6 juni 2023
Het is de hoogste tijd om recht te doen!
Op dinsdag 6 en woensdag 7 juni debatteerde de Tweede Kamer met minister-president Mark Rutte en Staatssecretaris Hans Vijlbrief van Mijnbouw over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning Groningen. Namens de SGP leverde Kees van der Staaij een bijdrage aan de eerste termijn van het debat.
"Dit is de laatste kans om het goed te doen." Met deze woorden presenteerden staatssecretaris Vijlbrief en minister-president Rutte de kabinetsreactie op het rapport van de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen. We spreken vandaag over de maatregelen en het miljardenpakket waartoe het kabinet heeft besloten om de ereschuld aan Groningen in te lossen, ook een begrip uit het waardevolle rapport van de enquêtecommissie. De kernvraag is wat de SGP betreft: is het voorgestelde pakket aan maatregelen echt toereikend om die ereschuld in te lossen? Want als je het overneemt en met elkaar zegt dat het om een ereschuld gaat, dan leg je de lat ook wel heel hoog.
Het rapport van de parlementaire enquêtecommissie laat indringend zien wat 60 jaar Groningergas teweeg heeft gebracht: hoge opbrengsten voor de staatskas en de oliemaatschappijen, veel ellende voor de Groningers. Het heeft miljarden opgeleverd voor het land als geheel, maar er is nauwelijks in de regio geïnvesteerd. Het is al gezegd, en met recht: Groningen werd een wingewest.
Na al die jaren en diverse rapporten heeft het kabinet uiteindelijk besloten te stoppen met de gaswinning en de Groningers te compenseren. Met tientallen voorstellen wil het kabinet de schadeafhandeling milder, makkelijker en menselijker maken. Een nobel streven, maar de praktijk leert dat het niet alleen gaat om het versterken van gebouwen, maar ook om het terugwinnen van vertrouwen. Het gaat niet alleen om de scheuren in de huizen, maar ook om de scheuren in de harten van de Groningers. Daarom is mijn vraag: wat is de verdere agenda van het kabinet, de aanpak, om actief te werken aan dat vertrouwen?
Ministeriële verantwoordelijkheid betekent allereerst en allermeest rekenschap afleggen over het gevoerde beleid. Als er tekortkomingen in naar voren komen, moet je aangeven hoe je daar in de toekomst, vanuit het algemeen belang, mee wil omgaan. Daarom vraag ik de bewindslieden ook te reflecteren op de rol in het kabinet, in het bijzonder de minister-president, aangezien hij ook leiding gaf aan de ministerraad, waarin deze problemen zijn besproken. Ik noem ook de problemen in de informatievoorziening. Ik denk dat het heel belangrijk is dat ook vanuit het ambt van minister-president wordt teruggeblikt op wat hierin is misgegaan. En welke mogelijkheden ziet hij om vanuit de rol van minister-president bij te dragen aan een betere aanpak van schade, herstel en versterking? Ik gebruik een aantal woorden nadrukkelijk, zoals "ambt", omdat het bij de vertrouwensvraag, te onderscheiden van de ministeriële verantwoordelijkheid, uiteindelijk gaat om de persoon die het ambt bekleedt. Maar wat betreft ministeriële verantwoordelijkheid gaat het nu ook om de terugblik vanuit het ambt dat zij bekleden. Daar hecht mijn fractie aan. Dat staat voor ons als SGP voorop.
Dan over de concrete maatregelen. De €40.000 zonder causaliteitsvraag lost niet alle problemen op. Sterker nog, het kan juist ook weer rechtsongelijkheid veroorzaken; dat is al in verschillende bijdragen naar voren gekomen. Het roept ook vragen op. Hoe gaat het kabinet om met huishoudens die onder het oude regime met minder soepele voorwaarden schadevergoeding uitgekeerd hebben gekregen, wellicht wel een lager bedrag? Er is ook voor gewaarschuwd dat de zwaarst getroffen gebieden vaak al jaren in een schadevergoedingsprocedure verwikkeld zijn. In sommige gevallen gaat het nog om procedures van de NAM. Hoe gaat het kabinet met deze situaties om?
