27 september 2019
Te streng voor stikstof en PFAS, te slap voor Belgisch baggervuil
Terwijl de regering zeer strenge wetten, regels en controles toepast voor stikstof en PFAS, kan vervuild baggerslib uit België veel te makkelijk in Nederlandse zandwinputten worden gekieperd.
SGP-Kamerlid Chris Stoffer dient schriftelijke vragen in bij de staatssecretaris van Infrasstructuur en Milieu om dit aan de kaak te stellen. Onderzoeksjournalisten van Zembla hebben een en ander boven water gehaald. Uit de uitzending komt naar voren dat er vorig jaar tot wel 20% bodemvreemd materiaal aan de Nederlandse bodem toegevoegd mocht worden. Bedoeld om ruimte te geven om stenen uit rivierbodems mee te laten nemen, maar in de praktijk kwam er met onder meer het Belgische baggerslib ook plastic, arseen, accu’s, fietsen, piepschuim en andere rommel mee. Met alle risicovolle gevolgen van dien.
Als het gaat om het importeren van Belgisch baggervuil, is er nauwelijks handhaving. En als het er al is, dan is het op papier. Maar als het gaat om stikstof of om het stofje PFAS wordt er zo scherp gecontroleerd, dat het in de praktijk haast niet meer werkbaar is. Volgens de SGP kan en moet dat anders.
Schriftelijke vragen van het lid Stoffer (SGP) aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over het storten van vervuild baggerslib uit België in Nederlandse zandwinputten:
1. Heeft u kennisgenomen van de uitzending van Zembla over ‘Gokken met bagger’?
2. Hoe waardeert u de constatering dat onder al dan niet toeziend oog van de overheid door de labeling ‘nuttige toepassing’ en de toegestane ruimte voor toepassing van maximaal 20% bodemvreemd materiaal tot vorig jaar plastic, piepschuim, arseen, asbest en accu’s via baggerslib in zandwinputten is terechtgekomen, met alle risico’s van dien voor zwemmers, natuur en drinkwaterwinning?
3. Hoe waardeert u de constatering dat de nieuwe eis dat alleen sporadisch bodemvreemd materiaal mee mag komen met baggerslib onvoldoende duidelijkheid geeft en alsnog ruimte laat voor het storten van de hiervoor genoemde materialen?
4. Bent u voornemens regelgeving en beleid op dit punt aan te scherpen?
5. Hoe waardeert u de constatering dat er in de praktijk nauwelijks gehandhaafd wordt, dat handhaving vooral het controleren van de papieren betreft en niet het nemen van monsters dan wel een inspectie van het scheepsruim, en dat als gecontroleerd wordt er regelmatig sprake is van overtredingen?
6. Bent u voornemens het handhavingsbeleid aan te scherpen?
7. Op welke wijze wordt de waterkwaliteit van zandwinputten gecontroleerd?
8. Hoe gaat u voorkomen dat opnieuw vervuild baggerslib uit België wordt geïmporteerd? Gaat u in overleg met onder meer de Vlaamse regering en gaat u zorgen voor meer toezicht bij het laden van schepen met baggerslib, ook in België?