;

11 mei 2021

Antwoord op Statenvragen

Statenlid Evert Mulder diende in maart een aantal vragen in bij Gedeputeerde Staten over wat de verbeteringen in het Aerius programma betekenen voor de provincie Gelderland.

Lees hier de antwoorden:

Antwoord op Statenvragen over effecten van correcties kaarten AERIUS voor Gelderland (PS2021-185)

De leden van Provinciale Staten

Beantwoording schriftelijke Statenvragen Statenlid E. Mulder
SGP over effecten van correcties kaarten AERIUS voor Gelderland


Ingevolge het bepaalde in artikel 39 van het Reglement van Orde Provinciale Staten van Gelderland 2019 doen wij u hieronder het antwoord van ons college op de vragen van het Statenlid E. Mulder toekomen.

Inleiding van de vragensteller:

Op 19 februari 2021 heeft Minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit antwoord gegeven op nadere vragen van de leden van de Eerste Kamer over het wetsvoorstel stikstofreductie en natuurverbetering. Uit deze antwoorden komt een minder positief beeld naar voren over de betrouwbaarheid van de leefgebiedkaarten die door het AERIUS programma worden gebruikt om stikstofdeposities te berekenen. Verder blijken percelen onterecht als stikstofgevoelig te zijn ingetekend. De Minister zegt wijzigingen toe, maar pas in de nieuwe versie van AERIUS. Al met al leiden deze antwoorden van de Minister bij de Gelderse SGP-fractie tot de volgende vragen aan het college van Gedeputeerde Staten, met name ten aanzien van de rol van de provincie en de effecten voor Gelderland.

Over de gebruikte leefgebiedkaarten geeft de Minister het volgende aan: ‘Voor de leefgebiedkaarten is wel de aanvankelijke methodiek gezamenlijk afgesproken en toegepast, maar de resultaten zijn niet onafhankelijk getoetst; de methodiek is na de eerste generatie kaarten gedifferentieerder geworden tijdens het corrigeren (daardoor zijn in de ene provincie veel meer kaartvlakken overgebleven die ten onterechte als stikstofgevoelig zijn aangemerkt dan in de andere provincie).’


  • Vraag 1:
    Kan GS aangeven of dit ook in Gelderland heeft geleid tot het ten onrechte aanwijzen van kaartvlakken als stikstofgevoelig? Zo ja, om hoeveel hectares gaat het dan? En in welke N-2000 gebieden?

    Antwoord:
    In Gelderland is in kaart gebracht waar stikstofgevoelige natuur beschermd wordt. Beschermen van mogelijk aanwezige natuur is verplicht volgens de Wet natuurbescherming (artikel 1.11). Dat daarbij ook percelen die regulier agrarisch beheerd worden zijn betrokken, is niet uit te sluiten. In Natura 2000 gebieden Veluwe en Loevestein zal het waarschijnlijk gaan om een beperkt oppervlak. In de Rijntakken kan het gaan om een groter oppervlak.


Inleiding van de vragensteller:

Verder geeft de Minister aan: Bij de leefgebiedkaarten is voor een deel nog gebruik gemaakt van kaartbestanden die niet optimaal zijn voor het vaststellen van leefgebieden. Deze kaarten worden verbeterd.

 

  • Vraag 2:
    Geldt dit ook voor de leefgebiedkaarten in Gelderland? En zo ja, op welke termijn worden deze kaarten verbeterd?

    Antwoord:
    Ja, ook de kaarten waarop is aangegeven waar leefgebiedtypen in Gelderland voorkomen worden de komende tijd verbeterd in navolging op de toezegging van de minister.
    Zie ook: https://www.ipo.nl/actueel/provincies-houden-kaarten-aerius-tegen-het-licht/

 

Inleiding van de vragensteller:

Op een vraag over onterechte aanwijzing van graslanden als stikstofgevoelig antwoordt de Minister: Ter uitvoering van de motie-Geurts/Harbers (Kamerstuk 35 600, nr. 31) wordt uitgezocht waar sprake is van door agrariërs bemeste graslanden, zodat inzichtelijk wordt waar ten onrechte is verondersteld dat stikstofgevoelig leefgebied voorkomt. Noodzakelijke correcties worden zoveel mogelijk verwerkt in de nieuwe versie van AERIUS.


  • Vraag 3:
    Ook hier weer de vraag of dit ook in Gelderland speelt?

    Antwoord:
    Zie antwoorden op vraag 1 en 2.

 

  • Vraag 4:
    Daarbij de vraag wanneer de nieuwe versie van AERIUS beschikbaar komt, en de fouten gecorrigeerd zullen zijn? Hoe wordt hier in de tussenliggende tijd mee omgegaan, met het oog op vergunningaanvragen?

    Antwoord:
    Wij streven ernaar om voor de update van AERIUS in oktober dit jaar de kaart te corrigeren voor percelen waarvoor op basis van onderzoek met zekerheid te zeggen is dat geen stikstofgevoelig leefgebiedtype aanwezig is. Voor percelen met regulier agrarisch gebruik waarvoor dit niet met zekerheid is te zeggen is een controle in het veld nodig. Wij willen dit veldwerk gedurende dit jaar uitvoeren.

    Het resultaat kan dan bij de volgende update (naar verwachting in 2022) in AERIUS worden opgenomen. In de tussentijd kan een initiatiefnemer bij een concrete vergunningaanvraag aangeven dat volgens zijn of haar inzichten de kaart niet klopt.

 

  • Vraag 5:
    Hoe betrouwbaar zijn de berekeningen van de afgelopen jaren, op grond waarvan vergunningen al dan niet zijn verleend?