Er zit naar onze mening ook nog een complicatie in het feit dat het uitkeren van die €40.000 niet direct betekent dat de huizen daadwerkelijk snel verstevigd zullen zijn en dat de waardedaling van de huizen in de getroffen dorpen stopt. Hoe wordt voorkomen dat tijdens het afwikkelen van de schadevergoeding nieuwe schade ontstaat door bevingen die nog steeds plaatsvinden?
Het IMG is als zelfstandig bestuursorgaan belast met het afhandelen van het civiele aansprakelijkheidsrecht. Nu het kabinet met de opdracht komt om de €40.000 uit te keren zonder vaststelling van de causaliteit kan dit niet op basis van het mandaat uit de Tijdelijke wet Groningen. Onder welk mandaat gaat het IMG straks over tot het uitkeren van dit bedrag zonder causaliteitsvraag? In de voorstellen van het kabinet lees ik nog weinig concreets over hoe omgegaan wordt met speciale gevallen, zoals die verzakte mestkelder, die, ik meen, al genoemd werd door de VVD, waarbij je met de reparatie direct een vernieuwingsslag wil maken in het bedrijf? Wat is de aanpak van het kabinet in speciale situaties rondom agrariërs, erfgoed en het mkb?
De SGP-fractie legt ook de vinger bij de hoge uitvoeringskosten van de schadehersteloperatie. Van iedere uitgekeerde euro gaat er heel veel naar de uitvoeringsinstanties. Wat ons betreft moet dat echt anders. Hoe voorkomt het kabinet dat geld dat uiteindelijk bestemd is voor Groningen, niet bij de gedupeerden terechtkomt?
"Doen wat nodig is." Daarmee sloot de staatssecretaris de presentatie van de voorstellen af. De SGP is van mening dat het kabinet veel verbetering belooft maar dat er ook nog veel onduidelijk en niet benoemd is. Daarnaast is het, vooral als het gaat om het terugwinnen van vertrouwen, ook van groot belang dat er geen beloftes worden gedaan die niet waargemaakt kunnen worden. Het is juist extra schrijnend - de enquêtecommissie legde er ook al de vinger bij - als je vanuit de situatie die in het verleden ontstaan is, gaat zeggen dat je het allemaal beter gaat doen en dat uiteindelijk niet waar kan maken. Het legt best wel een grote verantwoordelijkheid bij de plannen die nu gepresenteerd worden. Vandaar ook de vraag hoe dat is gewaarborgd. Heeft er een uitvoeringstoets plaatsgevonden? Is getoetst of deze plannen ook goed uitvoerbaar zijn in de praktijk?
Tot slot een voor mijn fractie belangrijk punt. Ik begon er ook mee. Als we zeggen dat het hier om een ereschuld gaat, om toekomstperspectief voor Groningen, dan zie ik een heel pakket met ook nuttige maatregelen. Aan de andere kant zie ik ook nog een behoorlijke kloof met datgene wat vanuit Groningen zelf naar voren is gebracht aan ook naar de mening van de Groningers zelf noodzakelijk geachte investeringen, gelet op het toekomstperspectief voor dat gebied. Wij vinden het heel belangrijk dat langjarige investeringen, ook voor spoor- en wegenaanleg, daadwerkelijk waargemaakt worden. Daarom tot slot mijn vraag namens de SGP-fractie: hoe zorgen we ervoor dat er op een prudente manier wordt omgegaan met het gegeven dat er nog licht zit tussen wat gevraagd wordt en waartoe nu besloten is door het kabinet? Juist omdat alles onder de noemer "ereschuld" is gezet, is dat voor mijn fractie een heel belangrijke vraag.
Ik wil afsluiten met de woorden waar ik mee begon: het is de laatste kans om het goed te doen; het is ook de hoogste tijd om recht te doen.