15 februari 2023
Bisschop over basisbeurs
Op woensdag 15 februari debatteerde de Tweede Kamer over de Wet herinvoering basisbeurs hoger onderwijs. Lees hieronder de bijdrage van SGP-Kamerlid Roelof Bisschop.
Het heeft nog niet veel aandacht gekregen. Er is nog geen viering aan gewijd. Toch was de afschaffing van de langstudeerdersmaatregel tijdens dit parlementaire jaar tien jaar geleden. Studenten die langer dan een jaar vertraging hadden, zouden door deze maatregel 3.000 euro extra collegegeld moeten betalen. De langstudeerdersmaatregel kan echter de geschiedenisboeken in als het systeem dat is ingevoerd, maar nooit is uitgevoerd. Het was een politiek oppositiefeestje toen de afschaffing met terugwerkende kracht op 1 oktober 2012 bekend werd.
De geschiedenis van de studiefinanciering kent een opmerkelijk verloop. Want in de tien jaar tijd beleven we inmiddels de afschaffing van het volgende systeem. Uit pure vreugde over de afschaffing van de langstudeerdersmaatregel bedachten partijen als GroenLinks, PvdA en D66 dat het veel eerlijker zou zijn om alle studenten drie of vier keer zoveel geld af te nemen als de langstudeerder voor een jaar vertraging moest betalen: het leenstelsel. Dus niet 3.000 euro extra betalen omdat je langer dan een jaar uitloopt, maar gewoon 10.000 euro van iedereen afpakken om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Hoe zou deze logica later in geschiedenisboeken worden beschreven? Het gevolg van deze opmerkelijke logica is helaas wel dat een generatie studenten hierdoor op de blaren moet zitten.
De SGP is blij dat we na deze omzwervingen een wetsvoorstel behandelen om de basisbeurs weer in te voeren. De SGP vond de langstudeerdersmaatregel best een redelijk plan, maar dat gold niet voor het leenstelsel.
Ik zal meteen aangeven waar met het herinvoeren van de basisbeurs voor de SGP de grootste winst zit ten opzichte van de eerdere wetten: dat is het verbeteren van de positie van de middeninkomens. In de afgelopen jaren is een constante lijn dat ouders en studenten uit deze groep het meest in de knel zitten. Daarom heeft de SGP samen met GroenLinks in de afgelopen jaren herhaaldelijk amendementen ingediend om deze groep te helpen.
Het slechte nieuws is dat studenten door het verwerpen van die amendementen onnodig lang onderbedeeld zijn, maar het goede nieuws is dat deze groep uiteindelijk toch meer recht gedaan gaat worden.
De SGP vraagt de regering om nog eens goed naar de inkomensgrens te kijken, zeker gezien de stijgende kosten waar deze gezinnen mee te maken hebben.
In de eerdere amendementen noemden wij zelf de grens van 73.000 euro. In de huidige omstandigheden hebben we daarom veel sympathie voor een grens van ten minste 80.000 euro.
De SGP heeft twee vragen als het gaat om het systeem van de nieuwe basisbeurs.
- Het systeem lijkt door te schieten van het ene naar het andere uiterste als het gaat om het inkomen van ouders. In het huidige systeem krijgen hogere middeninkomens al helemaal niets meer, maar in het nieuwe systeem krijgen zelfs kinderen van miljonairs weer een basisbeurs. Is het niet logisch om toch een zeker maximumgrens te hanteren en de middelen te gebruiken voor extra ondersteuning van de middeninkomens? De SGP begrijpt dat dit nu niet zo snel kan, maar gaat de regering voor de langere termijn verkennen?
- De gedachte van de aanvullende beurs is dat ook studenten uit lagere inkomens in staat zijn om te studeren. Dat is een heel goed uitgangspunt. De regering wijst er echter terecht op dat deze studenten later vaak een heel mooi salaris gaan verdienen. Is het eerlijk dat deze studenten helemaal niets van hun aanvullende beurs hoeven terug te betalen, terwijl studenten die misschien net geen aanvullende beurs kregen later misschien een lager inkomen hebben? Geldt ook hier niet dat het nuttig kan zijn voor de langere termijn om een redelijke tegenprestatie te verkennen? We moeten ook nu al nadenken over de houdbaarheid van het systeem voor de toekomst.
Het nieuwe systeem van studiefinanciering kan aantrekkelijk zijn voor studenten uit de EU. Studenten uit de EU kunnen namelijk duizenden euro’s voordeel hebben door 14 uur per week te gaan werken, waarbij geen anticumulatie bestaat. De regering verwacht geen stijging, onder verwijzing naar de effecten bij de invoering van het leenstelsel. Dat is een opmerkelijke reactie, want toen was de situatie juist ongunstig omdat de basisbeurs een lening werd. Vanaf volgend jaar is er voor alle studenten weer geld te halen in Nederland. Zou het niet logisch zijn om de mogelijke effecten uitgebreider te onderzoeken? Het zou bijvoorbeeld goed zijn om te weten welke financiële regelingen andere Europese landen hebben. Kan de regering daar een beeld van schetsen? En wil de regering in de EU gaan werken aan het beperken van de mogelijkheden om in verschillende landen gelijktijdig voordelen op te strijken? Het klinkt als een vreemde situatie dat een student in twee landen tegelijk studiefinanciering kan krijgen.
De SGP vindt het een goede zaak dat de regering de verschillen tussen het middelbaar beroepsonderwijs en het hoger onderwijs zoveel mogelijk heeft willen wegwerken. De SGP heeft nog geen antwoord op de vraag naar de verschillende binnen het mbo, terwijl tussen enerzijds de niveaus 1 en 2 en anderzijds de niveaus 3 en 4 belangrijke verschillen bestaan. In opleidingen niveau 1 en 2 krijgen studenten studiefinanciering zolang de studie duurt en van terugbetaling is nooit sprake. Heeft de minister de reden hiervoor nog eens gewogen in het kader van dit wetsvoorstel?
De SGP vraagt er ook aandacht voor dat de onbeperkte studiefinanciering niet geldt bij instroom vanuit niveau 3 en 4, indien de student al vier jaar studiefinanciering heeft gebruikt. Is dit logisch vanuit de doelstelling van het behalen van een opleiding op niveau 1 en 2 en is het eerlijk om overstappers nadeliger te behandelen?
De SGP vindt de tegemoetkoming ongelukkig gekozen. De Raad van State wijst erop dat hiermee het risico van precedentwerking kan ontstaan. De regering neemt dat risico bewust, maar kiest vervolgens een bedrag waardoor veel studenten zich niet serieus genomen voelen. De SGP zou een specifieke fiscale aftrek voor deze generatie beter gevonden hebben. Kan de regering aangeven op dit op een later moment nog een mogelijkheid is? De terugbetaaltermijn is immers ook 35 jaar. Er is dus nog even tijd om de situatie voor deze groep recht te trekken.