24 augustus 2018
Geef rolstoelgebruikers toegang tot buurtbus
UPDATE: bekijk hier de antwoorden op de aanvullende schriftelijke vragen
OV-bedrijven weigeren mensen in een rolstoel mee te nemen in de buurtbus, waardoor zelfstandig reizen voor hen onmogelijk is. “Dat móet anders”, vindt SGP-Kamerlid Chris Stoffer, “rolstoelgebruikers moeten óók in dorpen en op het platteland kunnen reizen met het openbaar vervoer.”
Samen met GroenLinks en de ChristenUnie, diende de SGP al eerder schriftelijke vragen in bij de minister van Infrastructuur en Waterstaat en de minister van Volksgezondheid.
De antwoorden zijn in de ogen van de indieners onvoldoende. “De zelfstandigheid van rolstoelgebruikers is voor ons te belangrijk om met een kluitje in het riet gestuurd te worden. Bovendien is Nederland volgens het Verdrag voor rechten van personen met een beperking, verplicht om het openbaar vervoer ook voor rolstoelgebruikers toegankelijk te maken. Daarom hebben we vandaag aanvullende vragen ingediend”, aldus Stoffer.
Vervolgvragen van de leden Stoffer, Van der Staaij (beiden SGP), Ellemeet (GroenLinks) en Dik-Faber (ChristenUnie) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de situatie dat het openbaar vervoer in de dorpen niet altijd toegankelijk is voor rolstoelgebruikers:
1. Kunt u, in aanvulling op de eerder door u gegeven antwoorden 1), aangeven waarom er in de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (Wgbh/cz) en de bijbehorende uitvoeringsregeling onderscheid gemaakt wordt op grond van handicap of chronische ziekte? Waarom wordt ten aanzien van het aanbieden van openbaar vervoersdiensten in de Wgbh/cz een beperktere reikwijdte gehanteerd dan in de (bredere) definitie van openbaar vervoer in de Wet personenvervoer 2000?
2. Waarop is de veronderstelling, opgenomen in het Besluit toegankelijkheid van het openbaar vervoer, gebaseerd dat ‘voor auto’s (tot en met negen personen inclusief de bestuurder) in het openbaar vervoer geen (technische) aanpassingen vereist zijn, omdat de in dit Besluit gangbare toegankelijkheidseisen ‘naar hun aard’ bestemd zijn voor grotere voertuigen'? Deelt u de mening dat deze veronderstelling niet meer actueel is, gegeven de huidige technische mogelijkheden om buurtbussen rolstoeltoegankelijk te maken (en dat deze dat vaak ook al zijn, omdat dezelfde busjes worden ingezet voor doelgroepenvervoer)?
3. Biedt het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap een grondslag om ‘kleinere voertuigen’ zoals de buurtbus uit te sluiten in de Wgbh/cz, gelet op artikel 9, lid 1 van dit Verdrag waarin wordt gesteld dat de staten die partij zijn passende maatregelen moeten nemen om personen met een handicap op voet van gelijkheid met anderen de toegang te garanderen (…) tot vervoer (…) en tot andere voorzieningen en diensten die openstaan voor of verleend worden aan het publiek, in zowel stedelijke als landelijke gebieden?
4. Bent u bereid om -zolang de wet- en regelgeving nog niet gewijzigd is- overleg te voeren met provincies en gemeenten om in een akkoord afspraken te maken over de rolstoeltoegankelijkheid van buurtbussen? Zo niet, bent u bereid om, in zoverre er onderscheid wordt gemaakt op basis van aard en omvang van het vervoermiddel, de wet- en regelgeving zodanig aan te passen dat alleen de technische (on)mogelijkheden gehanteerd kunnen worden om bepaalde vervoersmiddelen uit te sluiten?
5. Hoe verhoudt de wettekst van de Wgbh/cz zich met de bijbehorende memorie van toelichting, aangezien de ‘auto’ (en in het verlengde daarvan de buurtbus) daarin niet bewust uitgesloten wordt?
6. Kunt u beargumenteren waarom het vervoeren van rolstoelgebruikers te belastend zou zijn voor vrijwilligers van de buurtbus, aangezien het hier gaat om een groep rolstoelgebruikers die zelfstandig reist?
7. Weegt u mee dat op doelgroepenvervoer bespaard kan worden als de buurtbus algemeen toegankelijk gemaakt wordt voor zelfstandig reizende rolstoelgebruikers? Zo ja, hoe weegt u dit mee?
8. Weegt u mee dat ervaringsdeskundigen in het kader van het Programma Onbeperkt Meedoen! 2) zeggen het belangrijk te vinden dat wordt voorkomen dat de inzet van buurtbussen het onmogelijk maakt om gebruik te maken van het openbaar vervoer?
9. Weet u dat veel buurtbusverenigingen geen moeite hebben met het vervoeren van rolstoelgebruikers, maar dat zij desondanks vanuit de provincie opgelegd krijgen dat zij geen rolstoelpassagiers mogen vervoeren? Bent u bereid te regelen dat dit verbod zo spoedig mogelijk wordt opgeheven?