Visser moet meer vangst kunnen uitstellen

Vissers moeten een groter deel van de vangst kunnen uitstellen tot volgend jaar, wegens de aanslepende coronacrisis. Door de huidige coronamaatregelen is er dit jaar veel minder vraag naar vis.

Europarlementsleden van SGP, CDA en ChristenUnie vragen de Europese Commissie dat vissers tot 25 procent van bepaalde visquota mogen meenemen naar het nieuwe jaar. Normaal mogen vissers slechts 10 procent 'meenemen'.

"Het heeft geen nut om vis te vangen voor gesloten restaurants. Beter is de vangst uit te stellen tot volgend jaar, het visbestand kan zich ondertussen verder vermeerderen", zegt Bert-Jan Ruissen (SGP). "Zo kunnen de vissers ook hun gederfde inkomsten van dit jaar iets goedmaken."

Een dergelijke noodmaatregel bleek in 2014 ook goed te werken. Toen was de vraag naar vis gekelderd door een Russische boycot.

De Europarlementsleden hadden Brussel dit voorjaar al vergeefs gevraagd om meer overdracht mogelijk te maken. Toen antwoordde EU-commissaris Virginijus Sinkevicius (Milieu, Visserij) dat hij de ontwikkeling nog even wilde aanzien.

"Hoog tijd dat deze EU-commissaris nu wel een knoop doorhakt. Met deze crisis moeten we allemaal snel en soepel handelen, dat mogen we ook van de Europese Commissie verwachten. De vissersgezinnen in veel kustplaatsen zitten hier op te wachten. Ze hebben recht op duidelijkheid", zegt Annie Schreijer-Pierik (CDA).

"Nu zitten we minder dan twee maanden van het nieuwe jaar af. Duidelijk is dat de coronacrisis dit jaar nog aansleept. De vissers hebben recht om te weten hoeveel ze op en na 1 januari mogen vangen", aldus Peter van Dalen (CU).

De vraag is vooral gedaald bij duurdere vissoorten zoals tong. Maar covid-19 heeft ook allerlei andere negatieve gevolgen gehad, bijvoorbeeld het verstoren van transport- en verwerkingsketens.