9 april 2025

Criminaliteit mag niet onbestraft blijven

Dinsdagavond 8 april debatteerde de Tweede Kamer in de plenaire zaal met minister Van Weel (Justitie en Veiligheid) en staatssecretaris Struycken (Rechtsbescherming) over het bericht dat het OM strafbare feiten waarop maximaal zes jaar cel staat voortaan zelf gaat afhandelen via strafbeschikkingen. Namens de SGP sprak Diederik van Dijk. Zijn bijdrage aan het debat is hieronder te lezen.

Het is waardevol om vandaag met de minister te spreken over de verruiming van de toepassing van de strafbeschikking en de opstelling van het OM terzake. Minister, OM en Kamer hebben hun eigen rol in de trias en dienen rolvast te zijn; zeker voor het OM en de rechterlijke macht is het noodzakelijk dat zij onafhankelijk hun werk kunnen doen.

Ik las recent een opiniërend artikel van een Staatsraad in de Afdeling Advisering van de Raad van State – een zekere Kees van der Staaij. Hij stelt terecht dat de scheiding der machten behoort tot de pijlers van de rechtsstaat.Tegelijkertijd poneert hij de terechte notie dat de scheiding der machten niet betekent dat er geen zinvolle dialoog kan zijn tussen de verschillende machten. Wijze en nuchtere woorden. Die Van der Staaij zou een goed Kamerlid zijn, bedacht ik mij.

In ieder geval heeft deze Kamer recent ook een goed gesprek met de andere machten gehad over de strafbeschikkingen. Waardevol, juist om misverstanden te voorkomen. Wij allen delen immers het overstijgende, gemeenschappelijke doel: Zoveel mogelijk ervoor zorgen dat criminaliteit niet onbestraft blijft. Daarom wil ik vanaf deze plek in het bijzonder richting al die mensen van het OM die zich zo hard inzetten voor onze veiligheid mijn grote waardering uitspreken. Uw inzet wordt gezien.

Verruiming beleid
De SGP begrijpt dat de druk op de strafrechtketen groot is en dat het OM zoekt naar manieren om efficiënter te werken om de doorlooptijden te verbeteren. Maar efficiëntie mag nooit ten koste gaan van rechtsstatelijkheid, rechtsgelijkheid en het vertrouwen van burgers in een eerlijke rechtsgang. Een strafbeschikking is geen parkeerboete, het gaat hier vaak om serieuze delicten, waar ook slachtoffers bij te betreuren zijn. Dan past het niet dat de dader via een brief een boete of taakstraf krijgt opgelegd, zonder tussenkomst van een rechter.

  • Dat levert de vraag op of het verruimen van de strafbeschikking niet in méér gevallen zal leiden tot oplegging van een taakstraf of geldboete in plaats van een gevangenisstraf.
  • Ligt de richtlijn in het verlengde van de huidige werkwijze van het OM of stelt het OM hiermee ook de strafeis naar beneden?
  • Over welke zaken hebben we het precies en kan dit verder worden ingekaderd? Een te ruime richtlijn biedt veel ruimte voor interpretatie.
  • En hoe gaat het OM om met zaken waarin een taakstrafverbod geldt?

Ik ontvang graag reactie van de minister op deze vragen.

Er ligt een tijdelijke instructie voor die over een jaar zal worden geëvalueerd.

  • Is het volgens de minister te verwachten dat de instructie zal worden uitgebreid indien de doorlooptijden niet voldoende zijn verkort? Welke parameters worden hiervoor gehanteerd?

De SGP legt ook de vinger bij de strafbeschikking in vreemdelingenzaken vanwege de glijdende schaal die geldt voor deze groep verdachten. We lezen in de brief van de minister dat het College er nu vanaf ziet om illegale vreemdelingen en asielzoekers onder de werking van de tijdelijke instructie te laten vallen.

  • Kan de minister bevestigen dat deze doelgroep nooit onder de reikwijdte van de strafbeschikking zal vallen?
  • Is het beleid van het OM erop gericht om in verband met de glijdende schaal niet af te wijken van een eis tot gevangenisstraf?