13 augustus 2015

Schriftelijke vragen (art. 42 RvO)

Inleiding

In Statenbrief 2015-004744 van 23 juni 2015 geven GS aan hoe de scholierentarieven in het openbaar vervoer zijn opgebouwd, en wordt het besluit meegedeeld om de overgangsregeling met een jaar te verlengen (voor wat betreft de geld teruggeef actie). Dit alles als reactie op vragen uit de vergadering van de commissie MIE uit 2014 over het beleid t.a.v. scholierentarieven in het OV, naar aanleiding van een brief van enkele scholen voor voortgezet onderwijs waarin zij klagen over forse stijging van de tarieven sinds 2011 (23% tot 72%, ofwel honderden euro’s per jaar). De inhoud van de Statenbrief roept op een aantal punten vragen op.
 

Vragen

Uit de gehanteerde woordkeus zou een verkeerd beeld van de omvang van de problematiek kunnen ontstaan. Onder 2 wordt gesproken over “een aantal van hun scholieren dat hoge kosten moet maken om van het OV gebruik te maken” en onder aan pagina 3 over “een beperkt aantal scholieren die meer dan 20 km reizen” en iets verder “voor bijvoorbeeld de Fruytierschool in Apeldoorn gaat het om, naar schatting, enkele tientallen scholieren van de 600 die met de scholierenlijnen naar deze school toe gaan”. 
 
1. Is het bij GS bekend dat het alleen al bij de Fruytierschool gaat om ongeveer 300 scholieren, die dagelijks meer dan 20 km reizen?
 
Voor het komende cursusjaar is de korting die scholieren krijgen met het regionale product ‘altijd korting scholier’ (AKS) teruggebracht van de regionale 55% korting uit 2013 naar de landelijke 40% korting. Hierdoor is dit product voor de hierboven genoemde groep scholieren (die meer dan 15 km reizen) niet meer interessant, omdat de tarieven, ondanks de korting en de ‘geld teruggeef actie’, hoger liggen dan het tarief voor de ‘altijd vrij’ abonnementen. Met deze ‘altijd vrij’ abonnementen (bijvoorbeeld ‘Veluwe vrij’), kan binnen een concessie onbeperkt worden gereisd. 
 
2. Zijn GS het eens met onze constatering dat er hiermee geen sprake meer is van enig financieel voordeel voor deze groep scholieren, ten opzichte van andere reizigers?
3. Zijn GS bereid, bij de ontwikkeling van het Tarievenkader Oost, een algemene leeftijdskorting (bijvoorbeeld voor jongeren tot 18 jaar) in overweging te nemen?
 
Zoals gezegd, kan met de ‘altijd vrij’ abonnementen onbeperkt worden gereisd, binnen een concessie. Echter, een scholier reist elke dag een vast traject, namelijk van huis naar school, en weer terug. Dat scholieren daarnaast weinig of geen gebruik maken van de mogelijkheid tot vrij reizen, blijkt o.a. uit een onderzoek in de provincie Zeeland.
 
4. Zijn GS het met ons eens dat scholieren meer gediend zouden zijn met een trajectkaart (er van uitgaande dat die goedkoper aangeboden kan worden dan het ‘altijd vrij’ abonnement)?
5. Zijn GS bereid, bij de ontwikkeling van het Tarievenkader Oost, de herinvoering van de trajectkaart in overweging te nemen?
 
De ‘algemene korting scholier’ (AKS) is geldig voor scholieren tussen 12 en 18 jaar. Dit geeft problemen voor ‘vroege leerlingen’ en voor leerlingen die op de basisschool een klas hebben overgeslagen, waardoor zij nog maar 11 jaar zijn, als ze naar de middelbare school gaan.
 
6. Is het mogelijk om de minimumleeftijd van 12 jaar voor een AKS te schrappen?
 
Bovenaan pagina 5 geven GS aan zich in landelijk verband ervoor in te zetten om het mogelijk te maken dat een school haar eigen scholierenvervoer opzet. Dit zou voor scholen inderdaad (financiële) voordelen kunnen opleveren; de scholierenlijnen hebben immers een hoge bezettingsgraad. Tegelijk zou dit er theoretisch toe kunnen leiden dat in Gelderland 12.000 scholieren uit het regulier OV verdwijnen.
 
7. Is het dan nog steeds interessant voor vervoersmaatschappijen om in te schrijven op concessies? 
 
Evert Mulder
6 augustus 2015