dat we in Nederland kennen, is daarin een belangrijk instrument. En dat moet toereikend zijn en blijven voor uitkeringsgerechtigden en werkenden. Er liggen rapporten van de commissie Sociaal minimum die om actie vragen.
- Hoe wil dit kabinet hier opvolging aan gaan geven?
- Wat is de stand van zaken?
Een belangrijk onderdeel hiervan voor de SGP is de vierjaarlijkse herijking van het sociaal minimum. Zo zorgen we ervoor dat het inkomen van deze mensen beter aansluit bij de werkelijke kosten.
- Kan de minister aangeven hoever hij daarmee is?
Werkgeverslasten
Als we spreken over het minimumloon, moeten we naast werknemers ook oog hebben voor de andere kant van de medaille: de werkgever. In de achterliggende jaren zijn de werkgeverslasten flink gestegen. Dit kabinet zegt werk te willen maken van lastenverlichting voor het bedrijfsleven. Tijdens eerdere debatten over het minimumloon hebben wij hier ook aandacht voor gevraagd. Vooral kleinere ondernemers voelen de verhogingen van het minimumloon goed.
- Kan de minister inzicht geven in de effecten op de werkgeverslasten van de verschillende stijgingen van het minimumloon?
- Wil het kabinet hier toezeggen dat zij ook in kaart brengt hoe deze lasten naar beneden kunnen worden gebracht?
Tot slot
Het past de EU niet zich te bemoeien met ons minimumloon. Niet direct, niet indirect, niet via criteria, niet via rapportageverplichtingen. Ons land is een van de drie landen met het hoogste minimumloon in de Europese Unie. Nergens wordt het minimumloon vaker bijgesteld dan in Nederland. Ik zie geen enkele reden voor Brusselse bemoeienis.