4 april 2013
Vergadering met raadsleden en wethouders Bennekom
Vergadering met raadsleden en wethouders Bennekom
Jeugdzorg
-
Algemeen
Met de transitie van de jeugdzorg van provincie naar gemeenten wil het kabinet het jeugdzorgstelsel vereenvoudigen en effectiever maken. De jeugdzorg moet beter aansluiten bij de sociale netwerken en eigen mogelijkheden van jeugdigen, hun ouders of verzorgers. Ook moet voorkomen worden dat men de weg zoek raakt in het systeem. -
Transitie en transformatie
De stelselwijziging betreft zowel een vernieuwing van de structuur (transitie), als van de daadwerkelijke zorg (transformatie). -
Verantwoordelijkheid
Het doel van de transitie is om alle vormen van jeugdzorg onder verantwoordelijkheid van gemeenten te brengen. Gemeenten kunnen op deze wijze sturen op lokaal samenhangende zorg voor gezinnen en jeugdigen. -
Inleiders
Dhr. J.Bloemendaal, voorzitter van het platform jeugdhulpverlening van de (Oud)GerGem(in NL) en de HHK en het SGP Statenlid Klaas Ruitenberg hielden elk een korte inleiding. Een veertigtal raadsleden en wethouders ging vervolgens met beide inleiders in discussie.
Kernpunten uit de discussie:
- Er zijn bedreigingen voor de identiteitsgebonden zorg, maar ook kansen;
- In de nieuwe situatie staat niet de identeit van het aanbod, maar de keuzevrijheid van de cliënt centraal;
- Zet je als raadslid dus in voor het vastleggen van duidelijke kaders waarbinnen de zorg - onder verantwoordelijkheid van de wethouder - dient te worden gerealiseerd, en bepaal vooraf met welke gemeente(n) je op dit terrrein - uit eigen belang - wilt samenwerken;
- Laat in contracten met zorgaanbieders de mogelijkheid open voor onderaanneming, zodat onder omstandigheden de voorkeur van de client de doorslag kan geven bij de toekenning van zorg (Zeeuws model i.p.v. dynamisch selectiemodel);
- Zoek verbinding met kerkenraden. Gemeenten beseffen terdege dat bij kerken veel potentie zit voor wat betreft vrijwilligershulp. De christelijke gemeenschap(pen) zouden in de nieuwe setting een maatschappelijk platform moeten scheppen en zo een spilfunctie moeten (willen) vervullen tussen de politiek en de maatschappij. Dan kun je vanuit de eigen identeit in de meer 'basale' zorg een breder publiek bedienen.
Woningbouw
Het tweede onderwerp die avond betrof de zorg rondom de woningbouw. Inleider was GS lid, mevrouw Josan Meijers.
Zij gaf een toelichting op de 'Omgevingsvisie' .De Gelderse omgevingsvisie is in concept gereed en zal mettertijd door PS moeten worden vastgesteld. Het is een ambtelijk werkconcept en dynamisch document waarin ‘wonen’ één van de onderwerpen is, naast o.m. natuur, landbouw, tuinbouw, mobiliteit,energietransitie en luchtvaart. Dit document is in samenwerking met alle betrokken partijen in de provincie tot stand gekomen (co-creatie).
Na haar inleiding ontstond een boeiende discussie.
Kernpunten van deze discussie:
- In delen van Gelderland krimpt de bevolking. Benoem dat en baseer daar dus je (omgevings)visie op;
- Het kan niet zo zijn dat straks iedere kern kan beschikken over elke voorziening. Hierin moeten keuzes gemaakt worden en knopen doorgehakt. Gemeenten, regio's en provincie zullen hierin gezamenlijk moeten optrekken en verantwoordelijkheid moeten nemen;
- de provincie stimuleert de woningbouw middels het Impulsplan wonen, dat tot 2015 voorziet in een bedrag van 20 miljoen euro. De subsidie kan bestaan uit een financiële projectbijdrage of procesondersteuning voor projecten die daarvoor in aanmerking komen.
- er zijn in de provincie voldoende starterswoningen. Het zit vast op de doorstroming. De ene gemeente is hierin creativer dan de andere.
2. Impulsplan