23 juni 2021
Formatiedebat: 'Ach, uiteindelijk komt er altijd een kabinet'
Lees of bekijk hier de bijdrage van SGP-fractievoorzitter Kees van der Staaij aan het debat over de formatie.
“Ach majesteit, uiteindelijk komt er altijd een kabinet.” Het verhaal gaat dat Willem Drees dit in 1956 gezegd heeft tegen Koningin Juliana toen de snelle formatie van een nieuw kabinet op zich liet wachten..Het snel doorhakken van knopen over de vraag “wie met wie” zit er ook nu niet in. De informateur nam het woord impasse een paar keer in de mond.
Zeker, er is inhoudelijk veel besproken. Ik wil de informateur ook danken voor haar inzet. Het levert stukken op die zich enerzijds op het demissionaire kabinet richten: wat moet er nu al gebeuren? Anderzijds bouwstenen meegeeft voor een toekomstig kabinet. Daarnaaast geeft het ook huiswerk voor de Kamer, ik doel op de agenda over herstel en versterking van de rechtsorde.
Ik wil over al deze agenderende stukken niet zuinig over doen. Het kan zeker zijn voordelen hebben als ook andere partijen dan degenen die uiteindelijk aan de formatietafel zitten op deze manier inbreng kunnen hebben en niet alles gelijk in de smalle trechter van de coalitiepartijen verdwijnt. Ik noem als voorbeeld de toekomst van het landelijk gebied, versterking van de veiligheid en defensie, waar de SGP ook oog voor heeft gevraagd. Hopelijk krijgen die inderdaad de aandacht die ze verdienen.
Maar hoe waardevol ook, alle inhoudelijke gesprekken hierover hebben er niet toe geleid dat het zo is gaan vonken tussen de partijen en we nu weten welke partijen gaan formeren. Er is veel gepraat, maar uiteindelijk niet gekozen.
En ook de globale aanduiding van onderwerpen geeft lang niet altijd de richting aan. Ik neem alleen maar de zin: op verschillende momenten in het leven kunnen medisch-ethische vraagstukken naar voren komen, van het ongeboren kind tot mensen die actief kun leven willen beëindigen. Heel waar en heel belangrijk, maar welke kant gaat het uit?
Wat te doen bij een impasse in de kabinetsformatie? De informateur grijpt terug op een noodgreep die ook al eerder is beproefd. De kabinetsformatie van 1994, toen, net als nu, de kar vast in de modder zat en die weer werd vlot getrokken nadat een van de hoofdrolspelers, de leider van de grootste partij toen, PvdA-leider Wim Kok, de opdracht kreeg om een inhoudelijk programma te schrijven en daarna te kijken wie er uiteindelijk mee wilden doen. En wie niet. Het verschil met toen is dat de programmaschrijver nu niet één persoon is, maar dat het er twee zijn, een duo.
Spannende vraag blijft wel: als de gesprekken de vonk niet deden overspringen, gaat een nieuw geschrift dat wel doen? Moet er niet gewoon gekozen worden? Wat wordt precies de begeleidende rol van de informateur daarbij? Is ook overwogen, net als in 1994, degenen die het stuk gaan schrijven tot informateur te benoemen, zodat de verantwoordelijkheid heel duidelijk bij hen wordt belegd?
De formatie is in een impasse belandt, maar het land staat intussen niet stil.. Dat relativeert voor mijn fractie wel de inzet voor een herstelbVeleid, ook al is er zeker achterstallig onderhoud aan te pakken.
Waar ik wel aandacht voor wil vragen, is wat de financiële kaders van de overheid zijn, ook in het licht van de meest recente economische vooruitzichten. Het steunbeleid heeft gewerkt, de economie groeit fors, veel meer zelfs dan de gunstigste verwachtingen. De cijfers over de ontwikkeling van de werkloosheid, het aantal faillissementen en het consumentenvertrouwen wijzen in maar één richting: onze veerkracht is groot en het gaat rap de goede kant op.
Het zou ook inhoudelijk toegevoegde waarde kunnen hebben als juist hier in het nieuw te schrijven stuk door VVD en D66 richting en perspectief wordt geboden. Hoe kijkt de informateur hier tegenaan?