13 januari 2023

Alert zijn bij extra aanwijzing stikstofgevoelige habitats in Natura 200 gebieden

‘Wie haalt het nu in zijn hoofd om extra stikstofgevoelige habitats onder het Natura 2000 beschermingsregime te brengen?’ Er is ophef ontstaan over het voornemen van minister Van der Wal om bij zo’n honderd Natura 2000 gebieden extra habitattypen en soorten, inclusief doelen, in de aanwijzingsbesluiten op te nemen. Daar zitten verschillende stikstofgevoelige habitats en leefgebieden bij. Overigens zitten er ook enkele gebieden bij waar juist habitattypen en soorten geschrapt worden, omdat ze er niet voor bleken te komen.
 
Moet dat zo? De Brusselse regels zijn op zichzelf helder: als in een Natura 2000 gebied een habitat of soort meer dan ‘verwaarloosbaar’ voorkomt die Europees gezien beschermwaardig is, moet deze een vorm van bescherming krijgen. Uit gebiedsinformatie is blijkbaar naar voren gekomen dat de toegevoegde habitattypen en soorten in de betreffende gebieden al langere tijd voorkomen. Daar moet je dan iets mee. Het is wel merkwaardig dat deze habitats en soorten blijkbaar zo lang over het hoofd zijn gezien. Of zijn ook referentiekaders veranderd en worden habitats nu sneller aangemerkt als zijnde een specifiek habitattype? Zo werd in Natura 2000 gebied Oudegaasterbrekken een habitat in eerste instantie voor meer dan drie hectare aangemerkt als een bepaald beschermwaardig, stikstofgevoelig habitattype. Na een second opinion werd dit bijgesteld naar minder dan een halve hectare. Hoe zit dat? De SGP wil hier graag opheldering over.
 
Het zogenaamde ‘Wijzigingsbesluit Habitatrichtlijngebieden vanwege aanwezige waarden’ komt overigens niet als een verrassing. In 2018 is al een ontwerpbesluit ter inzage gelegd en is contact hierover geweest met provincies. Mede op aandringen van de Tweede Kamer is een kritische review van aanwijzingsbesluiten uitgevoerd om te kijken in hoeverre doelen geschrapt of bijgesteld kunnen worden. Het ontwerpbesluit is daarom enkele jaren aangehouden. Nu pakt de minister het weer op en is de laatste versie opnieuw gepubliceerd en ter inzage gelegd. Er zijn eerder ook Kamervragen over gesteld. De timing helpt niet om rust te krijgen in het Natura 2000 dossier.
 
Hoe groot is de impact van het wijzigingsbesluit? Dat is sterk afhankelijk van de lokale situatie. Van een afstandje bekeken kun je zeggen dat in veel gevallen in de buurt van extra aangewezen stikstofgevoelige habitats al andere stikstofgevoelige habitats liggen en dat de gebiedsopgave niet veel zal veranderen. Wat overigens niet uitsluit dat het voor specifieke gevallen cq. bedrijven wel grote gevolgen kan hebben in verband met de specifieke ligging ten opzichte van deze habitats! Voor hooguit een enkele gebied, zoals Oudegaasterbrekken (zuidwest Friesland), is er wel sprake van regionaal grote gevolgen, omdat een gebied waar eerder geen sprake was van overschrijding van een kritische depositiewaarde daar nu wel mee te maken gaat krijgen.
 
Groot manco is dat in het huidige beleid nauwelijks rekenschap gegeven wordt van het relatieve belang van (bescherming van) de verschillende lokale habitats. Of een project nu voor extra depositie op een halve hectare van een bepaald habitattype zorgt of voor depositie op honderd hectare van datzelfde habitattype ergens anders, het juridische stikstofprobleem is even groot. Of de aanwezigheid van een habitattype de aanleiding was om een gebied als Natura 2000 aan te wijzen, of dat het kleine bijvangst was, maakt bij de beoordeling van vergunningaanvragen ook geen verschil. Hier moet werk van gemaakt worden! De SGP komt met een voorstel om bij de formulering van instandhoudingsdoelen, het nemen van maatregelen en bij de toetsing van projecten hier veel meer rekening mee te houden. Als aanwijzing van extra habitats, vaak habitatsnippers (!), dan perse moet, hoeven de gevolgen in de praktijk minder groot te zijn dan nu het geval is. Als de minister dit been niet bijtrekt, zal het beleid blijven strompelen en struikelen.