Christenen Pakistan

Sta pal voor Pakistaanse christenen

De aanval van moslims op een christelijke wijk in de Pakistaanse stad Lahore is vreselijk. Christenen in Pakistan zijn steeds minder veilig in hun eigen land. De Pakistaanse autoriteiten treden hier nauwelijks tegenop. Integendeel, de Pakistaande blasfemiewet wordt misbruikt om christenen op te pakken en in de gevangenis te zetten. Daarom roept de SGP minister Timmermans van Buitenlandse Zaken op om Pakistan hierover aan te spreken. Ook wil de partij weten welke andere middelen Timmermans ter beschikking heeft de druk op te voeren.

De SGP heeft samen met de ChristenUnie, CDA, VVD en PVV vragen gesteld over deze kwestie.

Schriftelijke vragen van de leden Van der Staaij (SGP), Voordewind (CU), De Roon (PVV), Ten Broeke (VVD) en Omtzigt (CDA) aan de minister van Buitenlandse zaken over de aanval op een christelijke wijk in de Pakistaanse stad Lahore

1. Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving over de gewelddadige aanval van moslims op een christelijke wijk in de Pakistaanse stad Lahore?
2. Kunt u de achtergrond van deze gewelddadigheden duiden? Hoe beoordeelt u de toedracht en de gevolgen?
3. Hoe hebben de Pakistaanse overheden gereageerd op deze gewelddadigheden? Acht u dit optreden adequaat?
4. Welke trend is in Pakistan zichtbaar ten aanzien van de christelijke minderheid in het bijzonder en de geloofsvrijheid in het algemeen?
5. Wat zijn de consequenties en concrete effecten van de omstreden wet tegen godslastering voor de religieuze minderheden in dit land? Hoeveel mensen zitten inmiddels gevangen vanwege een beschuldiging op grond van deze wet?
6. Welke leermomenten en effecten biedt de Nederlandse pilot godsdienstvrijheid, waarop ook Pakistan prijkt? Wat wordt hiermee concreet ten aanzien van Pakistan gedaan en met welke consequenties? Welke projecten worden er door Nederland gesteund waardoor Pakistaanse christenen voorzien worden van een veilig onderkomen wanneer zij ernstig bedreigd worden?
7. Op welke wijze wordt Pakistan momenteel door de internationale gemeenschap aangesproken op haar bejegening van religieuze minderheden, inclusief haar kwalijke gebruik van de wet op de godslastering?
8. Bent u bereid de huidige casus te benutten om opnieuw – waar mogelijk in internationaal verband – de Pakistaanse autoriteiten kritisch aan te spreken op het gebruik van de wet op de godslastering en hun houding ten opzichte van geloofsvrijheid? Welke aanvullende middelen heeft u tot uw beschikking om de druk richting Pakistan op te voeren?