8 februari 2022
Bisschop over het rapport over de zelfdoding van een undercover agent
Lees hier de bijdrage van SGP-Kamerlid Roelof Bisschop aan het debat over het rapport over de zelfdoding van een undercover-agent.
Ik sluit mij graag aan bij al die collega's die woorden van meeleven in de richting van de nabestaanden van deze politieman hebben gesproken. Een buitengewoon aangrijpend overlijden. Een tragische gebeurtenis. Iets wat eigenlijk nooit had mogen gebeuren. Maar het is gebeurd. Het moet voor hen ontzettend zwaar zijn om met die herinnering te leven. Ik wens hun veel kracht en sterkte toe bij de verwerking en het een plaats geven van dit verlies.
Deze politieman deed een belangrijk en gevaarlijk werk voor onze samenleving; essentieel in de bestrijding van ondermijnende criminaliteit. We moeten ons blijven afvragen, ook naar aanleiding van deze gang van zeken en alles wat daarmee samenhangt en wat uit de rapporten blijkt, of de effectiviteit van de inzet van werken onder dekmantel nog wel opweegt tegen de mate waarin dit ingrijpt in het leven van deze agenten. Het leven onder een andere identiteit en het aannemen van een ander karakter is ongekend zwaar, zo blijkt telkens weer. Dat gaf de agent ook aan in zijn afscheidsbrief. Zijn leven was hem afgenomen door de persoonlijkheid die hij in de operatie had aangenomen. Hij sprak zijn hoop uit dat hij herinnerd zou worden onder zijn echte naam en met zijn echte persoonlijkheid.
Bij de inzet van werken onder dekmantel moeten we deze proportionaliteitsvraag aan de voorkant scherper stellen. De commissie-Brouwer concludeert dat de risico's die de langdurige en intensieve inzet van de infiltrant met zich meebrachten onderkend hadden kunnen en moeten worden. Dat had behoord bij de professionele begeleiding.
Als we dit middel in de toekomst willen blijven inzetten, moeten gedurende het proces niet alleen de wettelijke waarborgen, maar ook de ethische aspecten worden afgewogen. Mijn eerste vraag aan de minister raakt dit punt. Kan de minister aangeven hoe deze afweging van de ethische aspecten in de toekomst wordt geborgd gedurende het proces?
In het verlengde daarvan: heeft het feit dat hier een ethische afweging ontbrak, te maken met capaciteitstekort op de afdeling? Zo ja, is de minister bereid om daar zo spoedig mogelijk maatregelen in te nemen?
Dan over de rol van het Openbaar Ministerie. Wij hebben het rapport met enige verbazing gelezen. De SGP heeft zo haar twijfels over de rol van het OM, zowel in het onderzoek als in de zaak waaraan de agent werkte. De officier van justitie die het Rijksrechercheonderzoek naar de suïcide van de undercoveragent vorig jaar leidde, was ook zaaksofficier in de strafzaak waarvoor de infiltrant werd ingezet. Mijn vraag aan de minister: kan de minister aangeven waarom niet eerder is onderkend dat dit onderzoek beter geleid had kunnen worden door een andere officier van justitie? Dan wordt gezegd: rechtsstatelijk gezien is de positie van het OM eigenstandig. Dat zal allemaal waar zijn, maar als er niet een lampje gaat branden op het moment dat een dergelijke beslissing wordt genomen, zijn er toch vrienden, zou ik zeggen, die iemand erop moeten attenderen dat het zo niet kan en dat er een andere beslissing genomen moet worden. De minister geeft dat achteraf toe. Maar goed, ik wacht de motie van de fractie van de PVV graag af.
Daarnaast heeft het Openbaar Ministerie voorafgaand aan het traject geen toestemming gevraagd aan de Centrale Toetsingscommissie. Dat blijft ook in de brief van de minister van vorig jaar een vaag punt. Ik zou daar graag toelichting op willen hebben.
In het rapport doet de commissie-Brouwer aanbevelingen voor een onafhankelijke commissie om te komen tot een sluitend stelsel van waarborgen in het heimelijke domein. Nou, dat is mooi. Maar wat is dan de rol nog van de Centrale Toetsingscommissie? In het hele rapport komt naar voren dat het OM gefaald heeft in het toezicht op deze zaak, laten we het kind maar bij de naam noemen. Van een professionele organisatie als het OM mag verwacht worden dat het tijdens dit soort infiltraties zeer oplettend is en de signalen van de agenten in het bijzonder serieus neemt. En dat is níét gebeurd.
Kijkend naar de toekomst. De SGP deelt de conclusie in het rapport-Brouwer dat de afdeling Werken Onder Dekmantel ernstig tekortgeschoten is, voor zover wij dat kunnen beoordelen op basis van de beschikbare gegevens, en dat de professionaliteit van de organisatie als geheel ernstig te wensen overlaat. De korpsleiding van de politieorganisatie, die waakt over de veiligheid van de burgers in Nederland, schiet tekort in het beschermen van haar eigen mensen. De afdeling Afgeschermde Operaties en de dienst waartoe deze behoort, is dringend aan een grondige renovatie toe. Daarbij moet er, zoals ik al zei, meer aandacht komen voor de ethische aspecten van het politiewerk.
Bij deze undercoveracties moet vooropstaan dat het gevaarlijke en belangrijke werk dat deze agenten voor de veiligheid van Nederland doen, niet boven de veiligheid van het leven van de agenten zelf staat. Hoe gaat de minister dit borgen?