EU schendt internationaal recht op Westoever

Zelfkritiek zou de EU sieren. Zeker ten aanzien van haar falende beleid in het Midden-Oosten. Echter ook in paragraaf 48 van het rapport-Brok over het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid van de EU (GBVB) ontbreekt daarvan enig spoor. Eenzijdige kritiek wordt weer eens geventileerd richting Israël. En zelf blijft de EU buiten schot.

Want wat is het geval? De EU schendt zowel internationaal recht als de interimovereenkomst tussen Israël en de Palestijnen van 1995 (Oslo II) door Palestijnse bouw- en infrastructuurprojecten in het C-gebied van de Westelijke Jordaanoever te financieren zonder enige afstemming met de bevoegde Israëlische autoriteiten. Daarbij is ook nog eens de veiligheid van de Joodse Staat in het geding.

Dit beleid van de EU, samen met politieke maatregelen van Brussel tegen de Joodse aanwezigheid in Judea en Samaria als de richtlijnen van 2013 en de etikettering van producten van 2015, diskwalificeert haarzelf als partij of zelfs vredesmakelaar in het Israëlisch-Palestijns conflict.