1 februari 2023
Bijdrage SGP aan debat over evaluatie corona
Op 1 februari debatteerde de Tweede Kamer over het eerste deelrapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid inzake de coronacrisis. Namens de SGP leverde Kees van der Staaij een bijdrage. Zijn inbreng is hieronder te lezen.
Ik ben de tel op een gegeven moment kwijtgeraakt, maar volgens mij hebben we de afgelopen jaren ruim veertig plenaire coronadebatten gevoerd. Het debat van vandaag is echter pas het éérste debat waarin we als Kamer expliciet en uitgebreid terugblikken, evalueren en lessen trekken van de coronacrisis. En dat is goed.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) heeft een doorwrocht rapport afgeleverd en de conclusies zijn duidelijk. Nederland was onvoldoende voorbereid op een epidemie van deze omvang. Het kabinet viel ten prooi aan tunnelvisie. ‘Alternatieve scenario’s bleven buiten beeld, zowel in de besluitvorming als voor het grotere publiek’. Pas na maanden werd de corona-aanpak verbreed en werden naast medisch-virologische ook maatschappelijke en economische effecten van maatregelen meegewogen.
Ik wil nader ingaan op een drietal observaties en conclusies van de OVV.
De rolvastheid en eigenstandige positie van adviseurs (de experts) en besluitvormers (de leden van het kabinet).
Die scheiding van rollen werd gedurende de gehele crisis onvoldoende bewaakt. Naast de formele crisisstructuur ontstond een informele structuur met het Torentjesoverleg en de vele zondagse Catshuisoverleggen (waarvan geen notulen beschikbaar zijn). Keer op keer verschool het kabinet zich bij ingewikkelde politieke keuzes achter adviseurs van het OMT. OMT-leden kwamen hierdoor vol in de wind te staan. Soms was dat ongewild, soms bemoeiden experts zich via de media expliciet met besluitvorming. Door deze opeenstapeling van onzorgvuldigheden werd de besluitvorming werd hierdoor onzuiver, ondoorzichtig en daarmee uiteindelijk minder betrouwbaar. Wat de SGP betreft in de toekomst dus een zuiverder besluitvorming, helder onderscheid tussen advies en besluit en geen informele Catshuissessies meer.
Zorg voor meer landelijke sturing bij landelijke en langdurige crises. Dat is een belangrijke aanbeveling van de OVV.
Ik begrijp de wens om besluitvormingsstructuren te vereenvoudigen, het was nu een wirwar van landelijke en regionale overleggen. Tegelijkertijd is mijn waarneming dat bij corona te lang is vastgehouden aan een centrale, rigide ‘top-down-benadering’. Terwijl er eerder behoefte was aan aanpak die recht deed aan het feit dat corona een maatschappelijk vraagstuk was geworden (en niet langer alleen om . Een aanpak die recht deed aan lokale verschillen, maatwerk, meer ‘bottom-up’ dus. Burgemeesters hebben daar bijvoorbeeld maandenlang om gevraagd, maar hiervoor eigenlijk nooit echt de ruimte gekregen. Ik heb ook wel gehoord van een zorgorganisatie die bewust ervoor koos om niet in de ‘crisisstand’ te schieten, maar reguliere structuren en besluitvormingsprocessen gewoon in stand hielden. Hierdoor kreeg overigens ook verplegend personeel een stem in het beleid. Hoe voorkomen we dus in de toekomst dat we uitsluitend of te lang een top-down crisisaanpak hanteren?
Het beschermen van kwetsbaren.
De OVV legt de vinger op de zere plek: het beschermen van ouderen in verpleeghuizen is niet gelukt. Er voltrok zich een stille ramp. Het bezoekverbod zorgde voor uiterst schrijnende situatie. Hiervan moet geleerd worden. Waar in het OVV-rapport (ten onrechte) wat minder aandacht voor lijkt te zijn, is impact van de coronamaatregelen op het welbevinden van kinderen en jongeren. Nog steeds is de mentale gezondheid van jongvolwassenen zeer zorgelijk. In toekomstige crises kunnen weer andere groepen dan verpleeghuisbewoners of jongeren de ‘kwetsbaren’ zijn. Het is dus zaak voortdurend de vraag te stellen welke mensen het grootste risico lopen en welke aanpak voor hen nodig. Welke concrete maatregelen stelt het kabinet voor om dit bij toekomstige crises te waarborgen?