    Antwoord:
    De berekeningen die met het model AERIUS worden gemaakt zijn gebaseerd op de best beschikbare kennis op het gebied van natuurinformatie en stikstofinformatie. De informatie wordt jaarlijks geactualiseerd, het model wordt gevalideerd op basis van metingen en de uitkomsten worden regelmatig in juridische procedures ter discussie gesteld en getoetst.

 

Inleiding van de vragensteller:

In een aantal vragen en antwoorden gaat het over zoekgebieden (waarbij een zoekgebied een locatie is waar het onduidelijk is of een bepaald habitattype of leefgebied daadwerkelijk aanwezig is of niet).

 

  • Vraag 6:
    Welk deel van het stikstofgevoelige areaal in Gelderland is zoekgebied? En welke N-2000 gebieden betreft het?

    Antwoord:
    Bij een zoekgebied voor een habitattype1 is het inderdaad op grond van de beschikbare informatie niet met zekerheid vast te stellen of het type daar aanwezig is of niet. Omdat het waarschijnlijk aanwezig is, moet het wel op de kaart worden vermeld (als zoekgebied) om bescherming te garanderen. Voor zoekgebied habitattype geldt dat:

    • dit minder dan 1% van de totale oppervlakte van het totale stikstofgevoelige areaal van de in Gelderland gelegen Natura 2000-gebieden betreft2;
    • het zich in de gebieden Rijntakken, Veluwe, Landegoederen Brummen, Korenburgerveen, Lingegebied & Diefdijk-zuid en Loevestein, Pompveld & Kornsche Boezem bevindt.
  • Het zoekgebied voor een stikstofgevoelig leefgebiedtype3 betekent iets anders. Er is stikstofgevoelig leefgebied aanwezig, het voldoet aan de fysieke kenmerken. Alleen is op grond van de beschikbare waarnemingen van de betreffende soorten niet met zekerheid vastgesteld dat deze soorten op die plek recent daadwerkelijk van dit leefgebied gebruik gemaakt hebben. Het zoekgebied is een categorie binnen het stikstofgevoelige leefgebied. Het is en blijft een onderdeel van stikstofgevoelig leefgebiedtype. Voor zoekgebied leefgebiedtype geldt dat:

    • dit ongeveer 6% van de totale oppervlakte van het totale stifstofgevoelige areaal van de in Gelderland gelegen Natura 2000-gebieden betreft3;
    • van deze 6% iets meer dan de helft zich in Natura 2000 gebied Rijntakken en iets minder dan de helft in Natura 2000 gebied Veluwe bevindt.

 

1 Een habitattype is een binnen Natura 2000 gedefinieerd en beschermd type begroeiing (vegetatie).
2 Bij de berekening is een vergelijking gemaakt met het totale stikstofgevoelige areaal (habitattype en leefgebiedtype) en bij grensoverschrijdende gebieden is uitgegaan van het totale gebied en niet enkel het deel wat in Gelderland ligt.
3 Een leefgebiedtype is een type begroeiing dat stikstofgevoelig leefgebied is voor 1 of meer in het kader van Natura 2000 beschermde soorten.

 

  • Vraag 7:
    Binnen welke termijn worden de onderzoeken afgerond die hierover duidelijkheid moeten verschaffen?

    Antwoord:
    Voor de habitattypen wordt momenteel gewerkt aan actualisering van de kaarten. Het streven is om dit in 2021 af te ronden. Niet voor alle zoekgebieden kan opgehelderd worden of habitattypen daadwerkelijk aanwezig zijn, omdat niet altijd alle hiervoor noodzakelijke informatie beschikbaar is. Dit geldt bijvoorbeeld voor delen van militaire oefenterreinen op de Veluwe die te gevaarlijk zijn om veldonderzoek uit te voeren. Dit betreft echter maar een zeer klein deel van het totale areaal.

    Voor stikstofgevoelige leefgebiedtypen geldt dat er geen sprake is van onduidelijkheid. Zoals toegelicht bij het antwoord op vraag 6, vormt zoekgebied hier een vastgesteld onderdeel van het stikstofgevoelig leefgebiedtype.

 

  • Vraag 8:
    Is de uitvoering van deze onderzoeken een verantwoordelijkheid van de provincies? Hoe worden in Gelderland Provinciale Staten hierbij betrokken / hierover geïnformeerd?

    Antwoord:
    Ja, de bescherming van Natura 2000-gebieden is een bevoegdheid van Gedeputeerde Staten. Wij informeren Provinciale Staten in het kader van de besluitvorming en voortgang over Natura 2000 in het algemeen.

 

Inleiding van de vragensteller:

Tenslotte geeft de Minister aan dat de provincies gebiedsplannen moeten opstellen waarin per Natura-2000 gebied wordt aangegeven hoe wordt bijgedragen aan de landelijke doestelling.

 

  • Vraag 9:
    Wat zijn de tijdslijnen voor het opstellen van deze gebiedsplannen? En hoe worden Provinciale Staten hierbij betrokken?

    Antwoord:
    In de Wet stikstofreductie en natuurverbetering is bepaald dat binnen twee jaar na inwerkingtreding van de wet de provincies gebiedsplannen aanleveren met informatie die nodig is voor het programma stikstofreductie en natuurverbetering. De wet is inmiddels aangenomen door de Eerste en Tweede Kamer, maar de datum van inwerkingtreding is nog niet bekend.

 

Over de invulling van de gebiedsplannen vindt interprovinciale afstemming plaats. Wij zullen Provinciale Staten regelmatig op de hoogte houden van de ontwikkelingen.


Gedeputeerde Staten van Gelderland
John Berends - Commissaris van de Koning
Stijn van Wely - plv. secretaris