22 juni 2022
Chris Stoffer over EU-lidmaatschap Oekraïne
Lees hier de bijdrage van SGP-Kamerlid Chris Stoffer aan het debat over de EU-top van 23 en 24 juni.
Het toekennen van de status van kandidaat-lidstaat aan Oekraïne en Moldavië is een ingewikkeld dilemma met reële argumenten voor en ook met argumenten tegen. Want enerzijds kan de kandidaat-status een symbolische reddingsboei zijn voor een land dat vecht voor zijn voortbestaan. Daar komt bij dat ja tegen die kandidaat-status geen onomkeerbaar ja is tegen het EU-lidmaatschap. Maar anderzijds kun je ook zeggen dat EU-uitbreiding, in plaats van export van stabiliteit, import van instabiliteit kan betekenen. De oorlog, maar ook corruptie, maakt dat gevaar, juist met betrekking tot Oekraïne, erg groot. Bovendien zijn er alternatieve vormen van samenwerking denkbaar. Tot voor kort was het kabinet die laatste mening toegedaan, maar inmiddels onderschrijft het kabinet de conclusie van de Europese Commissie dat Oekraïne en Moldavië perspectief op EU-lidmaatschap zouden moeten krijgen.
Hoewel ook de SGP wat dit betreft veel sympathie voelt, zijn er voor ons nog te veel inhoudelijke, openstaande vragen om hiermee op dit moment in te kunnen stemmen. Die vragen zijn als volgt. Leidt dit goedbedoelde gebaar uiteindelijk niet tot een teleurstelling? Waarop is de veronderstelling van de Commissie gebaseerd dat Oekraïne zeven stappen zal zetten rondom onder andere rechtspraak, corruptiebestrijding enzovoorts, en deelt de minister-president het vertrouwen van de Commissie? Hoe waardeert het kabinet de alternatieven voor de EU-kandidaat-status, zoals een Europese politieke gemeenschap, en is dit voldoende verkend? Ten vierde: versterkt de kandidaat-status de veiligheid van Oekraïne en de EU, ook in het licht van de veiligheidsclausules in artikel 42 van het Verdrag betreffende de Europese Unie? Ik zie uit naar een antwoord van de minister-president. In elk geval kan noch voor Oekraïne noch voor de Westelijke Balkan een loopje genomen worden met de bestaande toetredingsvoorwaarden en -criteria.
Zo belanden we automatisch bij de discussie over de toekomst van Europa. Want de EU moet kiezen: wordt zij een geopolitieke speler met oog voor objectieve en zakelijke rechtsstaatkenmerken of wordt zij een ideologische scherpslijper? Het is van tweeën één. De SGP zegt: wees eensgezind, juist door de verschillende tradities en culturen van de lidstaten te respecteren. In dat licht verbaas ik mij over de aanbevelingen in het conferentierapport over gelijke huwelijksrechten in alle lidstaten. Mijn vraag is: beaamt de premier dat het familie- en huwelijksrecht een bevoegdheid van de lidstaten is en ook blijft?
Sowieso vraag ik me af hoe het kan dat representatieve burgerpanels slechts méér EU bepleiten, terwijl het in de hele EU gonst van ontevredenheid over te sterke Brusselse bemoeienis. Via een conventie wil het Europees Parlement nu ook budgetrecht en wetgeving over initiatiefrecht krijgen en moeten zorg en onderwijs een gedeelde bevoegdheid worden. Mijn vraag is: hoe gaat de premier voorkomen dat Brussel, Athene, Praag of noem maar op invloed krijgt op onze scholen en ziekenhuizen? Een analyse van het laatste Raadssecretariaat, waaruit blijkt dat voor slechts 18 van de voorgestelde 320 maatregelen een verdragswijziging nodig is, laat vooral zien hoe rekkelijk de EU omgaat met de speelruimte die deze verdragen bieden.
Die rekkelijkheid zien we ook rondom begrotingstekorten en staatsschulden. Maar liefst zeventien lidstaten halen het begrotingstekortcriterium niet, en vijf landen voldoen ook niet aan het schuldcriterium. Maar toch verlengt de Commissie de ontsnappingsclausule weer met een jaar, terwijl de verwachte bbp-groei van 2,7% in 2022 en 2,3% in 2023 absoluut niet overeenkomt met de ernstige economische achteruitgang. Die kan niet als criterium worden ingeroepen voor deze escape. Mijn vraag aan de minister-president is of hij dit ook tegenstrijdig en onwenselijk vindt.
Een van de dingen die de boeren in Nederland steken, is dat zij hard worden aangepakt vanwege EU-regels, terwijl Europese instituties en lidstaten zich niet aan de eigen regels houden. Wie de onvrede wil wegnemen, kan deze ongemakkelijke waarheid niet negeren. Ik wens onze premier daarom op 23 en 24 juni veel wijsheid en veel lef toe.